TER ONDERSTEUNING VAN HET MENSELIJK HANDELEN het menselijk probleemoplossingsproces de wereld in verandering NGT GEODESIA 1995-4 de semiotiek (de algemene leer van het tekengebruik) exacte wetenschappen met een ook voor ons werk goed bruik baar begrippenapparaat [16]. Verge leken met de taalkunde is de (geo)- informatica nog uiterst armoedig. De kern van linguïstiek en semiotiek is het onderscheid tussen gedachtenin- houd en uitdrukkingsvorm. Mensen hebben mentale voorstellingen (begrip pen) in hun hoofd van objecten in de wereld (bijvoorbeeld van een huis), maar evengoed van de patronen waar mee ze iets over die objecten aan ande ren willen meedelen (bijvoorbeeld het klankpatroon /maison/ Het object huis en het gesproken of geschreven patroon /maison/ zijn beide materieel in de wereld aanwezig. Daartussen zit ten in onze hersencellen de voorstel lingen van beide, ook wanneer het huis en de Franse hoorders of lezers even niet in de buurt zijn. We komen daar mee op totaal vier „lagen" (fig. 7): de objecten in de wereld, de gedachten- inhouden over deze objecten (hier met „inhoud" aangeduid), de in het hoofd beschikbare uitdrukkingsvormen (hier „vormen" genoemd) en de materiële tekens (klanken, vlekkenpatronen) die aan anderen worden overgedragen. Processen tussen deze „lagen" kunnen in beide richtingen plaatsvinden, zoals ook in het schema is aangegeven. Het schema berust onder andere op be schouwingen van de Zwitserse linguïst De Saussure [17] en heeft een goede ontwikkelingspsychologische grondslag [18]. Het schema is ook toepasbaar op digitale informatieverwerking in plaats van mentale; inhouden en vormen wor den dan vastgelegd als respectievelijk Digitale Landschaps-Modellen (DLM) en Digitale Kartografische Modellen (DKM). Deze kunnen op verschillende manieren in wisselwerking treden met mentale voorstellingen [19]. Dit is een verdere verfijning van het WDGM- model, waarin de scheiding tussen ge- dachteninhoud (in D of M) en mate rieel gerealiseerde uitdrukkingsvorm (G) ook al naar voren komt. In fig. 7 is een aantal relaties tussen de vier lagen aangegeven. Deze kunnen hier helaas niet worden toegelicht; de meeste zullen bij zorgvuldige bestu dering van het schema wel duidelijk worden. Er is nog een extra laag toe gevoegd, die van de handelingssituaties. Dit zijn de omstandigheden waarin mensen handelen en informatie pro duceren of gebruiken. Fig. 1 toont een handelingssituatie. De wederopbouw INTERACTIEVE INFORMATIEVERZORGING probleem- gerichte signalering inventarisatie analyse, monitoring, planning, realisatie hypothese- hypothese- ontwerp, vorming toetsing beoordeling informatie bases: mentaal grafisch digitaal wereld Fig. 6. De drie funda mentele processen samengevoegd. Dit schema is een zeer sterke vereenvou- diging van de werkelijkheid. De informatiebases zijn in nog veel meer „lagen op te Fig. 7. Vijfsemiotische aspecten en hun relaties. van Rotterdam [20] was vergelijkbaar. Ook de verschillende fasen van het probleemoplossingsproces van fig. 6 zijn op te vatten als (samengestelde) handelingssituaties. Wanneer we meer inzicht willen hebben in het gebruik van ruimtelijke ge gevens, zullen we studie moeten maken van deze handelings situaties: welke beslissingen moeten de mensen nemen, en welke informatie is daarbij nodig? Bij het begrip handelingssituatie hoort de taalkundige (en filosofische) term pragmatiek, van het Griekse pragma, daad. Er zijn verschillende pragmatische, op het handelen gerichte, aspecten van de informatieverzorging. Eén daarvan is het functionele: welke functie vervult de informatie binnen het handelingsproces? Bertin [21] onderscheidt voor kaarten de functies vastlegging, bewerking en mededeling, maar een verdere opsplitsing die nog beter is afgestemd op verschil lende typen handelingssituaties, is ook goed mogelijk. Een voorbeeld hiervan wordt gegeven bij de nog volgende analyse van het bouwproces. Een ander pragmatisch aspect is modaliteit. Samen met het hier niet verder te bespreken connotatiebegrip (bijbetekenis- ENKELE SEMIOTISCHE RELATIES tussen terrein en kaart naar van objecten inhouden vormen tekens handelings situaties objecten in terrein (materieel) metafysica waarnemen iconiciteit, kaartschaal inhouden (mentaal of digitaal) realiseren semantiek, begrippen apparaat vormgeven, tekensleutel, grammatica pragmatiek: functies vormen (mentaal of digitaal) interpreteren, legenda, grammatica syntaxis, vormenschat (lexicon) tekenen (technisch) tekens op kaart (materieel) iconiciteit, kaartschaal lezen (technisch) media, dragers taaldaden, connotaties handelings situaties pragmatiek: modaliteiten taaldaden, connotaties menselijk handelen 189

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 17