Gl=©lDfc Koppen bij elkaar Vuurpeloton Geoïde 1995-4 NGT GEODESIA Het NGP onderscheidt vier onderwijsniveaus: LBO, MBO, HBO en WO. Aan het WO wordt daarbij een trendsettende functie toegekend. De door het NGP voor het WO onder kende driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk geldt niet voor de overige onderwijsniveaus. Daar loopt een rechte lijn van praktijk naar onderwijs. Maar ook op het HBO-niveau is internationalisering belangrijk, zo meent ir. J. W. Ormel van de Hogeschool van Utrecht. Niet alleen ten behoeve van het uitvoeren van werk, maar ook wat betreft de te behalen diploma's. Er zijn al HBO-opleidingen in Nederland die, in samenwerking met Engelse instituten, Master Degrees ver zorgen. Met dit artikel is de rol van NGT Geodesia in de discussie rondom het Nationaal Geodetisch Plan niet uitgespeeld. In de volgende nummers kunt u meer verwachten. In de eerste plaats is er door de Faculteit der Geodesie van de TU Delft een uitgebreide enquête gehouden over de beroepsuitoefening en loopbaanontwikkeling van de uni versitair geschoolde geodeet. Hierbij zijn alle te achter halen geodeten telefonisch benaderd en de response is uitermate hoog. De uitslag van deze enquête zal in NGT Geodesia 1995 no. 5 worden gepubliceerd. Daarnaast heeft ir. A. Maas, werkzaam als hoofd grondzaken bij de gemeente Delft, een uitgebreide reactie geschreven op het plan, waarin hij de commissie verwijt ziende blind te zijn en de malaise in de geodesie vooral toeschrijft aan de veel te bescheiden opstelling van de geodeet naar buiten toe, en een pleidooi houdt voor de geodetische generalist. Deze reactie wordt eveneens in NGT Geodesia 1995 no. 5 gepubliceerd. Bovendien heeft prof. Molenaar de lezing, die hij tijdens de studiedag gehouden heeft, ter publikatie aangeboden aan NGT Geodesia. De redactie heeft besloten deze lezing integraal te publiceren. De lezing zal verschijnen in NGT Geodesia 1995 no. 6. Degenen die naar aanleiding van het NGP commentaar en ideeën willen ventileren, wor den van harte uitgenodigd om hun reactie op schrift te stellen en op te sturen naar de redactie. Een sterke samenwerking tussen de TU en de Hogeschool van Utrecht zou wenselijk zijn. Daartoe zijn de koppen al bij elkaar gestoken en is overleg in voorbereiding. Er bestaat de bereidheid van beide kanten om samen te werken. De TU heeft wat betreft samenwerking met het HBO al ervaring opgedaan bij de Faculteit Werktuigbouwkunde. Hierbij vindt na een half jaar een evaluatie plaats van het niveau van de studenten, waarbij overstappen naar de andere onderwijs- Het is jammer dat de geodesie een traditie kent van ernst en be dachtzaamheid, waarin geen ruimte is voor nieuwe ideeën. De mens blijft de zwakke schakel in het plan. 2) Hier past het om even uit mijn rol als chroniqueur te stap pen en als docent de volgende anekdote te memoreren. .Op lossen volgens het tweede standaard vraagstuk?! Meneer, in het leven bestaan geen standaardvraag stukken", zo werd ooit een van rniin afstudeerders afge poeierd door een mede-begeleidende remote sensing- specialist. De op merking zou ook heel goed van Van de Velde afkomstig kunnen zijn. Hij mag hem gebruiken bij een volgend gloedvol betoog. instelling mogelijk is. Teleurstellend is daarbij dat dit vooralsnog heeft geleid tot een eenzijdige uitstroom van stu denten van TU naar HBO, aldus Boga- erts. Een mogelijke oorzaak hiervoor is dat men er aan de TU zwaar aan hecht om het onderwijs puur wetenschappe lijk gericht te houden. Vanuit vele richtingen worden signalen afgegeven dat geodeten zich kern- merken door een verfoeilijk gebrek aan creativiteit. Het provocerende artikel van Anneveld c.s. (NGT Geodesia 1994 no. 11) is feitelijk een grote treur zang op het vermeende gebrek aan crea tiviteit en elan bij de geodeet, waarbij niet verzuimd wordt de beschuldigende vinger naar de Alma Mater, de TU Delft, te wijzen. En ook Van de Velde, in het NGT Geodesia interview als voorzitter van de VNBG, had het woord creativiteit vooraan in de mond liggen. Volgens Schwarz is de natuur lijke constitutie van geodeten die van ernst en bedachtzaamheid. De geodesie kent een traditie van precisie en be trouwbaarheid, waar geen ruimte is voor speelsheid en nieuwe ideeën. En het is natuurlijk waar dat als men de wereld verdeelt in standaard vraagstuk ken, de creativiteit er bij de poort al wordt uitgeramd2'- Er gloort trouwens hoop aan de horizon. Het valt immers wel mee met die ernst bij de geodeet. Dat blijkt wel uit het feit dat Van de Velde, die toch van zichzelf constateert dat hij besmet is met het virus dat geo desie heet, tijdens zijn inleiding een pistool afvuurde, niet om de geodesie het definitieve genadeschot toe te die nen, maar om, als een echte zendeling, een ieder kracht en energie te geven voor de toekomst. En met dat pistool schot is het NGP dan luidruchtig de toekomst ingeschopt. Nu nog de neu zen in dezelfde richting en de schouders eronder, want de mens blijft de zwakke schakel in het plan. 1Aardoppervlak, dat op gemiddelde zeehoogte wordt aangenomen en in ieder punt ervan loodrecht staat op de ver snelling van de zwaartekracht in dat punt (naar J. B. Listing, 1873). 2. Spaans mandarijnenmerk (z.j., ca. 1994). 210

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 38