Werkveld van de geodetische generalist
Toekomst van de opleiding
tot geodetisch ingenieur
1995-5
NGT GEODESIA
essenties van de studie te noemen, zoals ik die ervaar. De
lezer staat het geheel vrij om het met mij oneens te zijn.
geodesie leert over het verzamelen, vastleggen en ordenen
van informatie van alles wat grondgebonden is. Geodesie is
dus per definitie multidisciplinair. De landmeter uit de
17e eeuw wist al dat het weinig zinvol zou zijn om de
plaats der dingen te bepalen als hij niet gelijktijdig infor
matie zou verzamelen over de aard der dingen die hij mat;
het management-denken van de geodeet wordt geken
merkt door het adagium „van groot naar klein". De geo
deet zoekt naar overzicht, past het relevante detail in het
grote concept;
de geodeet leert te werken met onzekerheden in de infor
matie die hij verzamelt, uit te drukken in betrouwbaarheid
en precisie;
de geodeet leert de vaardigheden en inzichten, nodig om
leiding te geven aan processen van stedelijke en landelijke
herinrichting.
Deze vier essenties vormen te zamen in mijn ogen de geo
detisch ingenieur zoals die zou moeten zijn. En als men het
daarmee eens is, dan is de volgende vraag of het een en ander
wel voldoende en evenwichtig in de studie is opgenomen.
Dan is het antwoord natuurlijk ontkennend.
Duidelijk is dat de geodeet zich bezighoudt met de aarde en
met alles wat daarmee verbonden is: de onroerende zaken.
Zijn invalshoek is multidisciplinair: plaatsbepaling is niet
zaligmakend als je de dingen niet op hun juridische, econo
mische, planologische en (civiel) technische waarde weet te
schatten. De geodetische generalist is werkzaam op het
terrein van de stedelijke en landelijke inrichting. In de trits
bestemming-inrichting-beheer zit daar zijn kracht. Het is
ook het open gat op de markt. Als het om bestemming gaat,
zie je de stedebouwkundig of juridisch planoloog aan het
werk. Beheer is het terrein van de rentmeesters en beleggers,
meer financieel opgeleide mensen. Maar de inrichting is het
werkterrein van de geodetische generalist van de toekomst.
Met name de stedelijke inrichting is complex, beheersing van
informatie en een multidisciplinaire benadering van het
noodzakelijke veranderingsproces is essentieel om succesvol
te kunnen opereren. Op dit terrein zien we wel degelijk geo-
Landmeters in
vroeger tijden
waren sleutel
figuren in de
onroerend-
goedwereld.
Vraag aan vijf
geodeten wat de
kern van zijn
vakgebied is, en
je krijgt vijf
verschillende
antwoorden.
Met zijn brede
opleiding heeft de
1 een uit
stekende positie om
de markt van de
stadsinrichting te
veroveren.
deten opereren, maar ik vind dat het er
nog verbazend weinig zijn, met name in
de particuliere sector.
Geodesie biedt, met zijn multidiscipli
naire benadering, een uitermate ge
schikte basis. Natuurlijk moet dan wel
de multidisciplinariteit ten volle ge
handhaafd blijven en zelfs verder wor
den versterkt: economie is nog te zwak
aanwezig. Ook moet meer aandacht
worden besteed aan de managements-
vaardigheden van de geodeet van de
toekomst. De studie voor geodetisch
generalist moet zich op dit werkveld
oriënteren. Het is dom om deze kans
niet te willen grijpen en het is zonde om
talent op dit terrein te verspillen. Ik heb
een groot geloof in deze geodeet van de
toekomst en dat heeft te maken met
wat ik zelf met mijn studie heb kunnen
doen. Ik ben er behoorlijk trots op die
studie te hebben gevolgd, niet zozeer
om de diepte ervan, als wel om de
breedte en de methodiek van aanpak.
Het is niet de eerste keer dat gepraat
wordt over de toekomst van de oplei
ding tot geodetisch ingenieur. Er is
sprake van een samenloop van ge
beurtenissen: het Nationaal Geodetisch
Plan is uitgekomen en dit Plan moet
tevens basis geven aan de toekomst van
de opleiding en er moet gesproken wor
den over de inrichting van een vijfjarige
opleiding. De belangrijkste gebeurtenis
is zeker het Nationaal Geodetisch Plan.
Voor zover ik er tot op heden kennis
van heb kunnen nemen, is het een
merkwaardig Plan. Waar het op neer
komt is dat er twee typen geodetisch in
genieurs in de toekomst zullen moeten
worden opgeleid:
de geometrist, met een direct toepas
singsgebied dat werk zal bieden aan
5-10% van de afstuderenden;
de geo-informant, die opgeleid wordt
voor 80-90% van de geodetische ba
nen.
Als we de opleiding tot geodetisch inge
nieur in de toekomst nog serieus enige
basis willen bieden, moeten we ons met
name afvragen hoe het zit met de geo-
informant. Voor alleen de geometrist is
natuurlijk geen Nederlandse studiefaci
liteit te rechtvaardigen, tenzij gekop
peld aan een hoofdrichting van enige
omvang. Welnu, als het aankomt op de
geo-informant, dan is het Plan uiterst
vaag. Voor mij duikt een geo-infor
mant op, die zich slechts bezighoudt
met het aanleveren van vastgoedinfor-