Wie is waar? Een onderzoek naar het werk van geodetisch ingenieurs Wolff, medewerkers van de Facidteit der Geodesie TU Delft. Onderzoeksopzet NGT GEODESIA education, background onderwijs, achtergrond KEYWORDS TREFWOORDEN De werkloosheid onder geodetisch ingenieurs bedraagt 0,9%. Aldus NRC-handelsblad enige tijd geleden. Een mooi PR-argument voor de Faculteit der Geodesie om meer studenten binnen te lokken. Maar hoe komt men aan deze gegevens? Kennis over de werkkring van afgestudeer de geodeten wordt binnen de faculteit niet systematisch bijgehouden. Globaal is echter wel bekend dat er de laatste jaren nogal wat veranderingen plaatsvinden in die werk kring. Op een baan moet langer worden gewacht. De grote rijksdiensten nemen als werkgever in betekenis af. Maar: wat zijn nu precies de afzetmarkten van het „produkt" geodetisch ingenieur? En welke ontwikkelingen zijn daarin waar te nemen? Deze vragen zijn actueel nu de faculteit bezig is met een discussie over wijziging van het onder wijsprogramma. Aanleiding is de mogelijkheid die de minister aan een groot aantal inge nieursopleidingen heeft geboden een vijfjarig programma te ontwikkelen. In dit artikel wordt verslag gedaan van re cent in opdracht van het bureau van de faculteit uitgevoerd onderzoek naar de werkkring van geodetisch ingenieurs". Als basisbestand werd het NVG-adres- senboek voor geodetisch ingenieurs ge bruikt. Omdat dit bestand en andere gegevensbronnen niet volledig waren en ook omdat inzicht in de ontwikke lingen in werkgelegenheid gewenst was, is besloten een korte enquête te houden onder de sinds 1960 afgestudeerde in genieurs. Gekozen is voor een telefoni sche enquête, omdat de resultaten snel beschikbaar moesten zijn. Bovendien werd hiermee een grotere respons ver wacht. De enquête is door eindstudie- studenten van de faculteit onder leiding van enkele medewerkers eind februari en begin maart 1995 uitgevoerd. In deze bijdrage worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Eerst De gemeentelijke overheid als geodetisch werkgever Er zijn bij gemeenten twee profielen te onderscheiden: landmeten vastgoedinformatievoorziening en grond zaken onroerend goed. Het aantal geodeten dat werk zaam is in het eerste profiel, is de laatste twintig jaar behoorlijk gegroeid; de groei in het tweede profiel is be perkter geweest. De verhouding bedraagt nu 3 2. Een scheiding tussen de profielen blijkt in de praktijk echter vaak moeilijk te maken: veel geodeten komen hoger in de organisatie terecht, en hebben zowel grondzaken, land meten als vastgoedinformatie in de portefeuille. Geodeten bij gemeenten verrichten dan ook veel managementtaken. ir. M. Rietdijk, ir. F. B. Rosman en ir. H. W. de Enkele tussen resultaten van het onderzoek zijn door prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts gepresenteerd tijdens de NCG/ NGL-studiedag over het Nationaal Geodetisch Plan op 10 maart 1995. wordt kort ingegaan op de opzet van de enquête. Vervolgens komen de resulta ten aan bod. Na een beschrijving van de ontwikkelingen in de werkgelegenheid, het vakgebied en het type werkzaamhe den, zal de relatie tussen het deel van het vakgebied waarop de verschillende ingenieurs zijn afgestudeerd en de werkkring worden belicht. De bijdrage wordt afgesloten met een omschrijving van enkele opvallende aspecten. De enquête was opgebouwd uit twee delen. In het eerste gedeelte stond de fase van het afstudeeronderzoek cen traal. Ingegaan werd op het jaar van afstuderen en op het deelgebied van de geodesie waarop het afstudeeronder zoek betrekking had. In het tweede gedeelte kwamen de verschillende func ties na het afstuderen aan de orde. Per functie is gevraagd naar de duur van de functie, het type werkzaamheden dat werd verricht, de organisatie waar de functie werd vervuld en het deelgebied 247

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 23