Geodetisch vakgebied NGT GEODESIA ■995-5 100% 80% 60% 40% 20% 0% 20% 1975 Fig. 3. Aandeel werkgelegenheid. mi-overheid (fig. 3). In deze figuur zijn geen absolute getallen weergegeven, omdat geodeten die vóór 1960 zijn af gestudeerd, niet zijn meegenomen in het onderzoek. Omdat het totale aantal geodetisch ingenieurs de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen, moet de kanttekening worden gemaakt dat in gevallen waarin sprake is van een rela tieve daling, dit een absolute groei kan inhouden. Overheid De overheid als werkgever heeft de af gelopen twintig jaar een vrij constant aandeel gehouden in de geodetische werkgelegenheid. In absolute zin is dit een toename. Ook de diverse onder scheiden categorieën werkgevers bin nen de overheid zijn in aandeel vrij constant gebleven. De gemeenten zijn gedurende deze periode de grootste werkgever geweest, met steeds een aan deel van ongeveer 10%. Na een ople ving in de jaren zeventig is de laatste jaren een relatieve terugval waarneem baar in de categorie overige rijksover heid. Semi-overheid De semi-overheid heeft aanzienlijk in betekenis moeten inboeten. Dit is voor een belangrijk deel veroorzaakt door de relatieve afname van de werkgelegen heid bij het Kadaster (geclassificeerd als semi-overheid; sinds 1994 is het Kadas ter immers verzelfstandigd). Was het Kadaster in 1975 nog goed voor 27% van de werkgelegenheid voor geode tisch ingenieurs, in 1995 is dit nog maar 14%. Ook een aanzienlijke terug val is waar te nemen bij de overige on derwijs- en onderzoeksinstellingen: van Geodeten bij overige onderwijs- en onderzoeksinstellingen Er zijn bij de overige onderwijs- en onderzoeksinstellin gen drie verschillende profielen te onderscheiden: 40% heeft onderwijs geven op niet-wetenschappelijk niveau als hoofdtaak; 40% werkt als wetenschappelijk medewerker bij een universitaire instelling; 15% doet vooral onderzoekswerk. Geodeten bij overige onderwijs- en onderzoeksinstellin gen zijn vaak al geruime tijd geleden afgestudeerd. Op vallend is dat in het niet-universitaire onderwijs mensen heel lang in een bepaalde functie blijven. Het is ook deze categorie waarin het aantal geodeten de laatste twintig jaar relatiefis afgenomen. De werkzaamheden hebben betrek king op de vormbepaling van de aarde en de geometrische infrastructuur (20%) en ruimtelijke gegevensinwinning en presentatie (ruim 40%). Ruim 30% van de werkzaam heden valt buiten het vakgebied. 20% 25% 39% 42% 43% 37% particuliere sector semi-overheid overheid 1980 1985 1990 1995 16% in 1975 tot 10% in 1995. De andere categorieën binnen de semi-overheid zijn vrij constant gebleven. Particuliere sector De particuliere sector is aanzienlijk in betekenis toegeno men. Dat geldt overigens niet voor alle categorieën die onderscheiden zijn. Grote groei heeft plaatsgevonden bij de algemene ingenieursbureaus (van 3% in 1975 tot 11% in 1995). Voor een deel kan dit worden verklaard uit een rela tieve afname van de werkgelegenheid bij het Kadaster. Daar naast heeft een sterke groei plaatsgevonden bij de software houses en adviesbureaus (van 1% in 1975 tot 9% in 1995). Deze groei heeft vooral in de tweede helft van de jaren tach tig plaatsgevonden; het aandeel is de laatste jaren gestabili seerd. Een minder spectaculaire maar toch ook aanzienlijke stijging vindt plaats bij de ingenieursbureaus op het terrein van inrichting en beheer (van 4% in 1975 tot 7% in 1995). Na een aanvankelijke stijging in de jaren tachtig zijn de inge nieursbureaus op het terrein van de hydrografie vrij constant gebleven (ongeveer 4%). Op welke deelgebieden binnen de geodesie zijn de afgestu deerde geodeten werkzaam en welke ontwikkelingen zijn daarbinnen waar te nemen? Hiertoe is de werkgelegenheid van afgestudeerde geodeten ingedeeld in drie clusters van deelgebieden die binnen de geodesie kunnen worden onder scheiden: vormbepaling van de aarde en geometrische infrastructuur. Hierbij gaat het om het verrichten en veiwerken van hoge precisie-metingen waarbij het gebruik van ruimtetechnie ken tegenwoordig een belangrijke rol speelt; ruimtelijke gegevensinwinning en presentatie. Hieronder val len de traditionele detailmeting ten behoeve van kaartver vaardiging, uitzetwerk en hydrografische toepassingen, maar ook de moderne digitale inwinnings- en presentatie technieken (remote sensing, opzet van geografische infor matiesystemen); bestuurlijke geodesie. Hieronder vallen de aan vastgoed gerelateerde deelgebieden: inrichting en beheer van lande lijke of stedelijke gebieden, waardebepaling van onroerend goed en organisatie van de vastgoedinformatievoorziening. De geodeten die aangeven (gedeeltelijk) buiten het vak gebied werkzaam te zijn (19%), zijn niet in het overzicht opgenomen. 249

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 25