w I 0 5 - I 6 Verhouding type werk en type afstudeerwerk Werk en afstuderen baan en afstudeer- NGT GEODESIA Geodeten bij softwarehouses en adviesbureaus Vooral in de periode 1985 - 1990 valt een sterke toename van werkzame geodeten binnen deze categorie te constate ren; het aandeel is de laatste jaren gestabiliseerd. Deze toe name komt vooral voor rekening van de bedrijven die zich bezighouden met systeemontwikkeling en consultancy. Raet, CMG en Volmac zijn hiervan de belangrijkste voor beelden. De meeste activiteiten die geodeten binnen deze bedrijven verrichten, vallen buiten het vakgebied; als het werk geodetisch is, heeft dit met name betrekking op de deelgebieden gegevensinwinning en -presentatie en de organisatie van de vastgoedinformatievoorziening. Geo deten bij adviesbureaus komen relatief weinig voor. taken verricht (70%); deze taken zijn de afgelopen twintig jaar in belang toe genomen. Particuliere sector In de particuliere sector kan 60% van de werkzaamheden worden gerekend tot managementtaken. Bij de verschil lende soorten organisaties wisselt het beeld echter sterk. Relatief hoog scoren de produktiebedrijven, de ingenieurs bureaus op het terrein van inrichting en beheer en de overige bedrijven in de particuliere sector. Relatief laag scoren de algemene ingenieursbureaus; zeer laag scoren de ingenieursbureaus op het terrein van de hydrografie. '99?-; verre geodeten werk vinden in het verlengde van hun afstu deren. Hiertoe is allereerst gekeken naar de eerste baan van afgestudeerden. In fig. 6 zijn voor de onderzochte afstudeer ders tegen elkaar uitgezet het deelgebied van het afstudeer onderzoek en dat van de eerste baan. Indien een afstudeer onderwerp meerdere deelgebieden betrof, is de persoon evenredig over de verschillende categorieën verdeeld; het zelfde is gedaan indien de eerste baan meerdere deelgebieden betreft. Wat in de eerste plaats opvalt, is dat er een duidelijke relatie bestaat tussen het deelgebied van afstuderen en de eer ste baan. Dit is zichtbaar in de diagonale lijn in de figuur. Aan de bovenkant van de lijn is een duidelijke uitwaaiering waarneembaar. Dat betekent dat geodeten die afstuderen in vormbepaling van de aarde en geometrische infrastructuur (de deelgebieden 1 en 2), in verhouding ook vaak een eerste baan krijgen op het terrein van de ruimtelijke gegevens inwinning en presentatie (deelgebieden 3, 4, 5 en 6). Geo deten die op dit laatste terrein of die op de bestuurlijke geo desie (deelgebieden 7 en 8) afstuderen, vinden voor het grootste deel hun eerste baan in het afstudeerdeelgebied. De brede geodeet? Bovenstaande analyse is wat beperkt, omdat de eerste baan soms een tijdelijke baan is. Iemand die na het afstuderen eni ge tijd meetassistent is, in afwachting van een functie op aca demisch niveau, beïnvloedt het bovenstaande beeld. Mede daarom is ook een tweede analyse gemaakt: hoe verhouden de geodetische deelgebieden die iemand heeft bestreken in zijn diverse banen, zich tot zijn afstudeeronderzoek. Ook om een andere reden is deze analyse interessant. Eén van de uit gangspunten van de opleiding is dat geodeten breed in het vakgebied inzetbaar moeten zijn. Op basis van deze gegevens kan worden nagegaan of dit in de praktijk ook daadwerkelijk 1 2 CD •Q a 3 ï<3 5 s> Deelgebied eerste baan 1 2 3 4 5 6 7 1Vormbepaling van de aarde (o.a. zwaartekracht). 2: Geometrische infrastructuur (RD-net, NAP). 3: Plaatsbepaling (navigatie). 4: Technische metingen (uitzetwerk, deformatiemeting). 5: Kaartvervaardiging en bijhouding (met fotogrammetrie en land meetkunde). 6: Opzet en beheer van informatiesystemen: de technische kant (GIS/LIS). 7: Organisatie, bijhouding en verstrekken van vastgoedinformatie: de bestuurlijke kant. 8: Inrichting van landelijke of stedelijke gebieden (herverkaveling, grondbeleid) en waardebepaling van onroerend goed. 9: Buiten het vakgebied. In de onderzochte periode van vijfen dertig jaar is een toename van het aantal afstudeerders per jaar te constateren. In de laatste tien jaar is 43% van het totale aantal afstudeerders afgeleverd. Vooral eind jaren tachtig zijn, door invoering van de tweefasen-structuur in 1982, verhoudingsgewijs veel geodeten op de arbeidsmarkt terechtgekomen. Opval lend is dat het karakter van het afstu deeronderzoek (en daarmee van het af- studeerprofiel) is veranderd. Een verge lijking van de periode 1960 - 1970 met 1985 - 1995 laat zien dat kaartvervaar diging en bijhouding, technische me tingen en inrichting van landelijke en stedelijke gebieden relatief sterk zijn af genomen. Voor een deel zijn daar „nieuwe" deelgebieden (zowel techni sche als bestuurlijke aspecten van in formatiesystemen) voor teruggekomen. Opmerkelijk is ook de relatieve groei van het aantal afstudeerders in het deel gebied „vormbepaling van de aarde" Fig. 6. (met name geoïdebepaling). Relatie tussen deelgebied eerste De vraag kan worden gesteld in hoe- onderwerp.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 27