De terugkeer van de ware waarde
COMMENTAAR
Een commentaar bij „Kwaliteit in perspectief" NGT Geodesia 1995 no. 3
Commentaar
NGT GEODESIA
Een gesprek op 16 februari 1995 met
de eerste auteur van „Kwaliteit in per
spectief' heeft me een voorsprong ge
geven bij het lezen en verwerken van
het artikel en de stukken waar het op
gebaseerd is, zodat ik nu al snel met een
commentaar kan komen op deze theo
retisch en praktisch belangrijke publi-
katies. Het is een goede zaak dat er nu
duidelijk naar wordt gestreefd inhoude
lijke en kwaliteitsaspecten zowel voor
geometrie als thematiek in een gemeen
schappelijk theoretisch kader te plaat
sen. De kwaliteitskenmerken maken nu
integraal onderdeel uit van de gege-
vensspecificatie. Er is ook onderzocht
wat de behoeften in de praktijk zijn,
overigens zonder dat is nagegaan hoe
alle gegevens nu precies worden ge
bruikt. Welke activiteiten moeten we
ons voorstellen bij de term „gebruiken"
in de zin „Er is een verschil gecon
stateerd in kwaliteitsbehoefte tussen de
gebruikers die de geleverde gegevens
verzameling enkel gebruiken, en de ge
bruikers die aan de geleverde gegevens
weer eigen gegevens toevoegen"? Maar
ik wil mijn vraagtekens nu beperken tot
het nieuwe begrip nominale grondslag.
Het staat centraal in het hele theoreti
sche raamwerk, is op Europees niveau
geïntroduceerd, maar levert kennelijk
voor de praktijk wat problemen op:
„Het beschreven concept wordt
wel als theoretisch en abstract ervaren.
Dit komt enerzijds doordat beschrijvin
gen in het concept nog niet volledig
zijn uitgewerkt en anderzijds het
idee van een imaginaire gegevensverza
meling kunstmatig overkomt. Er wordt
hierbij wel geconstateerd dat in de hele
redenering van het concept de in
troductie van de nominale grondslag
sluitend en nuttig is". (RAVl-rapport
95-1, p. 11). Met het laatste ben ik het
niet eens op filosofische, dus prakti
sche, gronden.
De geodesie is een empirische weten
schap, weinig speculatief, met beide
benen op de grond, en geodeten zijn
daardoor in het algemeen wat huiverig
voor zoiets als „imaginaire gegevensver
zamelingen"", dingen die er niet en
toch wel zijn. Deze huiver is onder
andere terug te vinden in de paragraaf
ir. R. van der
Schans, Land
bouwuniversiteit
Wageningen,
Vakgroep
Landmeetkunde.
„De ideale imaginaire gegevensverzameling" van het
RAVI-rapport 95-1, p. 12. Er ontstaan problemen bij de
idealisatie, een begrip waar geodeten wat meer mee ver
trouwd zijn, en ook het kwaliteitsaspect volledigheid valt
moeilijk te plaatsen. Je kunt je afvragen:
is de nominale grondslag wel zo imaginair als wordt be
weerd?
is het begrip nominale grondslag wel juist gedefinieerd?
is het begrip nominale grondslag wel nodig?
Om op deze vragen een antwoord te kunnen geven, is een
nadere analyse nodig. Volgens fig. 3 in het artikel wordt de
nominale grondslag verkregen door het, volgens bepaalde in-
houdsspecificaties, modelleren van de werkelijkheid. Je kunt
dit, door de onbepaaldheid van de begrippen „modelleren"
en „werkelijkheid", op twee zeer verschillende manieren
interpreteren.
De eerste is, dat je thuis achter je bureau bedenkt op welke
manier je willekeurige objecten in de wereld volgens be
paalde criteria zou kunnen definiëren. Er ontstaan dan ge
gevensstructuren met bijhorende specificaties maar nog geen
gevulde bestanden, alleen lege vakjes. Je weet dan nog niet
wat in concreto de objecten zijn, en hoeveel er van zijn.
We gaan daarom naar buiten om de tweede meer praktische
interpretatie te kunnen uitvoeren. We bakenen een gebied
af, markeren binnen dat gebied met een gele streep alle ob
jecten die aan de inhoudsspecificaties voldoen (een waar
nemingsproces!), idealiseren (modelleren?) de objecten even
tueel met scherpgepunte piketten (een waarnemingsproces!)
en, o wonder, daar ligt de, nee: een, nominale grondslag,
klaar om volgens inivinningsspecificaties te worden beschre
ven in een gegevensverzameling.
Functie nominale In het eerste geval is modelleren een activiteit die een kamer-
grondslagbij geleerde binnen beoefent, puur denkbeeldig, op de werke-
geo-informatie. lijkheid in het algemeen, in het tweede geval is het een activi-
inhouds-
specificaties
mwinmngs-
specificaties
(incl.
kwaliteitseisen)
werkelijkheid
modelleren
nominale grondslag
gegevensinwmnmg
gegevensverzamel i ng
„SOLL"
toetsing
„1ST"
259