Topologie en unieke objectidentificatie
Enige aspecten bij het uitwisselen van
ruimtelijke gegevens
Topologische inconsistenties
NGT GEODESLA
1995-5
gis/lis, data structures, theory
gis/lis, gegevensstructuren, theorie
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Bij uitwisseling van digitale kartografische gegevens is een
aantal onderwerpen aan de orde:
gaat het om raster- of vectorgegevens;
gaat het om 2D- of 3D-gegevens;
welk referentiestelsel is gebruikt;
wie is de leverancier van de gegevens;
om welk gebied gaat het;
hoe volledig zijn de gegevens; is er sprake van mutatie
bestanden;
welke inwinningsmethoden zijn toegepast;
welke attributieve gegevens zijn gekoppeld aan geo
metrische gegevens;
is er sprake van een topologische structuur.
Afhankelijk van de applicatie zullen,
mede op grond van bovenstaande on
derwerpen, afspraken worden gemaakt
tussen leverancier en afnemer van de
gegevens over het te hanteren uitwisse
lingsformaat, bijvoorbeeld SUF2 [1],
NEN1878 [2], DIGEST [3], GDF [4],
Vanzelfsprekend zullen beide partijen
dit formaat moeten hanteren binnen
hun applicaties. Daarnaast zullen af
spraken worden gemaakt over inhoud
en kwaliteit van de uit te wisselen ge
gevens. In dit artikel wil ik aandacht
vragen voor enige aspecten met betrek
king tot topologie die bij uitwisseling
aan de orde zijn en wel vanuit een prak
tische invalshoek:
inconsistenties in de topologie;
mogelijke introductie van unieke ob
jectidentificaties voor lijnen, grenzen,
teksten en symbolen om het inlezen
van mutatiebestanden [3] bij ontvan
gende partijen te vereenvoudigen;
mogelijkheden voor het expliciet uit
wisselen van topologische verwij
zingsrelaties;
enige topologische aspecten met be
trekking tot de objectgerichte GBKN
[6].
ir. C. H.
Lemmen,
werkzaam bij de
concernstaf van
bet Kadaster te
Apeldoorn.
Topologische relaties zijn relaties tussen afbeeldingen van
ruimtelijke objecten (of: geometrische primitieven) als punt,
lijn en vlak met de eigenschap dat ze intact blijven onder
transformaties als translatie, rotatie en schaal. Mogelijke
topologische relaties tussen ruimtelijke objecten zijn: „raakt",
„ligt in", „kruist", „overlapt" en „ligt buiten". In [7] wordt
een overzicht gegeven van mogelijke situaties die zich kunnen
voordoen (fig. 1). Om de topologische relaties expliciet te
maken, dienen topologische verwijzingsrelaties tussen de
ruimtelijke objecten te worden opgenomen (bijvoorbeeld
verwijzingen tussen lijnen die een vlak samenstellen).
Binnen het Kadaster wordt een „praktijkoverzicht" gehan
teerd van mogelijke topologische inconsistenties die kunnen
optreden (fig. 2). Hierbij is uitgegaan van uitwisseling van de
digitale Kadastrale Kaart in SUF2. De kadastrale grenzen
omsluiten percelen (vlakken) die een territorium volledig
bedekken en die elkaar niet kunnen overlappen. Er is dus
sprake van „planaire topologie"; overlappingen worden uit
gesloten. In het „praktijk-overzicht" zijn ook enige extreme
situaties afgebeeld, zoals een lijn die zichzelf volledig overlapt
en een lijnstring met wijze van interpolatie „cirkelboog" die
in feite een rechte is. Of dit nu wel of niet is toegelaten, hangt
dus af van gemaakte afspraken.
Of een inconsistentie als zodanig kan worden gekenmerkt, is
afhankelijk van de eisen die vanuit de gegevensstructuur van
een GIS-applicatie worden gesteld. Dat wil zeggen: wat voor
de ene applicatie correct is, hoeft dat niet te zijn in de andere.
Voorbeelden:
kruisende lijnen zijn niet toegestaan bij afbeeldingen van
kadastrale percelen. Bij uitwisseling van digitale topografi
sche informatie is het denkbaar dat dit wel is toegestaan
(bijvoorbeeld een weg die een rivier kruist);
„losse poten" en „losse lijnen" zijn niet toegestaan bij af
beeldingen van kadastrale percelen. Bij uitwisseling van
GBKN-informatie is het denkbaar dat dit wel kan. Ove
rigens is de vraag of dit type lijnen dan „los" van de
„vlakinformatie" zou moeten worden aangeleverd, en los
van opdelingsobjecten en inrichtingselementen volgens
NEN3610 [8],
231