A CARDIB Wetgeving VLAANDEREN WALLONIË Regionalisatie van België NGT GEODESIA Al met al blijft het een onbevredigende situatie dat het Belgische Kadaster niet participeert in CARDIB. '995-6 De coöperatieve vennootschap CARDIB werd in december 1990 opgericht met als maatschappelijke doelstelling het aanmaken en beheren van een grootschalig digitaal kaart- bestand van het Vlaamse grondgebied. Uitgangspunt is een fotovlucht op schaal 1 4000 met een beperkte terrestrische naverkenning. De inhoud van de kaart bestaat uit de planimetrie van de wegen en de aanpalende percelen. Voor de grafische voorstelling wordt uitgegaan van het nieuwe lastenboek. Tijdens het onderzoek ten behoeve van GIS-Vlaanderen bleek het voornemen te bestaan bij producenten en gebrui kers van grootschalig kaartmateriaal om toe te treden tot CARDIB. Zo werden besprekingen gevoerd met Intermixt- Electrabel en met Belgacom. Omdat hierdoor een sterke kapitaalkrachtige organisatie zou ontstaan, die een belangrijk deel van de digitale grootschalige kaarten van Vlaanderen zou kunnen vervaardigen, heeft het onderzoeksteam van GIS-Vlaanderen niet willen ingrijpen in dit proces. Inmid dels is Electrabel lid geworden, maar belangrijke mogelijke partners zoals Belgacom en het Kadaster zijn niet toege treden. Ik vermoed dat daaraan de volgende overwegingen ten grondslag liggen: belangrijke organisaties, zoals het Kadaster, Belgacom, het Nationaal Geografisch Instituut, zijn Belgische instel lingen die niet streven naar een specifiek Vlaamse aanpak; de monopoliepositie van Eurosense, dat in het kader van CARDIB de kaarten produceerde, is weliswaar tot de helft teruggebracht, maar blijft tot eind november 1997 een rol spelen. Inmiddels wordt door CARDIB wel samengewerkt met Belgacom, hetgeen blijkt uit de inmiddels negen grote karteringsprojecten die zijn gestart. Hierbij wordt uitgegaan van de specificaties in het nieuwe lastenboek. Al met al blijft het een onbevredigende situatie dat het Belgische Kadaster niet participeert in CARDIB. In de meeste Europese landen is in dit verband meestal een belangrijke rol weggelegd voor het Kadaster. Dit betekent dat in Vlaanderen een zwaar accent wordt gegeven aan de karteringen van het publiek domein, met name de wegen, terwijl de kartering van het privé-domein te weinig aandacht krijgt. In België en in het bijzonder in Vlaanderen heeft een aantal organisaties wettelijke bevoegdheden voor het uitvoeren van taken op het gebied van de registratie van grootschalige topo grafie. Dit zijn het Nationaal Geografisch Instituut, de Vlaamse Executieve en de Vlaamse Landmaatschappij. De taken van het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) zijn vastgelegd in de Wet van 8 juni 1976 en gewijzigd bij KB in 1983. In deze wet is uitdrukkelijk vastgesteld dat het Nationaal Geografisch Instituut verantwoordelijk is voor de informatieverstrekking van de topografie. In een ander Koninklijk Besluit wordt geregeld dat het NGI verantwoor delijk is voor de bepaling van de coördinaten van de punten van het Nationaal Geodetisch Referentienet en dat het zich van de kwaliteit van de gecentraliseerde gegevens moet ver gewissen. Het Nationaal Geografisch Instituut geeft de kaart 1:10 000 uit als grootste kaartschaal. Deze zal in de toe komst worden vergroot tot 1 5000. Incidenteel heeft het NGI wel grootschalige kaarten geleverd voor specifieke projecten, maar zal dit ook in de toekomst niet planmatig doen. pen, Leuven en Gent. In Vlaanderen bestaan drie intergemeentelijke auto matiseringscentra die de Vlaamse ge meenten adviseren bij het oplossen van automatiseringsvraagstukken, inclusief geografische informatiesystemen en grootschalige karteringen. Deze centra zijn zuivere intercommunale verenigin gen: CEVI (Intercommunaal Centrum voor Informatica), bestrijkt het ge bied van Oost- en West-Vlaanderen; CIPAL (Centrum voor Informatica Provincies Antwerpen en Limburg); VLABRIC (Vlaams-Brabants Infor matica Centrum). Voor het totale gebied van de geogra fische informatiesystemen hebben deze centra een eigen visie ontwikkeld, zoals GISAL, het Geografisch Informatie Systeem voor Antwerpen en Limburg, opgesteld door CIPAL. Voor wat be treft de grootschalige karteringen wordt samengewerkt in CARDIB, zoals het project van Interelectra, waarbij het gaat om het digitaal karteren van 230 000 ha in vier jaar. plantsoendienst; gemeentelijk grondbedrijf; gemeentelijk kadaster; patrimoniale boekhouding; dienst leefmilieu; statistiek en onderzoek. Behalve de diensten en afdelingen die zich rechtstreeks met vastgoed bezig houden, is er ook een aantal diensten dat geïnteresseerd is in grootschalige kaarten, zoals brandweer, politie, ge meentelijke geneeskundige dienst. In verschillende Vlaamse steden zijn initiatieven genomen om een digitale kaart te produceren, zoals in Antwer pen, Leuven en Gent. In Vlaanderen bestaan drie intergemeentelijke auto matiseringscentra die de Vlaamse ge meenten adviseren bij het oplossen van automatiseringsvraagstukken, inclusief geografische informatiesystemen en grootschalige karteringen. Deze centra zijn zuivere intercommunale verenigin gen: CEVI (Intercommunaal Centrum voor Informatica), bestrijkt het ge bied van Oost- en West-Vlaanderen; CIPAL (Centrum voor Informatica Provincies Antwerpen en Limburg); VLABRIC (Vlaams-Brabants Infor matica Centrum). Voor het totale gebied van de geogra fische informatiesystemen hebben deze centra een eigen visie ontwikkeld, zoals GISAL, het Geografisch Informatie Systeem voor Antwerpen en Limburg, opgesteld door CIPAL. Voor wat be treft de grootschalige karteringen wordt samengewerkt in CARDIB, zoals het project van Interelectra, waarbij het gaat om het digitaal karteren van 230 000 ha in vier jaar. 293

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 13