Meting hardstalen voet Baaknr: /Tv y/ 1995-6 NGT GEODESIA Voorbeeld van een kalibratierapport TU-DELFT FACULTEIT DER GEODESIE Thijsseweg 11 ,2629 JA tel. 015-782573 Kalibratierapport precisiebaak Administratie: Filenaam kalibratierapport:169K1.RAP heenmeting:169H1.U)G terugmetingil69H2.LOG gemiddelde Datum05/09/94 OpdrachtgeverJ UitvoerdersPT Baak-merk -typeCM-VERDELING -registratie :4086/TU0044 -lengte -materiaal huis:AUJ -materiaal streepdragerINVAR -gemeten streepafstand (mm):10 -bijbehorend schaalinterval:10 -Links/Rechts/Enkelvoudige schaal:R -laagste gemeten schaalstreep:100 -hoogste gemeten schaalstreep:2350 Heetvijze: -Horizontale longitudinale comparatoropstelling,waarbij de baak spanningsvrij wordt opgelegd op de meetwagen; -Dynamische detectie van randen van baakstrepen m.b.v. een laser en fotodiode. Referentie: -Heidenhain-lineaal LS 107,lengte 3 m incrementele encoder,scheidend vermogen 0.5 micrometer; -Regelmatige vergelijking met referentie-invarbaak 3m (semi-standaard) -Ijking gehele meetsysteem met Laser-interferometer. Onzekerheid: 0.003 i RESULTAAT METING: 0.002 mm/m (1 sigma). Re.18.8 18.7 f 18.8 18.7 relluchtvochtigheid begin:58.4 einde:57.4 Dit kalibratierapport wordt verstrekt onder het voorbehoud dat generlei aansprakelijkheid wordt aanvaard en dat aanvrager vrijwaring geeft voor elke aansprakelijkheid jegens derden. CORRECTIEGRAFIEK: 169.dl Delft, Fig.2. De oorspronkelijke streepsensor. Het referentievtak staat loodrecht op de belde zijkanten van het baakhuls. OPMERKINGEN: -De afwijkingen zijn bepaald t.o.v. het midden van de baakvoet in 0.01 mm (sigma«0.01 mm) volgens bovenstaand patroon tot •0.5 cm van de rand .NULPUNTSCORRECTIE:^^£33_MM (SIGMA-0.01 MM) Deze correctie geldt voor het punt op de baakvoet in het verlengde van de invarstrip. -Een eventueel aanwezig doosniveau is niet gecontroleerd. f 20 mm. masker f 20 mm. f 20 mm deelspiegel Bl-cell- fotodiode invarstrip 'steek van de lichtbalkjes Fig. 3. Symmetriedetectie. In positie 3 ligt het baakstreepje symmetrisch ten opzichte van de twee lichtbalkjes. De referentieliniaal wordt in die positie uitgelezen. hierbij is dat onder andere geleidings- fouten (fouten ten gevolge van scheef- loop van de meetwagen op de rail) op een andere positie tot uiting komen. Dit leidde tot een slechtere precisie van ongeveer 5 micron (bij middeling van twee metingen). Overigens was deze precisie nog net acceptabel. Automatische symmetrie detectie In januari 1992 was het zover. Er wer den vier baken aangeboden om te wor den gekalibreerd. Het leek zo vlek keloos te verlopen. De eerste correctie grafieken gaven aan dat kalibreren van waterpasbaken toch wel zeer wenselijk is. Sprongen (zaagtanden) van 50 mi cron waren geen uitzondering (fig. 4). De herhalingsprecisie was goed 1 mi cron), dus alles leek goed te gaan. Ech ter bij enkele baken haperde de elektro- nika om onduidelijke redenen. Deze strepen konden we alsnog meten door gebruik te maken van een eenvoudige microscoop (na de nodige mechanische positie 1 nadering baakstreep signaal geblokkeerd positie 2 een balkje bedekt blokkade opgeheven positie 3 symmetrie stand trigger8ignaal I vaste positie t t lichtbalkjes 298

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 18