Is er nog geodetisch onderzoek na het NGP? Een oproep tot samenwerken Wetenschappelijke status De aarde als natuurlijk object NGT GEODESIA ■995-6 research, opinion onderzoek, opinie KEYWORDS TREFWOORDEN De organisatoren van deze studiedag vroegen me om vanuit het onderzoek commentaar te leveren op het rapport „Wat is Waar" van de subcommissie „Nationaal Geodetisch Plan van de Nederlandse Commissie voor Geodesie. De subcommissie heeft met dit rapport een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan de discussie hoe het verder moet met de geodesie in Nederland. Ik heb het met grote belangstelling gelezen, vooral omdat het een document is dat een goede momentopname geeft van geodetisch Nederland en omdat het duidelijke trends naar de nabije toekomst schetst. Zo'n document kan nooit volledig zijn, er zijn dan ook ten aanzien van het onder zoek nog wel wat aanvullende opmerkingen te maken. Het rapport zet de geodesie vooral neer als discipline die informatie levert aan anderen voor het uitvoeren van ver schillende taken. Daarbij worden drie hoofdaandachtsvelden geformuleerd de informatie wordt gebruikt voor: A. beschrijven, bestuderen en analyse ren van de aarde als natuurlijk ob ject; B. inrichten en beheren van delen van het aard- en zee-oppervlak met wat daar vlak boven en onder zit; C. plaatsbepaling en navigatie. In dit taakveld worden geodeten onder verdeeld in twee hoofdgroepen, al naar gelang de aard van de betrokkenheid bij de informatieverstrekking: I. de geometrist is vooral gericht op de uitvoering van meetprocessen die metrische informatie leveren; II. de geo-informaticus (de term geo-in- formanten doet me wat louche aan) houdt zich vooral bezig met de in- formatica-aspecten van ruimtelijke informatievoorziening, met de ma- nagementaspecten en eventueel ook de inhoudelijke aspecten van deze informatie. prof. dr. ir. M. Molenaar, Landbouw universiteit Wageningen. Lezing gehouden tijdens de studiedag „Nationaal Geodetisch Plan" op 10 maart 1995 te Ede. Het rapport legt sterk de nadruk op de taak van de geodeet als leverancier van ruimtelijke informatie; de inhoudelijke bemoeienis met toepassingsgebieden van die informatie raakt daarbij op de achtergrond. Het is niet duidelijk of dit een bewuste keuze is, in ieder geval is het een breuk met het verleden. Tot op heden hield de geodeet zich nadrukkelijk bezig met een bepaald toepassingsgebied, namelijk de plano- logisch-juridische geodesie. Het niet meer meenemen van dit veld verduidelijkt het profiel van de geodeet, maar het is wel de vraag of de geodeet de geformuleerde taken goed kan uit voeren zonder inhoudelijke kennis van tenminste een paar belangrijke toepassingsvelden van geodetische produkten. De in het rapport genoemde aandachtsvelden lijken redelijk goed gekozen en worden hier dan ook als uitgangspunt genomen voor verdere beschouwingen over het geodetisch onderzoek. Daarbij zal ik op sommige plaatsen ook de be grippen „fundamenteel, strategisch en toegepast" zoals in het rapport gedefinieerd, hanteren ter karakterisering van de aard van het onderzoek. De keuze voor de benadering van het rapport betekent ook dat de geodeet centraal staat in de volgende beschouwingen als ruimtelijke informatie leverancier, dat wil zeggen in de vorm van geometrist en/of geo-informaticus. De aarde als natuurlijk object Iaat verschillende weten schappelijke benaderingen toe. Voor de rol van de geodesie is het goed om een onderscheid te maken tussen de aardweten- schappelijke invalshoek en de fysisch-geografische. De eerste invalshoek omvat disciplines zoals de geofysica en de geolo gie die zich onder andere bezighouden met massaverdelingen binnen de aarde en de dynamiek van deze massa's. Daarnaast valt ook de oceanografie hieronder, waarbij de rol van de geodesie zich dan richt op de verdeling en beweging van watermassa's. Binnen dit aandachtsveld heeft de geodesie zich traditioneel kunnen profileren als (aard)wetenschappe- lijke discipline. De geodeet komt hier vooral als geometrist tot zijn recht, de geleverde metrische informatie wordt door beoefenaren van andere aardwetenschappen geïnterpreteerd om beter inzicht te krijgen in het object aarde. In dit verband 309

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 29