1995-6
NGT GEODESIA
het object. BGB is gegevensgeoriën-
teerd en niet pakketgericht. Daardoor
is de koppeling tussen verschillende ap
plicaties van verschillende leveranciers
en de geometrie te realiseren en hebben
gemeenten de vrijheid om applicaties
van verschillende aanbieders te gaan ge
bruiken. Tot op heden werd gekozen
voor één vastgoedconcept en daarmee
tevens voor één leverancier. Met BGB
is dat niet meer nodig.
Inlichtingen: E. Schuchart, telefoon
020 - 5033000.
Hypotheekinformatie Kadaster
geautomatiseerd
»<-m~ Op 9 mei 1995 nam notaris
A mr. J. T. Anema, voorzitter
van de Gebruikersraad van
het Kadaster, het geautomatiseerde sys
teem Hypotheken van het Kadaster
in gebruik. De handeling vond plaats
in het hoofdkantoor van Rabobank
Nederland in Utrecht.
Het systeem maakt het mogelijk om ge
gevens uit de hypothecaire registratie
langs digitale weg op te vragen en direct
op het beeldscherm van de eigen pc in
te zien. Makelaars, notarissen, deur
waarders, financiële instellingen en tal
van andere organisaties kunnen zo in
één oogopslag vaststellen of er op een
kadastraal perceel hypotheken of be
slagen berusten. Ook kunnen zij recht
streeks op hun scherm de belangrijkste
gegevens inzien uit hypotheken die zijn
ingeschreven na 1 januari 1995. Het
gaat hierbij om gegevens als het bedrag
van de hypotheek, de naam van de
hypotheekhouder, de naam van de
schuldenaar, de rentevoet en het onder
pand. Gegevens uit hypotheken die
vóór 1 januari 1995 zijn ingeschreven,
kunnen niet rechtstreeks via het scherm
worden geraadpleegd, maar informatie
hierover kan wel langs digitale weg
worden aangevraagd. Deze informatie
wordt dan binnen 24 uur verstrekt.
European Geodetic Surveyor
op komst
Op 19 en 20 mei 1995 kwam het Co
mité de Liaison de Géomètres-experts
Europeens (CLGE) bijeen in Bregenz
(Oostenrijk). Tijdens de Bregenz-bij-
eenkomst heeft het CLGE het Concept
Profile Report bediscussieerd met daar
in de definitie van de European Geode
tic Surveyor en de procedure hoe men
deze Europese titel kan verwerven. Het
Concept Profile Report heeft als basis
het Allan-Report 1995. Dit rapport
geeft een gedetailleerde en actuele be
schrijving van de geodetische opleidin
gen in de EU- en EFTA-landen van
langer dan drie jaar (Bac+3). Voor
Nederland gaat het hier om de TU, Fa
culteit der Geodesie en de Hogescholen
Geodesie/Geoinformatica en Hydro
grafie. Vanuit de EU-wetgeving gezien
zijn deze gelijkwaardig. Tevens bevat
het Allan-Report 1995 een beschrijving
van de door voornoemde geodeten uit
gevoerde werkzaamheden in deze lan
den. Saillant is dat de geodetische oplei
dingen en de door geodeten uitgeoefen
de werkzaamheden in verreweg de
meeste landen breed zijn, en mathema
tische plus juridische en economische
aspecten bevatten. De vertegenwoordi
gers in het CLGE vinden dit unaniem
uiterst belangrijk voor de maatschappe
lijke positie van de geodeet! Het Allan-
Report 1995 wordt op 1 juli 1995 aan
geboden aan de Europese Commissie.
Voor een aantal EU- en EFTA-landen
gelden niet alleen opleidingseisen, maar
ook werkervaringseisen om als profes
sional te worden geaccepteerd.
Het Concept Profile Report stelt onder
andere het volgende voor:
in elk EU- en EFTA-land worden
„National Survey Liaison Groups"
(NSLIG's) opgericht, met represen
tanten uit bedrijfsleven, overheid en
onderwijswereld;
de NSLIG's selecteren elk een ander
land en beginnen bilaterale onder
handelingen over de wederzijdse ac
ceptatie van eikaars professionele
kwalificaties. Hiermee wordt door
gegaan tot alle landen elkaar hebben
geaccepteerd;
de NSLIG's rapporteren hierover aan
het CLGE die een stimulerende en
eenheidsbevorderende rol bij de on
derhandelingen speelt;
er wordt een commissie met leden uit
de verschillende landen opgericht
met als taak een gemeenschappelijke
geodetische opleiding en studieperio
de voor de European Geodetic Sur
veyor te definiëren;
het CLGE bepaalt na advies van de
NSLIG's de mate en duur van de ver
eiste praktische professionele ervaring
voordat men de titel kan verwerven;
het CLGE bepaalt na advies van de
NSLIG's de vereisten voor continue
professionele ontwikkeling om de
titel te behouden;
het CLGE spant zich ervoor in om
het voorgaande door de Europese
Commissie erkend te krijgen.
In het Concept Profile Report worden
kadastrale en andere aan per land ver
schillende wettelijke bepalingen onder
havige specialismen buiten beschou
wing gelaten. Hiervoor zijn aanvullen
de stages of examens vereist. In een aan
tal landen wordt reeds een aantal eisen,
aanvullend aan de opleiding, gesteld
om als professional te worden erkend.
Om als Nederlandse geodeet dezelfde
erkenning in het betreffende land te
kunnen krijgen, zal het noodzakelijk
zijn dat ook bij ons kwaliteitscriteria
voor professionals worden ontwikkeld.
In de komende maanden zal het Con
cept Profil Report worden bediscus
sieerd binnen het NGL en het CLGE-
Platform met als doel om namens de
Nederlandse geodetische gemeenschap
een eensluidende visie hierop te krijgen.
Wanneer ook u belangstelling voor het
Allan-report of het Concept Profile
Report heeft, kunt u dat verkrijgen bij
J. C. Anneveld, Fugro-Inpark BV,
Postbus 23297, 1100 DT Amsterdam,
telefoon 020-6510800.
Directeuren-generaal kadaster
organisaties uit geheel Europa
in Apeldoorn
Ai'diisur -J- yan mej rot 2 juni 1995
4 is in Apeldoorn een interna-
J- JL tionale workshop gehouden
met als thema „Hervorming van land-
registraties en kadasters in Midden- en
Oost-Europa". De workshop vond
plaats onder auspiciën van de Econo
mische Commissie voor Europa (ECE)
van de Verenigde Naties in Genève.
Deze workshop was een vervolg op een
reeks van vijf bijeenkomsten van Ka
dasterdeskundigen die in verschillende
landen hebben plaatsgevonden. Op
verzoek van de ECE was het Neder
landse Kadaster deze maal gastheer en
organisator.
Voor de workshop waren op persoon
lijke titel uitgenodigd de directeuren-
generaal van kadasterorganisatie uit ge
heel Europa en hun naaste adviseur.
Nagenoeg alle landen hebben gehoor
gegeven aan de uitnodiging.
In verband met de privatisering van
grondeigendom in de landen van Mid
den- en Oost-Europa is het van groot
belang dat in deze landen een goede
landregistratie plaatsvindt. Doel van de
workshop was daarom de kennis en er
varing van de West-Europese landen en
in het bijzonder van Nederland op het
gebied van landregistratie over te bren
gen op de verantwoordelijke lunctiona-
rissen in Midden- en Oost-Europa. Het
systeem voor landregistratie zoals dat in
Nederland bestaat wordt gezien als een