A
NGT GEODESIA
aanpassingen: het meten van hoogte
kettingen met GPS tijdens de paspunt-
bepaling, gebruik maken van een came
ra met 8,8 cm lens, het twee maal uit
voeren van de triangulatie/blokvereffe-
ning. Zowel fotogram metrische als ter-
restrische controle wezen uit dat het
produkt aan de eisen voldoet. Ten op
zichte van de terrestrische methode
wordt hiermee een kostenbesparing ge
realiseerd van 40 tot 50%.
De volgende spreker, dr. R. Allewijn,
hoofd van de advies- en onderzoeks
afdeling Remote Sensing en Fotogram-
metrie van de Meetkundige Dienst van
de Rijkswaterstaat, gaf als eerste een
lezing over het onderwerp ,,Het Natio
naal Geodetisch Plan Na een positio
nering van de geodesie ten opzichte van
de overige ruimtelijke wetenschappen
gaf hij aan waar de kracht van de geo
deet ligt: hij is mathematisch ingesteld
en kan goed meten. Een kans voor de
geodeet ligt op het gebied van verkeer
en vervoer: dynamische plaatsbepaling.
Bij de Meetkundige Dienst wordt van
geodeten gevraagd dat zij breed ingezet
kunnen worden. Niet alleen moet de
geodeet verstand hebben van techniek,
hij moet ook een brug kunnen slaan
naar de eindgebruiker. Als voorbeeld
ging de heer Allewijn in op integraal
kustbeheer: uit verschillende methoden
moet de geodeet een goede combinatie
kiezen, waarbij rekening wordt gehou
den met snelheid, betrouwbaarheid,
kosten en nauwkeurigheid.
Na de lunchpauze was het de beurt aan
mr. J. W. J. Besemer, voorzitter van de
Raad van Bestuur van het Kadaster. Hij
ving aan met een stukje geschiedenis
van het Kadaster: naast wettelijke taken
is er ruimte voor marktactiviteiten,
waarbij meestal een relatie met GIS-en
bestaat. Er heeft onlangs een financiële
sanering plaatsgevonden, waarbij ge
tracht wordt per produkt een kostprijs
te berekenen. Afname in personeel
heeft ook geleid tot een afname in het
aantal geodeten. Dat management en
geodesie niet in eikaars verlengde lig
gen, wordt pijnlijk geïllustreerd door de
geodetische achtergrond van slechts
twee provinciale Kadaster-directeuren.
IT-ontwikkelingen zullen onder andere
minder management en minder geo
deten tot gevolg hebben. Kansen voor
geodeten liggen wat de heer Besemer
betreft in het combineren van data en
inspelen op wensen van de klant.
De volgende spreker was ir. S. Stelling-
werff Beintema, als vertegenwoordiger
van het bedrijfsleven. Na het uiteenzet
ten van verschillen tussen overheid en
bedrijfsleven ging hij in op het feno
meen concurrentie. Hij beschouwde
concurrentie als positief en stelde dat
het bedrijfsleven ervan leefde. Van
werknemers wordt in meerdere opzich
ten een flexibeler instelling gevraagd.
Hij zal door zelfstudie (bijvoorbeeld het
halen van een rijbewijs) steeds moeten
zorgen dat hij inzetbaar is. Wat betreft
de opleiding geodesie stelde Stelling-
werff Beintema dat deze volledig zou
moeten worden aangepast, zodat wordt
ingespeeld op geo-informatica en geo
metrie. Het gebrek aan autoriteit, om
deze aanpassing af te dwingen, be
schouwde hij als een zwak punt.
Tijdens de forumdiscussie werden door
de toehoorders vragen gesteld en werd
ingegaan op de stellingen van de spre
kers. Opvallend was de eensgezindheid,
die als volgt kan worden samengevat:
de geodeet moet in eerste instantie
trachten zijn eigen problemen op te
lossen. De eerste verantwoordelijkheid
daarvoor wordt gelegd bij de faculteit.
De unieke combinatie geometrie/geo-
informatica/juridisch-administratief zou
moeten worden uitgebuit. Nieuwe pro-
dukten dienen te zijn afgestemd op' de
wensen van de klant. Met het geringe
aantal eerstejaars studenten is het dui
delijk dat een verandering noodzakelijk
is, wil de faculteit kunnen overleven.
Edwin Tofield
Precisieplaatsbepaling met
DGPS in Nederland
Kwaliteit, netwerken en toepassingen
Op vrijdag 17 maart 1995 vond in
Rotterdam een seminar plaats over
„Precisieplaatsbepaling met Dfifferen-
tal)GPS in Nederland". Het seminar
werd georganiseerd door de Stichting
NGL in samenwerking met het Neder
lands Instituut voor Navigatie (NIN)
en de Hydrographic Society Benelux
Branch (HSBB). De samenwerking
tussen deze drie organisaties was een
unieke gebeurtenis.
Als dagvoorzitter trad op prof. ir. J. A.
Spaans van het Koninklijk Instituut
voor de Marine. In het voorwoord be
nadrukte hij de eis van „interoperabili
ty" - het voldoen aan de eisen van de
verschillende gebruikersgroepen - van
GPS. Het seminar wordt om deze
reden dan ook door de drie organisaties
uit de drie belangrijkste toepassingsge
bieden georganiseerd. In de toekomst
'995-6
zal het GPS of een GNSS (Global
Navigation Satellite System) een be
langrijk onderdeel uitmaken van de na
vigatie of positioneringsinfrastructuur.
Naast het seminar was er een tentoon
stelling waar diverse leveranciers en ge
bruikers de „State of the art of DGPS"
konden tonen.
Na de aftrap van Spaans nam
prof. dr. ir. P. J. G. Teunissen, werk
zaam bij de Faculteit der Geodesie van
de TU Delft, het woord. Hij legde
in kort tijdsbestek het principe van
(D)GPS uit. Het kwam erop neer dat
GPS-positiebepaling kan worden ver
deeld in drie onderdelen: enkelpunts-
bepaling, relatieve GPS en GPS in net
werkverband. Elke methode heeft zijn
eigen meet- en rekentechniek(en) met
de daarbij behorende nauwkeurighe
den. De precisie van de enkelpuntsbe-
paling is niet nauwkeurig genoeg en zal
voor de geodetische, de nauwkeurige
navigatie en de hydrografische toepas
singen niet geschikt zijn. De relatieve
meetmethode (meten van basislijnen) is
wel nauwkeurig. Relatief wil zeggen dat
de positie wordt gemeten ten opzichte
van een bekend punt. Bij deze meetme
thode kan de verwerking van de meet
gegevens direct (bijvoorbeeld DGPS)
of achteraf plaatsvinden (fast static- of
static-methode). Het DGPS-systeem
wordt tot nu toe gebruikt in de naviga
tie en in de offshore. Via een radiozen
der worden de pseudo-range correctie
van het referentiestation naar de ge
bruikers gestuurd. Deze kunnen dan op
hun beurt nauwkeurig hun positie
1 m) ten opzichte van het referentie
station bepalen.
Een heel andere toepassing is het ge
bruik van GPS in netwerkverband.
Wereldwijd (of landelijk) worden GPS-
stations opgesteld, die continu naar de
satellieten meten. De diverse stations
sturen hun meetgegevens on line naar
een centrale computer, die de basislij
nen tussen de ontvangers kan bereke
nen. Door het grote aantal metingen
kan het resultaat ook worden gebruikt
voor andere doeleinden, zoals:
lokaliseren van aardverschuivingen;
meten van zeespiegelstijgingen;
verkrijgen van satelliet-baaninforma-
tie;
metingen aan de ionosfeer.
Het stelt ons in staat metingen uit te
voeren ter realisatie van het wereldwijde
terrestrische coördinaatstelsel (ITRF of
UERF).
De recente GPS-RTK toepassing waar
in plaats van de pseudo-range correcties
de correcties van de fasemetingen op
323_