A De plaats van de geodesie Conclusies en aanbevelingen 1995-6 NGT GEODESIA bij valt nog het volgende op te merken. Voor zover kaarten en registers in meerdere handelingssituaties zijn genoemd, betreft het verschillende versies: eerst een conceptversie die ter inzage wordt gelegd, vervolgens een tijdens een bezwaren- behandeling (of bij het kavelindelingsplan ook ten gevolge van mutaties) aangepaste en vastgestelde versie. In feite gaat het hier om verschillende modaliteiten van de betreffende informatie. Het schema als zodanig geeft vooral een beeld van de uit drukkingsvorm van de informatie, die in elke fase aan de informatiebasis wordt toegevoegd, met name waar het kaar ten en registers betreft met een vastleggings- en bewerkings functie; de inhoud van de informatie komt via de namen van de kaarten en registers slechts globaal tot uitdrukking. De informatiebehoefte in een bepaalde fase is globaal af te leiden uit het schema door er van uit te gaan dat de inhoud uit de voorafgaande fasen beschikbaar moet zijn (hetgeen echter niet altijd geldt); kaarten en registers met een mede delingsfunctie uit de betreffende fase geven wel een aan duiding over de informatiebehoefte in de aan de orde zijnde fase. Een beter beeld van de informatiebehoefte moet te krijgen zijn door op basis van de daadwerkelijke handelings situatie een selectie uit de dan beschikbare inhoud te maken. Dit beeld zou richting kunnen/moeten geven aan de vorm waarin en de drager waarop de informatie in de toekomst wordt gepresenteerd. De dichter Rutger Kopland heeft ooit in het gedicht ,,De landmeter" de denkwereld van de geodeten onder het mes genomen (fig. 14). „Zijn utopie is de kaart, niet de wereld", en „hij is een gat in de vorm van een man in het landschap". We vermoeden dat deze analyse berust op scherpe waar neming, maar uit het voorgaande betoog zal hopelijk duide lijk zijn geworden dat we de denkwereld van de geodeten graag wat anders ingericht zouden zien. Geodeten moeten zich richten op de wereld en alles wat daarin leeft (en, het is niet anders, lijdt en sterft). Zij moeten hun positie kiezen op het kruispunt van de sturing, door en voor mensen, van de DE LANDMETER Het is niet alleen onverschilligheid, in zekere zin is het misschien zelfs wel liefde die hem dwingt, er is geen paradijs zonder rentmeester. Hij is gelukkig met het landschap, maar gelukkig met het zoeken, coördinaten wijzen hem zijn onzichtbare plek, zijn utopie is de kaart, niet de wereld. Hij wil weten waar hij is, maar zijn troost is te weten dat de plek waar hij is niet anders bestaat dan als zijn eigen formule, hij is een gat in de vorm van een man in het landschap. Met de grenzen die hij trekt, scherper en duidelijker, vervagen het gras en de bomen en alles wat daar leeft, lijdt en sterft. Het is heel helder om hem heen, alles is waargenomen. Fig. 14. Het gedicht ,,De landmetei van Rutger Kopland [29]. Een ongelukkige detikwereld. processen in de wereld, en de informa tieverzorging. Het probleemoplossings proces wordt gekenmerkt door creatie ve sprongen en intensief overleg met alle betrokkenen en is daardoor niet te automatiseren. Het informatieverzor gingsproces daarentegen is door de snelle ontwikkeling van de digitale techniek in hoge mate geautomatiseerd en komt daardoor steeds makkelijker in handen van de mensen die hoofdzake lijk werkzaam zijn in het probleem oplossingsproces. De geodesie moet nu haar positie bepalen ten opzichte van de processen waarin informatie wordt gebruikt en geproduceerd, omdat zij anders gegarandeerd in het, zelf ge graven, gat van Rutger Kopland valt. Gezien de historische ontwikkeling van het vakgebied is het opnieuw verkrijgen van verantwoordelijkheid voor het probleemoplossingsproces zeer onwaar schijnlijk. Die grens is niet meer te verleggen. Een positie waarin geodeten verantwoordelijkheid dragen voor de ruimtelijke informatieverzorging in brede zin, lijkt echter nog wel haal baar, mits de geodeten een grondig inzicht hebben in alle produktie- en gebruikswijzen van geo-informatie. Het is daarbij waarschijnlijk verstandig, niet meer zo sterk te denken in ter men van informatie als produktmaar eerder in termen van informatiever zorging als dienstverlening in andere processen. Enkele conclusies het blijkt mogelijk om de relaties tussen de informatieverzorging en de activiteiten van de gebruikers en pro ducenten van ruimtelijke informatie theoretisch te beschrijven; in andere vakgebieden, bijvoorbeeld de bouw, zijn goed gedocumenteerde beschrijvingen van deze relaties te vinden, die als voorbeeld kunnen dienen voor een nadere analyse van het geodetische werkveld; de taalkunde en semiotiek verschaf fen een goede basis voor verdere detaillering van het informatieverzor gingsproces en voor de analyse van informatiestructuren; in probleemoplossingsprocessen ont staat veel informatie niet door meting in terrein of kaart, maar als uitvloeisel van analyse-, ontwerp- en besluitvor mingsactiviteiten. Dit type informa tie wordt in het huidige geodetische onderzoek en onderwijs ernstig ver onachtzaamd; 288

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 8