Het typebestek GBKV van CARDIB CV
De toekomstige standaard voor grootschalige
kaartvervaardiging in Vlaanderen?
Administratieve bepalingen
NGT GEODESIA
1995-9
large scale base map, specifications, quality control
grootschalige basiskaart, specificaties, kwaliteitscontrole
KEYWORDS
TREFWOORDEN
CARDIB CV is, zoals onlangs in NGT Geodesia [1]
gepubliceerd, een samenwerkingsverband van alle op het
grondgebied van Vlaanderen actieve nutsbedrijven op
het gebied van de vervaardiging van de grootschalige
basiskaart. CARDIB heeft, naast de opdracht tot aanmaak
van de grootschalige basiskaart van Vlaanderen (GBKV),
tot doel deze kaart te bestendigen door kwaliteitsbewaking
en bijhouding. Van deze drie taken ligt de prioriteit bij
de aanmaak. De andere twee, kwaliteitscontrole en
bijhoudingsafspraken, staan op stapel. Het typebestek, het
onderwerp van dit artikel, is de kristallisatie van de wil om
tot een uniforme aanpak te komen voor de aanmaak van
nieuwe basiskaarten en tegelijk de partners vrijheid in het
gebruik ervan te bieden. Tevens is het een leidraad om
reeds bestaande en bruikbare basiskaarten zoveel mogelijk
„CARDIB-conform" te krijgen door omzetting naar de in
het typebestek geldende afspraken. CARDIB heeft een
copyright op dit typebestek, maar streeft een zo breed
mogelijke verspreiding na en staat iedereen toe de erin
gestelde afspraken over te nemen.
De samenwerking is ontstaan omdat in
België geen enkele overheidsinstantie
instaat voor grootschalig-kartografische
behoeften. Het Nationaal Geografisch
Instituut beperkt zich tot midden- en
kleinschalige kartografie; het Kadaster
bezit grootschalige kaarten, maar be
perkt zich tot het particulier eigendom,
streeft geen nauwkeurigheid na, kar
teert van de fysische topografie slechts
de gebouwen en het water en zit opge
sloten in een wettelijk keurslijf, waar
door samenwerking wordt bemoeilijkt.
In tegenstelling tot verschillende ons
omringende landen investeert de over
heid niet in grootschalige kartografie.
De nutswereld van zijn kant voelt met
de informatisering van de tekenzalen
steeds meer de behoefte aan digitale
basiskaarten, noodzakelijk om de con
versie van haar bestaande, analoge, lei-
dingenkaarten uit te voeren. Het geza-
J. Mortier,
hoofd van de
Dienst Digitale
Basiskaart en
Patrimonium,
Electrabel NV,
lid Technisch
Advies Comité
CARDIB CV.
menlijk initiatief is mede vanuit kosten-oogpunt een goede
zaak, aangezien iedereen baat heeft bij een gemeenschappe
lijke kaart. Het gezond verstand en de maatschappelijke visie
bij de verschillende partners heeft de specialisten van de ver
schillende nutsbedrijven, ook al zijn het potentiële of reële
concurrenten, rond de tafel kunnen brengen. Toch zal
verderop in de bespreking van dit typebestek blijken dat de
partners ten opzichte van elkaar een aantal vrijheden wensen
te behouden.
CARDIB doet een offertevraag op basis van dit typebestek
als er behoefte bestaat voor een gebied bij meerdere van haar
partners. Indien later nog een andere partner opdaagt voor
hetzelfde gebied, vindt verrekening plaats voor de eerste
partners via CARDIB. Het betreft dus een projectmatige
aanpak. Elke offerte-aanvraag geschiedt op basis van een bij
zonder bestek dat gebiedsgebonden details regelt en waarin
eventuele afwijkende opties kunnen worden gevraagd. De
kandidaat-aannemers zijn vrij te kiezen voor fotogramme-
trische kartering met naverkenning of voor terrestrische
kartering. Indien een partner niet-terrestrisch te karteren
zaken, zoals achtergevels, wenst, is de gebruikte methode een
element in de selectie. Nutsbedrijven kiezen praktisch nooit
voor niet-terrestrisch te karteren zaken, gemeenten vragen
dit als ze participeren meestal wel.
Aangezien in de eerste plaats wordt uitgegaan van de be
hoeften van de nutsbedrijven, die niet geïnteresseerd zijn in
een volledige bedekking maar in het openbaar gebied en het
aanliggend particulier gebied, wordt gevraagd een eenheids
prijs per meter in de as van de weg in te dienen. Uitgangs
punt is dat elke partner meebetaalt in de kosten voor het
gemeenschappelijke deel van de basiskaart: de nutsbedrijf-
kaart. Daarnaast zijn ook optionele objecten voorzien: deze
kunnen zowel door de nutsbedrijven als anderen, bijvoor
beeld de gemeenten, worden gevraagd. In het typebestek is
onderscheid gemaakt tussen optionele nutsbedrijf-objecten
en optionele gemeentelijke objecten. Zo is het mogelijk dat
een participerende gemeente vraagt of alle waterlopen, ook
als ze van de te karteren wegen verwijderd liggen, worden
meegekarteerd. De selectie van de aannemer gebeurt op basis
391