Kadastraal bijhoudingsproces
volledig digitaal
De laatste analoge schakelhet mutatiedocument
„Staat-75", is nu ook digitaal
Automatisering Staat-75
NGT GEODESIA
1995-9
Cadastre, quality control, applications
Kadaster, kwaliteitsbeheersing, praktijk
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Onlangs zijn binnen het interne werkproces bij het
Kadaster enkele aanpassingen doorgevoerd, die ervoor
zorgen dat het gecombineerd muteren van de kadastrale
basisregistratie (administratie èn kaart) in kwantitatieve
en kwalitatieve zin is verbeterd. Via de thans beschikbare
geautomatiseerde koppelingen tussen LKI en AKR (met
doorschakeling naar het systeem Hypotheken) zijn de
administratieve en kartografische activiteiten binnen het
kadastrale bijhoudingsproces beter op elkaar afgestemd.
Van volledige integratie van beide soorten werkzaamheden
is echter (nog) geen sprake. Wel heeft het Kadaster
opnieuw een forse stap gezet op weg naar een volledig
digitaal Kadaster. Dit artikel geeft in het kort weer op
welke wijze het mutatieproces is verbeterd en laat zien op
welke wijze gebruik is gemaakt van nieuwe mogelijkheden
op het gebied van informatietechnologie.
Het Kadaster heeft sinds het kort
stondige bezoek van Napoleon aan
Nederland in het begin van de vorige
eeuw de wettelijke taak om stukken
(akten) die wijzigingen betreffen inzake
de rechten op onroerend goed, in te
schrijven in de openbare registers. In
aanvulling daarop wordt een actuele
registratie bijgehouden met de essen
tialia van kadastrale percelen zoals alle
relevante object- en subjectgegevens
en zakelijke rechtsbeperkingen. Tevens
wordt van alle kadastrale percelen van
Nederland de actuele begrenzing geo
metrisch vastgelegd op kadastrale kaar
ten.
Sedert jaar en dag worden beide regis
traties, de administratieve en kartogra
fische, separaat bijgehouden. De ver
koop van gedeelten van percelen on
geveer een derde van het totaal aantal
transacties heeft naast administratieve
ook kartografische consequenties door
dat de perceelsstructuur wijzigt. De
verbindende schakel voor bijwerking
G. M. van Osch,
informatie
manager
bij de concernstaf
van het Kadaster
te Apeldoorn.
van AKR/Hypotheken (administratie) vanuit LKI (de kaart)
wordt - maar tegenwoordig spreken we liever over „werd" -
gevormd door de bij ingewijden bekende „Staat-75". Dit is
een papieren invoerdocument waarmee de resultaten van de
perceelswijzigingen, die ontstaan op de kadastrale kaart, ook
definitief in de geautomatiseerde administratie worden ge
muteerd. Deze activiteit geschiedde tot begin dit jaar hand
matig, was dus arbeidsintensief en onderhevig aan het maken
van fouten. Ofschoon het Kadaster een naam heeft op te
houden als een solide, betrouwbare organisatie die alles twee
maal controleert voor het eenmaal iets in de registratie wij
zigt, is een dergelijke werkwijze nooit een absolute garantie
geweest dat de administratie en de kaart altijd voor 100%
consistent waren. In de praktijk is deze marginale onzeker
heid echter nooit bezwaarlijk gebleken voor de rol die het
Kadaster speelt bij het handhaven van rechtszekerheid ten
aanzien van registergoederen.
Dat informatiesystemen als AKR/Hypotheken en LKI bij
het Kadaster in het verleden tamelijk geïsoleerd van elkaar
zijn ontwikkeld en geïmplementeerd, zal wellicht geen ver
wondering wekken als men weet dat het Kadaster altijd twee
sectoren, of beter gezegd misschien wel vakgebieden, heeft
gekend, te weten de administratief/juridische sector en de
landmeetkundig/kartografische. Tel daarbij op dat bij de
aanvang van automatisering binnen deze sectoren van bij
zonder grote en complexe projecten sprake was, dan is het
niet onlogisch dat in de jaren na het gereedkomen van deze
kadastersystemen de koppeling tussen beide nog steeds werd
gevormd door een analoge verbinding, de Staat-75.
Deze situatie kon natuurlijk niet eeuwig blijven duren. Van
daar dat het plan werd opgevat deze laatste analoge fase
in het kadastrale bijhoudingsproces te automatiseren. Het
systeemontwikkelingsproject dat volgde, was van een hoge
complexiteit omdat, naast het gelijktijdig rekening moeten
houden met de effecten binnen drie kadastersystemen,
tevens innovatieve IT-mogelijkheden (IT informatietech
nologie) binnen de technische infrastructuur moesten wor
den toegepast. Niet alleen het analoge invoerdocument
moest digitaal kunnen worden aangemaakt en verwerkt,
399