De groene vingers na zestig jaar De volgende zestig jaar 1995-9 NGT GEODESIA voorzien, evenals veel boerenerven. Van echte bossen was echter nog geen sprake. Rondom Veere werd de schijn van een groot boscomplex gerealiseerd door randen en over- hoeken van beplanting te voorzien. Vanuit de verte lijkt dat heel wat. Het heeft de naam „illusiebos" meegekregen. Ook op Schouwen-Duiveland, Tholen en Zuid-Beveland is onder dezelfde wet de verwoesting van de overstroming aan gepakt. Het wegen- en watergangenpatroon kreeg daar ech ter al veel meer de vorm van de latere verkavelingen, recht- toe-rechtaan, ter ontsluiting van grote vierkante landbouw- kavels. De natuurwaarden stonden niet echt op de voor grond. Slechts enkele overhoeken of zeer slechte kaveltjes werden beplant en hier en daar kwamen wat bomen langs de weg. Dat gaf al genoeg discussiestof bij de boeren. Bomen geven maar schaduw op het land en dat is slecht voor de gewassen. Langzaam maar zeker is de doelstelling van de ruilverkave ling veranderd. Moesten aanvankelijk de natuurbehartigers via inspraakronden en bezwarenprocedures waken voor al te erge vernietiging van natuurwaarden, momenteel worden harde natuurvoorwaarden in een landinrichtingsplan vast gelegd en de natuurbescherming krijgt een echte stem in de landinrichtingscommissies. Er worden zelfs ruilverkave lingen aangevraagd door die instanties, omdat men heeft ontdekt dat de ruilverkaveling een prachtig instrument is om via bosaanleg, het concentreren van vogelbroedgebieden en het verhogen van het waterpeil datgene te repareren, wat vroeger is stukgemaakt. Ook de recreatie spreekt hier en daar in een landinrichtingsplan een stevig woordje mee. Het geheel wordt onderbouwd door het Natuur Beleidsplan (NBP) waarin de hoofdstructuur van het beheer van de groene ruimte voor heel Nederland is aangegeven. Zo kan het dan gebeuren dat de natuurbeschermers die tot voor kort openlijk de vijanden waren van de landinrichters (of anders om), tegenwoordig juichend elke ruilverkaveling binnen halen. En dat betekent dan natuurlijk weer dat de boeren minder enthousiast kijken naar de groene plannen waarmee elk ruilverkavelingsplan is doorspekt. Toch blijft er voor de Nog even een aankaarten. De eenzame machinist. agrariër nog zoveel voordeel over aan een gemiddelde ruilverkaveling, dat er zelden één wordt afgestemd, al is het soms echt ,,met de hakken over de sloot". Zo wordt ook Walcheren voor de twee de keer verkaveld. De natuuraandacht is terug te vinden in de aanleg van 270 ha bos, waarmee ook getracht wordt de uitgedunde vogelstand meer op peil te brengen. Ruimte om bossen te planten, is er genoeg op Walcheren, vooral in het midden is het nog erg kaal. Helaas mogen daar geen bossen komen, omdat dat gebied voor weide vogels is bestemd. Waarmee is aan getoond dat ook in de vogelwereld de concurrentie heeft toegeslagen. Na zestig jaar verkavelen is het dus zeker nog niet klaar. Het verkavelen gaat immer door, al heeft het inmiddels een heel ander gezicht gekregen. Maar dat gezicht moet wel nog worden ver kocht aan de boer en aan Jan Publiek. Het beeld van de honderden krui wagens of dat van de allesverwoestende bulldozer is vervangen door dat van de eenzame dragline-machinist die met beheerst vakmanschap sloten graaft of grond verplaatst. Maar nog steeds heeft landinrichting de naam van de grote verwoester van natuurwaarden. Om dat beeld te veranderen, hebben de landinrichters zich door heel Neder land onder de benaming „60 jaar ver anderend platteland" gemanifesteerd en de aandacht gericht op de afgelopen zestig jaar. Het werkelijke doel was wel licht om te vertellen op welke wijze zij de komende zestig jaar denken her land te zullen (her)inrichten. Natuurlijk wij zen ze nadrukkelijk op de groene vin gers waarmee ze nu allemaal zijn uit gerust. 410

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 30