Traditionele werkwijze
Ontwikkelingen
1995-9
NGT GEODESIA
sificatie zichtbaar te maken. Dit leidde onder andere tot
een nieuwe waarde, de standaardafwijking van de berekende
oppervlakte
Bij het berekenen van exploitatiekosten wordt onder andere
gebruik gemaakt van een oppervlaktewaarde. Vaak wordt
deze waarde bepaald door het digitaliseren van analoge teke
ningen. Deze tekeningen bevatten topografische informatie
en een schets van de toekomstige indeling van de ruimte.
Door confrontatie van ontwerp en huidige situatie wordt af
geleid welke gronden (objecten) moeten worden aangekocht.
Het traditionele proces van oppervlaktebepaling kenmerkt
zich door:
topografische kaart 1:10 000; van de beschikbare analoge
polyester film wordt een papieren afdruk gemaakt. Ver
volgens wordt hierop het ontwerp getekend;
aankoopgrenzen; de grenzen van aan te kopen gronden
worden in het terrein bepaald en ingetekend op de onder
grond. In de praktijk streeft men ernaar om zoveel moge
lijk gehele percelen te verwerven. In de topografische kaart
wordt zoveel mogelijk gezocht naar herkenningspunten
(overeenstemming kaart en terrein). Waar de kaart niet in
overeenstemming is met de terreinsituatie of de inhoud
van de kaart ontoereikend is, worden op grond van geo
metrische regels zoals evenwijdigheid en haaksheid referen
tiepunten geconstrueerd;
digitaliseren; vervolgens worden aankoopgrenzen gedigi
taliseerd en wordt per object een oppervlakte bepaald.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een digitale planimeter.
Door de methode van digitaliseren wordt de grens tussen
twee objecten noodzakelijkerwijs tweemaal gedigitaliseerd;
controle; een eenvoudige controle door de som van opper
vlakten te vergelijken met de oppervlakte van het om
vattende object ontbreekt of levert onvoldoende bewijs op
de correctheid van de berekende waarde. Slechts meerdere
malen hetzelfde object digitaliseren levert een enigszins
betrouwbaar resultaat.
In het algemeen vormt deze werkwijze een prima basis voor
produktkenmerken
GBKN
Top10 vector
Precisie
15-30 [cm]
300 [cm]
Fotoschaal
1 3.000 - 1 8.000
1 18.000
Idealisatie
3-100 [cm]
3- 100 [cm]
Aantal objecttypen
£20
£60
Objecttype selectie
mogelijk
mogelijk
Actualiteit
1 - 5 jaar
3 - 5 jaar
Inhoud
wisselend
uniform
Tabel 1.
Produktkenmerken
van het GBKN- en
het ToplOvector-
bestand.
Grondontwikkeling
het bepalen van een grove indicatie van
de oppervlakte van een gebied of delen
ervan. Er kleeft echter ook een aantal
nadelen aan deze methode. Zo zullen
incidentele fouten, als gevolg van het
waarnemingsproces en het digitalise
ren, niet snel worden gevonden. Zelfs
blunders (grove fouten) zijn moeilijk
op te sporen [4, 9]. Omdat bij omvang
rijke uitbreidingsplannen de financiële
controle, gedurende de gehele looptijd
van het project, van toenemend belang
is, voldoet deze traditionele opzet steeds
minder goed. In overleg met de project
leider „Land over de Waal" is daarom
gekozen voor een andere methode.
Deze wordt hierna uiteengezet.
Uit onderzoek in [9] blijkt dat bij het
bepalen van de oppervlakte het aantal
punten, de verdeling van de punten
over de omtrek en de vorm van het vlak
invloed uitoefenen op de betrouwbaar
heid van het uiteindelijke resultaat. In
hoeverre de keuze van topografische re
ferentie- en herkenningspunten invloed
zou hebben op de betrouwbaarheid,
kon niet worden geschat. Dit beteken
de dat de oppervlakten opnieuw moes
ten worden bepaald. Vanwege de effi
ciency en kwaliteitsbeheersing ligt de
keuze voor digitale verwerking voor de
hand. De voordelen van het gebruik
van een digitaal bestand (bijvoorbeeld
GBKN en ToplOvector) zijn onder
andere:
geen kwaliteitsverlies doordat de
coördinaten van de punten digitaal
worden verwerkt en een zelfde grens
niet uit verschillende coördinaten
wordt opgebouwd;
goede precisiebeschrijving van de in
houd van de bestanden. Per object
soort is de nauwkeurigheid goed be
kend;
de beschikbaarheid van een duidelijk
classificatiestelsel, waardoor per ob
jecttype de juiste idealisatie kan wor
den afgeleid;
hogere actualiteit van de topografi-
384