T T t T r :n t t t t >995-1° NGT GEODESIA KINDEREN LEREN TEKENEN 1 - de wereld verkennen KINDEREN LEREN TEKENEN 2 - de eerste krabbels KINDEREN LEREN TEKENEN 3 - hè, het stelt wat voor! W W W wereld, landschap, terrein waarnemingen/ handelings voorstellingen f mentale landschaps- I modellen (MLM) I M wereld, landschap, terrein waarnemingen/ handelings voorstellingen mentale landschaps- I modellen (MLM) I IV! mentale visualisatie- I modellen (MVM) J handelings voorstellingen/ waarnemingen tekeningen wereld, landschap, terrein waarnemingen/ handelings voorstellingen tale schaps ellen (M mentale landschaps- I modellen (MLM) I M mentale tussen modellen mentale visualisatie- I modellen (MVM) handelings voorstellingen/ waarnemingen (MVM) I (ontwerp)tekeningen, kaarten G G Voor een jonge wereldburger is de wereld nog niet zo groot. Plaatjes van Nijntje en het elektronische speelgoed van papa zijn misschien wel in de buurt, maar zullen pas later worden ontdekt. Eerst maar de directe omgeving verkennen, proe ven, ruiken, voelen, kijken, horen. In het begin nog vrij passief, maar later gaat het kind ook actief aan de slag: spelen, brabbelen, dingen uitproberen. In zijn hersentjes ontstaat geleidelijk een soort voorstelling van de wereld om hem heen, met de mensen die daarin rondlopen en allerlei vreemde dingen doen. Maar alles is nog weinig gedifferen tieerd, en dat het kind al vlijtig bezig is een mentaal land schapsmodel op te bouwen, snapt het nog niet. Het kind groeit op in een cultuur waarin de mensen dagelijks omgaan met tekeningen, plaatjes, televisie en nu ook de computer. Het moet ook meedoen, krijgt gifvrij potlood en papier, niet om in de mond te stoppen maar om fijn mee te krassen. De wereld van het papier wordt ontdekt, en de hand geoefend: „het slaan op papier als primitieve lustuiting". Leuke lijntjes en kleuren, maar waarom mag ik nou niet buiten het papier komen? Op de muur kun je toch ook tekenen? Het kind heeft gelijk: papier is deel van de wereld, dus daar ga je net zo mee om. Zo'n twee jaar oud ontdekt het kind dat plaatjes iets kunnen voorstellen. Het zou al heel vreemd zijn als dit niet gebeurde, want zijn omgeving doet alle mogelijke moeite om het kind zover te brengen: prentenboekjes, foto's, talkshows op de televisie, beelden op de PC. Het grote wonder, vrijwel alleen aan mensen voorbehouden, vindt plaats: de koppeling tussen mentale voorstellingen van de wereld en de mentale voor stelling van plaatjes. Eerst nog passief maar de familie doet flink haar best jou lijntjes te laten trekken waarvan je kunt zeggen dat het mama of de poes is. Het eerste resultaat wordt luid toegejuicht en misschien wel zuinig bewaard. Eerder was je een vergelijkbaar proces begonnen met het De ontwikkeling van mentale modellen van de wereld en van tekeningen bij jonge mensen: eerst nog los van elkaar, later volkomen verweven. MLM MVM kaart W terrein leren van gesproken taal, waarin je mentale voorstellingen van de wereld, ofwel begrippen, moet koppelen aan mentale voorstellingen van klanken, ofwel woorden, zinnen en verhalen. Later zul je ook leren lezen en schrijven, een bijzonder soort tekeningen verbin den met klanken en echte of fantasie werelden: „Iemand die een boek leest en het wonder aanschouwt dat de woorden tussen zijn ogen en de ambte naar in de gestolen regenjas worden uit gewist". De band wordt steeds steviger. Je ontdekt steeds meer typen grafische voorstellingen: plattegronden, kaarten, technische tekeningen, bouwplaten. Je leert ze gebruiken, om de weg te vinden, om iets te weten te komen over verre landen, of om een scheepsmodel in elkaar te knutselen. Ook leer je steeds beter tekenen, om gewoon iets weer te geven wat je mooi vindt, om je gevoelens uit te drukken, om net als Magritte en Escher de mensen op het verkeerde been te zetten, of om iets te ontwerpen. Je staat er meestal niet bij stil dat het proces zo ingewikkeld en eigenlijk ook zo kwetsbaar is. Mentale voorstellingen van wereld en kaart lijken bijna te versmelten tot één „men tal map". Toch blijven het zelfstandige zaken: zonder kaart kun je ook de weg vinden. Met alleen de bovenste helft van het schema valt ook best te leven. 460

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 16