NGT GEODESIA
1995-10
derwijsmensen en gebruikers waren kri
tische opmerkingen te horen van ge
bruikers die vonden dat de doorlopen
de wijziging en vernieuwing van syste
men nauwelijks zijn bij te houden en
geen optimaal rendement opleveren. Er
ontstaat een situatie waarin het onder
wijs naast de leveranciers/fabrikanten
op basis van theoretische inzichten
apparatuur ontwikkelt, die in de prak
tijk niet in de handel komt. Er is wel
contact tussen gebruikers en leveran
ciers, en op basis van gebruikerswensen
wordt door de fabrikant ingespeeld bij
het ontwerpen van nieuwe apparatuur.
Vervolgens wordt deze snel op de
markt gebracht. In het verleden werden
universiteiten en hogescholen ingescha
keld voor het testen. Echter uit concur-
rentie-overwegingen is hier geen tijd
meer voor. Het technisch onderzoek
van apparatuur met programmatuur
levert steeds meer problemen op omdat
het een „black box" is geworden waar
bij men niet meer weet wat men moet
testen. Conclusie van het forum was
dat ernaar moet worden gestreefd om te
komen tot meer samenspraak tussen de
drie participanten in deze wereld.
Opmerkelijk was voorts een speciaal
belegde podiumdiscussie waarin door
een aantal prominente geodeten de
vraag werd behandeld of de structuur
en de organisatie van het „Vermes-
sungswesen" in Duitsland nog wel pas
sen in deze tijd waarin moet worden
bezuinigd op overheidsuitgaven. Hier
bij werd met name ingegaan op de ver
anderingen die in het oosten van Duits
land zijn doorgevoerd. De voorheen
landelijke organisatie voor vastgoed
registratie is daar vervangen door een
afzonderlijke organisatie in elk van de
vijf nieuwe deelstaten zoals dat ook be
staat in de deelstaten in het westen van
Duitsland. Tegenstanders van dit fede
rale systeem menen dat er een kans is
blijven liggen om meer dan een miljard
DM belastinggeld te besparen. Boven
dien levert de uitwisseling van gegevens
tussen de deelstaten problemen op en
bestaan er twijfels over het nut en de
bruikbaarheid van bepaalde gegevens.
Anderzijds wordt ook onderkend dat
meer investeringen nodig zijn voor een
modernisering, omdat men vindt dat er
een achterstand bestaat van meer dan
tien jaar ten opzichte van andere Euro
pese landen.
Door de DDGI (Deutscher Dachver-
band für Geoinformation e.V.) was een
symposium georganiseerd waarin de
geo-informatiemarkt in Duitsland on
derwerp van bespreking was. De DDGI
is lid van de EUROGI en behartigt de
belangen van producenten, distribu
teurs en gebruikers van geo-informatie
in Duitsland. Zij draagt met name zorg
voor de coördinatie van ontwikkelin
gen met betrekking tot de gegevensuit
wisseling en de hard- en software.
De internationale betekenis van de
vaktentoonstelling (volgens de persbe
richten 's werelds grootste op landmeet
kundig gebied) werd geaccentueerd
met een nieuwe naam: INTERGEO.
Op meer dan 200 stands op 12 000 m2
waren hier met name de nieuwste GIS-
technologie en het interdisciplinair
gebruik van geo-informatie te bewon
deren. Een aantal opvallende ontwikke
lingen willen wij graag even noemen.
In de eerste plaats de ontwikkeling van
de meetapparatuur. Er is een duidelijke
tendens naar een „PC-georiënteerde"
tachymeter. De meeste fabrikanten van
tachymeters komen met instrumenten
die zijn voorzien van zodanige elektro-
nika, dat een koppeling naar of werking
als PC mogelijk is. Öp deze manier
wordt het mogelijk om veel intelligen
tie mee te nemen het terrein in. Een
laptop aan een tachymeter is bij de
nieuwste typen dan ook al bijna een
must. Hierdoor kunnen de gegevens
reeds in het veld worden verwerkt in de
digitale kaart. Gevolg is wel dat er nage
dacht moet gaan worden over de vraag
welke mensen nu achter het instrument
moeten staan. Risico is namelijk dat er
mensen staan te wachten, terwijl een
collega bezig is om door te rekenen en
in te passen in de kaart. Voordeel is wel
dat het veel eenvoudiger is om meer
informatie in te winnen in digitale
vorm en deze later in een database op
kantoor te integreren. Wat opviel is dat
de ontwikkelingen in deze branche zich
jaren op het terrein van nauwkeurig
heid en precisie hebben afgespeeld,
maar dat nu de ontwikkelingen uit de
„echte" automatiseringswereld ook
hier om zich heen grijpen. Waar wel op
moet worden gelet, is dat niet iedereen
nu eigen standaards gaat ontwikkelen.
Dan de apparatuur binnen. Stonden op
vorige beurzen bijvoorbeeld nog veel
leveranciers met plotters, nu viel dat
veel minder op. Men raakt kennelijk
gewend aan de verschillende moge
lijkheden om digitale gegevens te ver
werken. Het uitwisselen van gegevens
wordt van wezenlijk belang. Ook hier
moet ervoor worden gewaakt dat niet
iedereen een eigen uitwisselingsformaat
gaat ontwerpen en gebruiken.
Naast de grote hoeveelheid aan PC's
en werkstations waarop met behulp van
de meest geavanceerde GIS-software
de mooiste plaatjes werden gemaakt,
waren er ook enkele andere opvallende
zaken. In Duitsland presenteren zich
zoals gebruikelijk veel aanbieders van
grensstenen en ander markeringsmate
riaal. Maar er was ook een stand met
antieke meetinstrumenten. Voorts
werd een aantal softwarepakketten ge
demonstreerd voor het digitaal ver
beteren en homogeniseren van (grote)
kartografische bestanden. Ook hieraan
zal behoefte ontstaan in Nederland.
Zoals elk jaar was er ook nu een groot
aantal vakexcursies naar diverse pro
jecten, firma's en instituten. Speciaal
in het kader van deze Geodatentag
werd op 22 augustus het vernieuwde
„Vermessungstechnisches Museum" in
Dortmund heropend. Dit museum is
gevestigd in het bestaande museum
voor Kunst- en Cultuurgeschiedenis.
In totaal kwamen meer dan 10 000 be
zoekers één of meer dagen naar deze
Geodatentag.
Auke Hoekstra
Klaas van der Hoek
FIG-meeting Berlijn mei 1995
daadkrachtig
Op de 62e bijeenkomst van het Perma
nente Comité van de FIG te Berlijn
werden enkele belangrijke besluiten
genomen voor de internationale geo
detische gemeenschap. Het Permanen
te Comité van de FIG is het bestuurs
orgaan dat jaarlijks bijeenkomt om
besluiten te nemen op voordracht van