A Een dagje... Tunnelbouwers en de geodeten van Geocon /Vlet de landmeter onder water Achterover en tegen de klok 519 NGT GEODESIA 1995-11 surveying, profile landmeetkunde, reportage KEYWORDS TREFWOORDEN „We moeten deze zomer nog veertien tunnel-elementen afzinken", schreef Martin van den Bosch van Geocon aan NGT Geodesia; „als je tijd hebt, ben je welkom". De veertien elementen moeten samen respectievelijk de Wijker- en de Piet Hein-tunnel gaan vormen. Het werd een lange hete zomer en pas bij het laatste element van de Piet Hein-tunnel konden we erbij zijn. Maar dat is ook het mooiste moment volgens Martin. De eerste tunnelstukken leg je gewoon achter elkaar, maar de laatste moet er precies tussen passen. Nee, niet op centimeters, er zit ongeveer een meter speelruimte tussen, maar daar moeten ook nog de nodige aansluitingen tussen gefriemeld worden. De tunnel-elementen met een lengte van ruim 157 m zijn gebouwd in het dok in Antwerpen. Daarna zijn ze over de Westerschelde en de Noordzee naar Amsterdam gesleept, en voorlopig aan de Sumatrakade geparkeerd. Vandaar is het maar een klein eindje naar hun eindbestemming: de Piet Hein-tunnel. Zo'n betonkolos is weliswaar stevig ge bouwd en goed van voorspanning en wapening voorzien, maar dat betekent niet dat je die gewoon in de plomp kunt laten zakken. De plaats waar elk element komt te liggen, wordt eerst nauwkeurig in kaart gebracht en vervolgens met baggerschepen zodanig bewerkt dat er een stevig draagvlak is. De tunnel-elementen kunnen dan niet alleen in de X- en Y- richting, maar ook in de Z-richting vloeiend op elkaar aansluiten. Als dat niet zou gebeuren, zouden er beslist verkeersdrempels in de tunnel ontstaan en dat is nu net de enige plaats waar je die niet kunt hebben. Een paar dagen voor de afzink-operatie worden er tegels gelegd, had Martin uitgelegd. Wie mocht denken dat het betegelen van een tunnel tot één van de laatste activiteiten behoort, vergist zich. Tegels worden gelegd in de keurig uit gebaggerde sleuf op de rivierbodem. Ze dienen als tijdelijke steun voor de tunnel-elementen. Het vrije uiteinde daarvan steunt op twee betontegels van 6 x 6 m. In elk element zijn twee vijzelpennen aangebracht, die straks op de middel punten van de tegels komen te staan. De pennen steken door de bodem van de elementen heen; daarmee kunnen na het afzinken de laatste hoogtecorrecties worden aangebracht. De tegeloperatie volgen we vanuit een soort koek- en zopie- kraam aan de waterkant. Vanonder de klep van de kraam gluren twee tachymeters in de richting van een drijvende bok middenin een zijarm van het IJ. Het lijkt zwaar werk voor de instrumenten, want ze zenden een voortdurend piepgeluid uit. Dat is de constante meting, legt Martin uit. Elke vijf seconden wordt een waarneming doorgezonden en opgesla gen. Zijn medewerkers Hero Volkers en Yves Groenewoud bedienen de instrumenten en zorgen ervoor dat ze voort durend gericht blijven op de prisma's die op een stalen frame boven de betontegel zijn aangebracht. Die prisma's verklik ken de hoekpunten en het midden van de tegel die in de draden van de bok hangt. Met behulp van een processor worden de meetgegevens (horizontale en verticale richting en de afstand) omgerekend naar positiegegevens. De aannemer heeft namelijk weinig aan richting en afstand of coördinaten; hij moet alleen weten of hij vooruit, achteruit of opzij moet. Het meten begint op het moment dat de laadboot onder de bok wordt geduwd en de tegel wordt aangepikt aan de hijs- Theo Scheele, redacteur. Twee zinkstukken geparkeerd aan de Sumatrakade.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 27