A De tunnel door '995-11 NGT GEODESIA eerst nog voorbij een soort uitstulping zo te zien. Dat is de Gina, legt Martin uit, een rubberen afsluitring in de zink- voeg, waarmee de elementen tenslotte strak tegen elkaar worden gedrukt. De benaming van dat onderdeel is ge noemd naar een filmster en heeft te maken met zijn halve bolvorm met een uitsteekseltje in het midden. Het is van groot belang dat de Gina niet wordt beschadigd. Is het element daar eenmaal voorbij, dan is er weer meer ruimte. Urenlang turen de drie landmeters door hun tachymeters naar de prisma's op het tunnel-element, dat tergend lang zaam zakt. Het is inderdaad laat eer de bodem is bereikt. Het past precies en iedereen haalt opgelucht adem. Op de bok blijven ze nog een poosje stand-by, want de ploeg van Martin moet nog een controlemeting doen naar een punt in de tunnelbuis. Dat gebeurt door meting op de schacht die nog boven water uitsteekt. Met de drie tachymeters wordt dat punt precies in coördinaten bepaald en Martin verhuist nu naar de schacht. Met behulp van een theodoliet met een holle eerste as worden twee oriënteringen gemeten en dan verticaal omlaag naar het controlepunt in de bodem. Na enig rekenwerk blijkt een verschil van 1 cm. Dat is beter dan verwacht en wat het belangrijkste is: er hoeft niet gekwispeld te worden. Na een borreltje kan iedereen naar huis. Ze zijn dan vijftien uur in de weer geweest. De volgende morgen wordt het element op hoogte gevijzeld en de sluitvoeg gemeten. Feitelijk worden daarmee de maat voering in Antwerpen en die van Amsterdam over de hele tunnellengte met elkaar vergeleken. De oorspronkelijke berekening was gebaseerd op een gemiddelde watertempera tuur van 10° C, maar dat was deze zomer heel wat meer. De beton-elementen zijn dus langer geworden. Daar staat tegenover dat de Gina wat meer is platgedrukt dan was voor zien en dat compenseert elkaar weer wat. Er blijkt 2 cm verschil te zijn en dat is ruim binnen de tolerantie. Iedereen is dik tevreden. Met drie dat met enig officieel vertoon gepaard tachymeters wordt en dat mag ook wel na zoveel inspan- het zinkstuk ning. Wij kunnen nu al een heel eind gestuurd, de tunnel door, zij het via de nodige obstakels. Hier en daar sijpelt nog wat water omlaag en je moet goed opletten waar je loopt. Bij het laatste kopschot moeten we weer terug. Met een blik op de vijzelconstructie in de vloer keren we weer terug, want er valt hier niets meer te kwispelen. De officiële wandeling laten we over aan de VIP's. Onze belangstelling be treft voornamelijk het landmeetkundig werk en dat is nu klaar. Alleen de borrel zijn we misgelopen. Maar we hebben wel gezien dat bij tunnelbouw de land meters heel wat anders doen dan land meten. En daarom mogen ze dan ook geodeten heten. Om de hele tunnel door te kunnen wandelen, moeten we echter nog even geduld hebben. Elk element is aan weers kanten met dubbele kopschotten afgesloten. Pas als de kopschotten van het laatste element zijn verwijderd, is de doorgang vrij. Die schotten kunnen pas worden gesloopt als de sluitvoeg geheel is gedicht en leeggepompt. Over een week zal het zover zijn. Dat wil zeggen dat de doorgang via een deurtje in de schotten het mogelijk maakt van de ene kant van het water naar de andere kant te wandelen. Meestal gaat Summary Submarine Surveyors Construction of the many tunnels in the Netherlands crossing watercourses re quires much surveying activities. The company Geocon did specialize in the accurate positioning of tunnel elements in water bodies. This profile describes the procedure of positioning of the closing tunnel element of the „Piet Hein-tunnel" in Amsterdam. 522

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 30