A 1995-" NGTGEODES1A daadwerkelijke marktwaarde. Toch is deze vergelijking met gerealiseerde verkoopprijzen de basis voor de belangrijkste taxatiemethodiek in het kader van de Wet WOZ. Vergelijkingsmethode De vergelijkingsmethode is de taxatiemethode die voor het grootste aantal WOZ-objecten wordt gebruikt. In ieder geval is de toepassing van de vergelijkingsmethode verplicht voor woningen. Het toepassen van de vergelijkingsmethode is lang niet altijd zo eenvoudig als het overnemen van de ver koopprijs die betaald is voor het huis van de buurman. Het taxeren van een huurwoning in een buurt waarin alleen maar huurwoningen staan, maakt het zoeken naar een vergelijk bare verkoopprijs erg moeilijk. Maar ook wanneer er meerde re verkoopprijzen zijn van enigszins vergelijkbare woningen die onderling nogal grote verschillen vertonen, kan het bepa len van één taxatiewaarde moeilijk zijn. De geodeet herkent in dit probleem al snel een vereffeningsvraagstuk. Voor het oplossen hiervan moet de taxateur wel inschatten wat de „standaardafwijking" van de verschillende verkoopprijzen is en hoeveel de woningen van elkaar verschillen. De nauw keurigheid van de taxatie bij de toepassing van de vergelij kingsmethode is volledig afhankelijk van de kwaliteit van de verkoopprijzen die worden gebruikt. Door het gebruik van meerdere verkoopprijzen wordt de nauwkeurigheid van de taxatie beter (vereffening). Daarom is het in het kader van de Wet WOZ ook verplicht dat de taxateur een taxatie van een woning kan onderbouwen met tenminste enkele verkoop prijzen. De vergelijkingsmethode wordt niet alleen toegepast voor de waardebepaling van woningen. Ook voor bedrijfspanden, zoals agrarische objecten, winkels (met name in dorpen en kleinere steden) kan de vergelijkingsmethode van belang zijn. Zodra voor een bepaalde categorie objecten op een vrije markt verkoopprijzen tot stand zijn gekomen, kunnen deze verkoopprijzen worden gebruikt voor de toepassing van de vergelijkingsme thode. Omdat de verkoopprijzen zo goed aansluiten op de definitie van de waarde in het economische verkeer, levert de vergelijkingsmethode altijd de meest duidelijke taxaties. Het is echter wel essentieel dat de omstandigheden bij de verkoop voldoen aan de veron derstellingen van een „vrije" verkoop. De verkoopprijs van een verhuurde winkel speelt voor de waardebepaling in het kader van de Wet WOZ bijna geen enkele rol. Huurwaardekapitalisatie Bij niet-woningen worden veel objec ten gebruikt op basis van een huurcon tract. De winkels in een stadscentrum en de kantoorpanden zijn bijna alle maal in handen van beleggers die de panden verhuren. Het economische verkeer bestaat dus uit het sluiten van huurcontracten en de overeengekomen huurprijzen geven een indicatie van de waarde van het object. Net als bij de toepassing van de vergelijkingsmethode wordt uit de overeengekomen huurprij zen op de markt een markt-huurwaarde voor een object afgeleid. Deze markt- huurwaarde moet nog met een zoge naamde kapitalisatiefactor worden om gerekend tot een waarde in het econo mische verkeer voor het object. Al naar gelang de aard van het object, de onder houdskosten e.d. kan de waarde van het De Waarderingskamer De waardebepaling door de gemeenten geschiedt onder toezicht van de Waarderingskamer. De Waarderingskamer is een zelfstandig bestuursorgaan waarin de overheden die gebruik maken van de WOZ-waarden, zitting hebben, plus een onafhankelijke voorzitter en twee onafhankelijke leden. De Waarderingskamer heeft elf leden, waaronder de voor zitter, die worden benoemd door de Minister van Finan ciën. Vier leden worden benoemd op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), twee leden op voordracht van de Unie van Waterschappen en twee leden uit de Belastingdienst. Voor het bereiken van de doelstellingen van de Wet WOZ is het van belang dat de waardegegevens van voldoende kwaliteit zijn. Daarom wordt in de Wet WOZ geregeld dat er toezicht is op de uitvoering van de waardebepaling door de gemeenten. Om het toezicht efficiënt uit te voeren, heeft de Waarderingskamer continu inzicht nodig in de activitei ten die de gemeente uitvoert in het kader van de waarde bepaling. Daarom heeft de Waarderingskamer een proce dure vastgesteld voor het toezicht, die bestaat uit vier delen: beoordeling van het ingediende plan van aanpak; beoordeling van de analyses die door de gemeente zijn uitgevoerd naar de kwaliteit van de referentiegegevens; beoordeling van de analyses die door de gemeente zijn uitgevoerd naar de kwaliteit van de taxaties; inspectie ter plaatse door taxateurs van de eenheden Registratie en Successie van de Belastingdienst in op dracht van de Waarderingskamer. Het toezicht moet de Waarderingskamer inzicht geven in de kwaliteit van de waardering. De Waarderingskamer moet de kwaliteit kunnen beoordelen tijdens de uitvoering van de taxaties. De Waarderingskamer heeft de moge lijkheid om in voorkomende gevallen te verhinderen dat beschikkingen met onjuiste waardegegevens worden ver stuurd. Artikel 21 van de Wet WOZ bepaalt dat de Waar deringskamer het College van Burgemeester en Wet houders (B W) een aanbeveling kan doen omtrent de uitvoering van de wet. Alvorens de Waarderingskamer mag overgaan tot een dergelijke „formele" aanbeveling, moet het college eerst worden gehoord. Daarnaast biedt artikel 15, eerste lid, van de Wet WOZ de Minister van Financiën de mogelijkheid om B W een aanwijzing te geven om trent de uitvoering van de wet. De Waarderingskamer wordt gehoord voordat de minister een aanwijzing geeft. Tenslotte geeft artikel 15, derde lid, van de Wet WOZ de Waarderingskamer de bevoegdheid - indien B W de aanwijzing niet tijdig heeft opgevolgd - tot het doen uit voeren van de aanwijzing van de minister op kosten van de gemeente. 498

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 6