Basisopleiding Vrijheid, arbeid, brood 546 NGT GEODESIA '995-I2 Teeling werd in de technische sector tewerkgesteld en kreeg een grondige opleiding. Boekhouder De Bruin bracht hem de geheimen van het Kadaster bij en landmeter Fenverda gaf opleiding in de vakken landmeetkunde en wiskunde. De opleiders moeten een vooruitziende blik hebben gehad, want ook Nederlandse taal (dictee en verhalen schrijven) kwam aan de orde. Vijf dagen in de week moest er worden gewerkt, één dag werd besteed aan opleiding (die tijd moest overigens wel worden ingehaald, want als je niets produceerde, ver diende je ook niets). De opleiding gebeurde „boven", waar de landmeters en hun assistenten zaten. De boekhouding was beneden. De sfeer daarboven was wel heel anders dan beneden, weet Teeling nog. In 1926 deed Teeling met nog veertig anderen uit het hele land examen voor tekenaar van het Kadaster, in de Ridder zaal in Den Haag. Teeling werd tweede en daarmee was een goede basis gelegd voor zijn hele carrière. Dat gegeven, samen met zijn praktische inslag die hij als „boerenjongetje van huis uit had meegekregen, was er de oorzaak van dat de dienst hem op een andere plaats meende te moeten inzetten en zo verhuisde hij naar Roermond. Dertien maanden hield hij het daar uit en dat was ook dertien maanden te lang, vindt hij achteraf. Roermond werd geruild voor Leiden, meer in de bewoonde wereld dus, en daar kreeg Teeling gelegenheid om te stude ren. Veel tijd werd in de openbare leeszaal doorgebracht. Ol het de boeken waren of de bedienende juffrouw die best belangstelling had voor een knap uitziende jongeling, is niet bekend, maar hij bracht er vele uren door. In Leiden werd Teeling cultureel opgekrikt door lezingen, concerten en cul turele avonden. Maar ook Leiden was niet alles. Na anderhalf jaar was het wel genoeg, het Rapenburg stonk te erg. Je zou verwachten dat van Leiden de stap naar Noord- Holland zou worden gemaakt, maar Teeling verkoos toch het zuiden van het land en vestigde zich in Maastricht. Dat was een heerlijke tijd, voor zover je in de crisistijd over een heerlijke tijd kunt praten. Als ambtenaar had je echter een goed salaris en zekerheid. Moeders vooruitziende blik was al gauw bewaarheid. De grote stap kwam toen een aantal teke naars de buitendienst in werden gestuurd. „Tekenaar belast met veldwerkzaamheden" werd de nieuwe titel. De oplei ding werd onder andere verzorgd door overste Hamelberg, een militair landmeter, tevens hoofd van het bureau van de Landmeetkundige Dienst. De landmeter verzorgde de „aan wijzing" en ervaren meetarbeiders zorgden ervoor dat de meettechniek snel werd doorgrond. Was Leiden de plaats voor een culturele opkikker, in Maas tricht werd de basis gelegd voor politieke arbeid. Hij sloot zich aan bij de SDAP en van daaruit stortte hij zich onder andere in een onderzoek naar werkomstandigheden van mijnwerkers, uitkeringen van ontslagen arbeiders en het be oordelen van aanvragen voor steun aan kleine boeren. In die tijd verschenen zijn eerste publikaties. In het tijdschrift „Vrijheid, arbeid, brood" schreef hij artikelen over de om standigheden van de kleine boeren. Helaas resulteerde al die arbeid in aantasting van Teelings gezondheid en er werd bij hem tbc geconstateerd. Rust was de oplossing. Hij ging met Tijd voor studie, ziekteverlof, trad uit de gemeenteraad en zette alle politieke arbeid stil. Dank zij zijn lidmaatschap van de „rooie bond" werd er via het ministerie gere geld dat hij in een villa in de Kempen kon wonen. Zijn gezondheid verbeter de daar zeer snel. Maar toen kwam de oorlog. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen. Hoewel Teeling zich (veel) later met Europese zaken ging be zighouden, was hij van deze inmenging niet zo geporteerd. Bovendien had zijn werkgever alle landmeters bevolen zich onverwijld te melden bij het Ministerie van Financiën in Den Haag. Plichtsge trouw zette Teeling met vrouw en twee kinderen koers daarheen. Via Brussel, Antwerpen en Gent bereikten ze Zei- zate, maar toen hield het op. Nederland had gecapituleerd. Een poging om aan sluiting te zoeken bij Nederlandse over heidsdienaren die naar Duinkerken vluchtten, was tevergeefs. Duinkerken viel net voor ze daar arriveerden. Terug naar Maastricht dus. Daar kreeg hij te horen dat zijn gezondheid inmiddels ten goede was gekeerd en het werk kon worden hervat. Maar er lag belangrijk werk in Eindhoven te wachten: de ruil verkaveling Weerterbos. En zo kwam Teeling in heel ander werk terecht. Het boeide hem verschrikke lijk, want je had veel met mensen te maken. Hij kwam in contact met professor Ter Veen uit Amsterdam en dank zij diens medewerking kwam zijn belangstelling voor de sociografie tot leven. Hij las tientallen sociografieën die hij toepaste op zijn ruilverkaveling. Vooral de schatters die de streek en de mensen in die streek kenden als hun broekzak, verschaften onschatbare ge gevens. Het zijn dingen die je pakken, zegt Teeling. In het „Orgaan" van VTAK schreef hij zijn eerste ruilverka velingssociografieën.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 10