A Samen sterker MEDEMBLIK Alkmaars victorie? 547 NGT GEODESIA 1995-12. Aan het einde van de oorlog kwam zijn oude kwaal weer terug en maakte daar een eind aan zijn ruilverkavelingswerk. Door „Ingenieur Verificateur" Hamel berg kwam Teeling bij het Kadaster in Amersfoort terecht. Dat was een prachttijd. Zijn onderzoeksdrift kwam daar pas goed op gang en hij dook onmiddellijk in de geschiedenis van Amersfoort om er meer dan honderd artikelen over te schrijven. Toen hij na vijfeneenhalf jaar Amersfoort verliet, roemde de Amersfoortse Courant zijn noeste arbeid: „Wat kon hij scherp de levensomstandigheden der proletariërs van de vorige eeuw uitbeelden. Dan kwam de socioloog voor den dag, want dat was hij toch eigenlijk bovenal. De sociologie van het economische leven, van het recht, de kunst en van diverse bevol kingsgroeperingen hadden zijn onver flauwde belangstelling. Maar dichter bij hem lag het object van de sociologie zelf, de vraag naar het wezen van de menselij ke gemeenschap, naar het spel der krach ten welke die gemeenschap ondermijnden of omhoog brachten Het geodetische leven speelt zich niet alleen al bij het Kadaster, wist Teeling. Veel collega's verdwenen naar gemeen telijke diensten, particuliere bedrijven en semi-overheden. Ook de Rijkswater staat kende toen al een eigen meetkun dige dienst. Er ontstond een roep om samenwerking. Die samenwerking bin nen de Nederlandse geodetische wereld kreeg in 1959 gestalte in de oprichting van de Stichting Nederlands Genoot schap voor Landmeetkunde (want een genootschap is heel wat meer dan een stichting). Teeling werd hoofdredac teur van het nieuw uit te geven tijd schrift Geodesia en er verscheen een Grepen uit de roemrijke geschiedenis van de oude Radboudstad groot aantal artikelen van zijn hand. Eén daarvan ging over de toekomst van de technisch ambtenaar. Die toekomst zag er volgens Teeling rooskleurig uit. De „zelfstandig opereren de middelbare kracht" deed weldra zijn intrede. De naam van het Nederlands Genootschap voor Landmeet kunde, later omgedoopt tot Nederlands Genootschap voor Geodesie, werd oktober 1995 gewijzigd in „Stichting Geo desia". Teeling vond het geen geweldige vondst, hoewel hij met de naam Geodesia zelf wel verguld was, omdat hij die naam ooit voor het tijdschrift had bedacht. Maar aan de andere kant is het nu geen genootschap meer. Omstreeks I960 werd erover gesproken hoe je over de grenzen heen kon komen en tijdens een landmeterscongres van de FIG in Scheveningen werd het „Office International du Cadastre et du Régime Fonciers" (OICRF) opgericht. Maar daar zaten nog geen handen en voeten aan. Teeling had de aandacht op zich gevestigd door een publi- katie over het Kadaster in voormalig Joegoslavië. In 1947 beschreef hij de situatie als volgt: „Nog geen tiental jaren geleden moesten de landmeters, belast met de kadastrering van de zuidhelft van foego-Slavië, meermalen dekking zoeken wan neer in de woeste bergketens van het binnenland het roof- vogelscherpe oog van een seljak of de speurende blik van een komitadji een kaarteringsploeg had ontdekt en de alhidade van een theodoliet op de vizierkorrel had genomen Waarschuwend schrijft hij verder: „Onze collega's mogen zich wel bedenken, zo zij de neiging voelen opkomen mee te helpen aan de kadastrering van die woeste bergketens. Want achter de onpeilbare diepten der donkere vrouwenogen die als klare bergmeren oplichten in een haast exotisch gelaat, doemen de schaduwen op van stukgeschoten Breithaupts en doorboorde theodolieten... Het zou vandaag geschreven kunnen zijn. Teeling werd gevraagd het OICRF de gevraagde handen en voeten te geven. Het hoofd van dienst werkte mee en vanaf die tijd besteedde Teeling twee dagen in de week aan „het Office" en bleef drie dagen beschikbaar voor het „gewone" kadastrale werk. Amersfoort werd in 1953 ingeruild voor Alkmaar. Teelings landmeetkundige arbeid vond plaats in West-Friesland, de Wieringermeer en soms op Texel. In die tijd kwam de dis cussie over de „tweede soort landmeter" (de technisch amb- Geschiedenis van tenaar) op gang. Ook Teelings werkmethoden werden daar- Medemblik. toe van nabij geanalyseerd. Eén van zijn grote opdrachten was de hermeting van de hele Wieringermeer. Veel kerk torens waren daar gerestaureerd, veel huizen bijgebouwd en door andere taakverdelingen tussen lagere overheden wat be treft het onderhoud van wegen moesten heel veel weg- grenzen in dat gebied worden vastgelegd. Ook hier ligt heel wat historie verborgen en het was ook niet te verwonderen dat Teeling daar al heel snel in dook en onderzoek verrichtte in Alkmaar, Enkhuizen, Medemblik, Hoorn, Enkhuizen, Monnickendam en Edam. In de Medemblikse Courant ver schenen meer dan 150 artikelen van zijn hand en hij schreef een fraai boekwerk over de geschiedenis van Medemblik. Enthousiast legt Teeling uit hoe hij door minutieus puzzel- werk verbanden wist te leggen tussen de kadastrale en de burgerlijke boekhoudingen van een gemeente en daarmee vooral genealogen een grote dienst bewees. De verbindende

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 11