'995-12 NGT GEODESIA In de eerste plaats het Nationaal Geodetisch Plan. Op ver schillende bijeenkomsten is het NGP besproken en ook in ons tijdschrift NGT Geodesia is er veel aandacht aan be steed. Geodetisch Nederland is de Nederlandse Commissie voor Geodesie veel dank verschuldigd voor het initiatief tot het opstellen van het NGP en voor de discussies die het Plan tot gevolg heeft gehad. Het NGP analyseert waar het met de geodesie naartoe zal gaan en waarop we onze aandacht moe ten richten. De terecht gekozen marktbenadering laat zien dat de werkgelegenheid voor geodeten grotendeels zal liggen op het terrein van „inrichting en beheer" van de ruimte. Het NGP maakt een keuze voor twee beroepsoriëntaties, namelijk geometrie respectievelijk geo-informatie. Ik denk dat de onderwijsprogramma's zich daarnaar moeten richten. Dit dwingt ook tot nauwere samenwerking tussen onze onderwijsinstellingen op MBO, HBO en universitair niveau. Tevens is het een stimulans voor verdere samenwerking tussen de belangenverenigingen. Het NGP geeft richting aan overheidsdiensten en bedrijfsleven voor het opstellen van hun businessplannen. In de discussies is mij opgevallen dat veelal wordt getracht nuances in de tekst van het NGP aan te brengen en dat kritiek wordt geleverd op onderdelen. Al met al wordt daar mee kostbare tijd verprutst aan het verbeteren van details van het Plan. Tijd die beter kan worden besteed aan de uit voering ervan. Tijdens de uitvoeringsperiode verandert de wereld rond ons wel weer zo veel, dat aanpassingen nodig zullen zijn. En die aanpassingen maken we dan wel. Het heeft geen zin om een perfect Plan te maken en dat niet uit te voeren, of dat door de tijd wordt ingehaald. Beter is een niet perfect Plan ter hand te nemen en tijdens de uitvoering bij te sturen. Immers, veranderingen zijn continu. Het werk dat u nu doet, doet u over vijfjaar niet meer, en wat u over vijfjaar doet, doet u nu nog niet. Het NGP geeft echter duidelijk een richting aan en de aanbevelingen uit het NGP moeten worden uitgevoerd. Vooral de onderwijsprogramma's moe ten op alle niveaus worden aangepast, zowel op elkaar als op de vragen van de markt. Ik denk daarbij tevens aan de aan passingen in de overlegstructuren, taakstellingen en ver antwoordelijkheden van de Nederlandse Commissie voor Geodesie, Geodetisch Platform en CCLK. Ik roep dus op om werk te maken van de uitvoering van het NGP en zie daarbij voor de Stichting Geodesia een stimulerende rol. Een tweede onderwerp dat nadere aandacht verdient, is de invloed die de samenwerking binnen Europa heeft op ons vakgebied. Eén van de doelstellingen van de Europese een wording is de vrije uitwisseling van diensten en goederen. Dit betekent dat personen vrij binnen Europa kunnen reizen en hun diensten aanbieden in alle landen. Een probleem daarbij is dat het moeilijk is vast te stellen welke kwalificaties iemand heeft en of die persoon dus voldoende kennis heeft om het werk uit te voeren. Het Allan-rapport toont aan dat in de verschillende landen de opleidingen ver uiteenlopen. Tevens is de inhoud van het vakgebied in de EG-landen zeer verschillend. Dit alles vraagt om objectieve criteria om te kunnen vaststellen of iemand geschikt is voor het werk dat hij wil uitvoeren. Gezien de veranderingen in ons vakgebied speelt daarbij niet alleen de opleiding, maar ook de werk ervaring een rol. In veel landen om ons heen bestaan reeds registers waarin personen zijn opgenomen die in dat land, bij wet ot 554 beroepsorde, gerechtigd zijn bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Bij de vrije uitwisseling van personen moeten dan ook personen uit andere landen toegang krijgen tot de uitvoering van deze werkzaamheden. Eén en ander leidt ertoe dat ook in Nederland be hoefte ontstaat en de noodzaak aan wezig is tot het opzetten van een certifi catiesysteem voor geodeten. Een sys teem dat bij voorkeur Europees wordt erkend. Dit is dit jaar onderwerp van discussie geweest en heeft ertoe geleid dat ge werkt gaat worden aan de opzet van een systeem van certificatie. Veel details moeten nog worden uitgewerkt en zul len de komende tijd met het totale geo detische werkveld worden besproken. Dit systeem van certificering is niet en kel van belang voor hen die buiten Nederland willen werken, maar geeft ook voor werknemers binnen Neder land objectieve criteria voor hun kennis en ervaring. Waarom? Omdat duidelijk wordt aan welke eisen men moet vol doen, wil men een certificaat ontvan gen. Bij verandering van werkkring zal dit goed van pas komen. Loopbaan ontwikkeling is een zaak van de werk nemer, en alleen met alert inspelen op veranderingen zal hij carrière kunnen maken. Het is onze verwachting dat een systeem van certificatie daarbij zal helpen. Hoewel nog lang niet alles duidelijk is omtrent dit onderwerp, wordt wel een aanvang gemaakt met de inrichting van dit systeem. Al doende komen de vraag punten en dus de oplossingen wel aan de orde. We hebben ons tot doel ge steld dat over een jaar een systeem is opgezet. Met dit congres zit mijn periode als voorzitter en bestuurslid van onze Stichting erop. Ik wens dat u tijdens dit congres weer veel nieuws zult zien en een prima in zicht zult krijgen in de richting van de ontwikkelingen, zodat u beter toegerust zult zijn voor uw werkzaamheden. Ook hoop ik dat u weer veel oude kennissen zult ontmoeten en naast het vakinhou delijke ook gezellige dagen zult hebben. Siebe StellingwerffBeintema, voorzitter Stichting NGL

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 18