Generaliseren in de praktijk
Drie methoden voor het generaliseren van vlak-objecten
Generaliseren
NGT GEODESIA
1995-11
Gis, generalization, system analysis
Gis, generalisatie, systeemanalyse
KEYWORDS
TREFWOORDEN
DLO-Staring Centrum is in Nederland bronhouder
voor onder andere bodemkundige gegevens. De meest ge
detailleerde landsdekkende bodemkundige schematisering
is de bodemkaart van Nederland 1 50 000. Voor het
gebruik van deze gegevens voor landelijke en regionale
toepassingen bevatten de bestanden vaak te veel details.
Dit doet zich vooral voor bij het gebruik van bodem
kundige gegevens als invoer voor simulatiemodellen.
Generalisatie is nodig omdat het vanuit een praktisch
oogpunt onmogelijk is om Nederland voor alle 1 50 000
bodemeenheden door te rekenen. Voor sommige toe
passingen is generalisatie van geo-informatie een
onmisbare schakel om ruimtelijke informatie op maat te
leveren.
Een probleem bij veel van de uitgevoer
de generalisaties is dat ze nogal subjec
tief zijn en daardoor lastig te reproduce
ren. Ook bestaat er veelal geen inzicht
in het informatieverlies dat optreedt als
gevolg van de bewerking. In dit artikel
wordt een onderzoek naar geautomati
seerde generalisatie van vlak-objecten
beschreven, waarbij expliciet aandacht
wordt geschonken aan bovengenoemde
problemen zoals reproduceerbaarheid,
toepassingsgestuurd en het optredende
informatieverlies. Aangezien het onder
zoek nog in uitvoering is, zullen in dit
artikel voornamelijk de theoretische
achtergronden worden belicht.
Generalisatie van geo-informatie is te
definiëren als het proces waarbij ten be
hoeve van een bepaalde toepassing een
abstractie van ruimtelijke gegevens
wordt uitgevoerd. Kernbegrippen in
bovenstaande definitie zijn abstractie
van ruimtelijke gegevens en toepassings
gericht. Abstractie van gegevens houdt
in dat de detaillering van de gegevens
dr. ir. A. K. Bregt en ir. J. D. Bulens,
hoofd, respectievelijk onderzoeker van
de afdeling GIS en Informatica,
DLO-Staring Centrum
te Wageningen.
wordt verminderd. Dit kan van toepassing zijn op zowel de
geometrie als op de attribuutwaarden van ruimtelijke ob
jecten. Bijvoorbeeld bij het generaliseren van vlak-objecten
kunnen kleine vlakken worden samengevoegd met grotere of
kan het detail van de attribuutwaarde worden verminderd
door classificatie. Veelal heeft generalisatie van attributen
ook een generalisatie in de geometrie tot gevolg.
Een tweede kernbegrip is toepassingsgerichtheid. Generalisa
tie dient zoveel mogelijk te worden uitgevoerd met een be
paald doel voor ogen. De behoefte van een gebruiker of ge
bruikersgroep dient richtinggevend te zijn voor het proces.
Een gevolg hiervan is dat het generalisatieproces flexibel
dient te zijn om goed te kunnen inspelen op de verschillende
vragen van de gebruikers.
Het proces van generalisatie wordt al
eeuwen toegepast. Tot voor kort ging
het daarbij uitsluitend om kartografi-
sche generalisatie ten behoeve van visu
ele presentatie. Bij kartografische gene
ralisatie gaat het erom een karto
grafische weergave op een grote schaal
om te zetten naar een kleinere schaal.
Handelingen die daarbij een rol spelen,
zijn het weglaten van objecten en het
vereenvoudigen van object-geometrie.
Kartografische generalisatie was tot
voor kort voornamelijk een ambachte
lijke, handmatige activiteit, maar wordt
in toenemende mate ondersteund door
geautomatiseerde procedures 1 [2]
Inleiding gehouden
op 25 oktober 1995
tijdens het 18e
NGL-congres te
Utrecht.
Door de opkomst van geografische informatiesystemen staat
de laatste tijd een andere vorm van generalisatie in de belang
stelling, de database-generalisatie. Dit wordt in de literatuur
ook wel „information abstraction" of „model generaliza
tion" genoemd [3], [5]. Bij deze vorm van generalisatie is
niet de leesbaarheid van het kaartbeeld het doel, maar de
generalisatie van gegevens die in de database zijn opgeslagen.
In de praktijk zien we regelmatig dat database en karto
grafische generalisatie in het verlengde van elkaar worden
uitgevoerd. Eerst vindt een database-generalisatie plaats,
539