Geo-evolutie of -revolutie? Doorbraak van het fenomeen GIS drs. A. J. Steinfort, werkzaam bij Intergraph Benelux B V Geografische gegevens NGT GEODESIA 1996-1 gis, developments, future Gis, ontwikkelingen, toekomst KEYWORDS TREFWOORDEN Al lange tijd wordt gesproken over een op handen zijnde markt-explosie op het gebied van geografische informatiesystemen. Veel bedrijven en overheden zijn in ieder geval alvast overgegaan op de conversie van de noodzakelijke geo-data in een digitale vorm. Ook het bedrijfsleven heeft zich op deze markt gestort. En dit beperkt zich niet alleen tot de leveranciers van GIS- technologie! Het is interessant om na te gaan of er daadwerkelijk sprake zal zijn van een GIS-explosie of dat het gebruik van ruimtelijke informatie op een minder spectaculaire wijze zal doordringen in onze maat schappij. Daarbij is het van belang na te gaan welke factoren en ontwikkelingen het gebruik van geografische informatie bevorderen en daarmee het verloop van deze geo-(r)evolutie beïnvloeden. Landmeters, geodeten en kartografen dienen van deze factoren op de hoogte zijn. Het gebruik van GIS-technologie gaat immers hand in hand met het gebruik van de door hen geproduceerde data. De toegevoegde waarde van GIS is voor een groot deel af te leiden van de mogelijkheden van de (digitale) kaar ten of topografie zelf. Kaarten hebben de unieke eigenschap om inzicht te geven in locatie, omvang, verspreiding en de onderlinge relaties van geogra fische objecten en -thema's. Deze in formatie wordt gebruikt bij een grote diversiteit aan werkprocessen, zoals inventarisatie, planning, ontwerp, cal culatie, inspectie, beheer en onder houd. De informatie die met behulp van kaarten wordt verkregen, zou men geografische informatie kunnen noe men. Het betreft hier dus niet alleen de informatie die in de kaart zeifis op genomen, zoals de topografie en de daaraan gerelateerde thema's. Ook alle informatie die via een kaart in een ruimtelijke context kan worden ge- Bewerking van een lezing, gehouden op 27 oktober 1995 tij dens het 18e NGL- congres te Utrecht. plaatst, is van belang. Het blijkt dat maar liefst 80% van de gegevens die worden gebruikt binnen overheid en bedrijfs leven kan worden gerelateerd aan een ruimtelijke ligging. Hierbij kan worden gedacht aan beschrijvende gegevens die we doorgaans in de vorm van attribuutgegevens in data bases opslaan. Maar ook allerlei documenten zoals for mulieren, rapporten, plattegronden, schetsen, schema's, foto's en zelfs video's (multi-media) kunnen aan kaarten worden gerelateerd. De kaart dient hierbij dus als een soort ruimtelijke index of interface. Je zou je zelfs kunnen af vragen of „ruimtelijk-gerelateerde informatiesystemen" niet een betere benaming is dan „geografische informatie systemen". Omdat meerdere gegevens of gegevenssoorten aan dezelfde kaart (lees topografie) te relateren zijn, gaat er ook een krachtige integrerende mogelijkheid van uit. Op grond van deze eigenschappen kan worden gesteld dat de kaart daar mee een belangrijke plaats inneemt in de informatievoor ziening binnen organisaties en zelfs de samenleving. De verwachting van een doorbraak van het fenomeen GIS is dan ook een voor de hand liggende. Een belangrijke succesfactor bij de intrede van geografische informatievelwerking binnen overheid en bedrijfsleven is de beschikbaarheid van de benodigde gegevens. Over heden, maar ook commerciële ondernemingen hebben de laatste decennia een zeer grote hoeveelheid gegevens ge produceerd en deze beginnen voor de gebruiker beschik baar te komen. Het betreft hier zowel de digitale topografie zelf (Kadaster, Topografische Dienst, gemeenten, nutsbe drijven, provincies, EGT, TeleAtlas, And, enz.) als de daar aan te relateren gegevens (CBS, KvK, Geomarktprofiel, Bridgis, Omnigis, enz.). De bestsellers onder de digitale topografie zullen die ge gevens zijn, die als doorgeefluikjes kunnen fungeren voor de eraan gekoppelde informatie. Dat geldt bijvoorbeeld voor adreslocaties, postcodegebieden, bouwblokken, wijken,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 11