buurten en wegsegmenten. Deze zullen immers de toege
voegde waarde van de kaart voor de consument vergroten.
Belangwekkend zijn ook geheel nieuwe interpretaties van
ruimtelijke informatie. Denk hierbij aan het gebruik van
gescande kaarten, luchtfoto's, panoramafoto's en video's.
Deze nieuwkomers bieden eveneens een schat aan informa
tie over onze geografische ruimte.
IJ
«mms wmmmmam:.
De commerciële beschikbaarheid van alternatieve vormen
van geografische informatie lijkt in eerste instantie een
bedreiging te vormen voor de (dure) grootschalige vector-
gebaseerde topografie. Er is niet alleen sprake van een
technology-pushmaar ook van een data-push. Deze alter
natieve vormen van geo-data zijn echter juist een sterke
stimulans voor het gebruik van digitale geografische infor
matie in het algemeen. De consument raakt immers meer
vertrouwd met het werken met digitale ruimtelijke ge
gevens en zal al snel hogere eisen stellen aan de data. Het
inzetten van grootschalige, kwalitatief hoogwaardige
vectortopografie is dan een logische doorgroei. Het is in
ieder geval wel duidelijk dat het succes van de geo-informa-
tisering in steeds mindere mate wordt beperkt door de
beschikbaarheid van gegevens.
Theorie en praktijk
Ondanks de ruime beschikbaarheid van digitale geo-data
lijkt het alsof overheid en bedrijfsleven er maar ten dele in
slagen om deze gegevens daadwerkelijk in te zetten in hun
afwegings- en werkprocessen en te profiteren van de toe
gevoegde waarde. Wat bij vele andere vormen van auto
matisering en informatisering (zoals desktop-kantoorauto
matisering en bedrijfsadministratieve automatisering) wel
lukt, lijkt bij de implementatie van GIS tegen te zitten.
Daarvoor zijn verschillende redenen aan te geven, deels van
organisatorische en deels van technische aard.
GIS is een vorm van technische automatisering: werk voor
„specialisten". Denk maar eens aan de zogenaamde GIS
expertise-centra die in diverse gemeenten zijn geïmplemen
teerd. Het moge duidelijk zijn dat deze concentratie van
GIS-expertise rondom GIS-technologie te maken heeft
met de complexiteit en kosten van de GIS-technologie zelf.
Daar staat tegenover dat geografische informatie voor een
veel grotere doelgroep toegankelijk zou moeten zijn. Het
is toch eigenlijk zeer vreemd dat er een GIS-specialist of
Fig. 1.
Bruggen bouwen.
-operator in een expertisecentrum aan
te pas moet komen om een afnemer te
voorzien van een ,,ad-hoc kaartje" dat
hij voor de uitvoering van zijn werk
nodig heeft. Die werkwijze is omslach
tig en duur. Noch digitale topografie,
noch geografische informatie vormen
een doel op zich. Waar het binnen een
organisatie om gaat, is een goede en
efficiënte bedrijfsvoering. En deze is
weer gebaat bij goede informatie: bij
de juiste persoon, op het juiste mo
ment en op de juiste wijze.
De gebruiker moet dus niet naar de
kaart, maar de kaart moet naar de ge
bruiker komen. Deze situatie vertoont
alle kenmerken van „eiland-automati
sering" en is rijp voor renovatie. Een
probleem daarbij is dat we te maken
hebben met conflicterende behoeften
tussen de individuele gebruikers en de
organisatie als geheel. De organisatie
als geheel heeft behoefte aan integratie
en standaardisatie. Er is sprake van een
focus op de beheersing en verbetering
van de bedrijfsprocessen. Dat wil zeg
gen dat zowel data als applicaties van
meerdere disciplines (zowel technische
als bedrijfskundige of bestuurlijke)
moeten kunnen worden geïntegreerd,
zodat er een verbetering van effectivi
teit en kwaliteit van de organisatie als
geheel plaatsvindt.
De individuele gebruiker van GIS
daarentegen voelt zich een specialist.
Hij heeft behoefte aan differentiatie en
vrijheid voor creativiteit, aan gespe
cialiseerde of maatwerk-applicaties die
hem helpen zijn persoonlijke pro-
duktiviteit en kwaliteit te verbeteren.
De organisatie-brede standaardisatie
en afdelingsoverschrijdende integratie
zijn voor hem eerder een blok aan het
been dan welkome randvoorwaarden,
omdat het ten koste zal gaan van zijn
meer gespecialiseerde individuele be
hoeften en eisen.
Bruggen bouwen
Al deze tegengestelde belangen klin
ken door in de systeem-eisen die door
de organisatie enerzijds en de indivi
duele gebruiker anderzijds worden ge
steld. Daarbij komt dat administra
tieve bedrijfsautomatisering in het al
gemeen verder ontwikkeld is dan tech
nische automatisering. Configuraties
10
1996-1
NGT GEODESIA