schatten hoe de toekomst van de geo deet er na het jaar 2000 zal uitzien. Siebe weet het niet. Eigenlijk ben ik uitgedraaid in dit vak, merkt hij op. Ik ben helemaal een andere kant op ge zwenkt met mijn werk en daarom ben ik blij dat het voorzitterschap nu weer door een geodeet wordt overgenomen. Overigens bestaat er al een visie op de taak van de geodeet na 2000. Dat kun je lezen in het NGP (Nationaal Geo detisch Plan); ik vind dat een vreselijk goed verhaal. Geodeet Paul springt daar vlug op in. Het is een goed plan dat ook moet worden uitgevoerd. Het legt de vinger op de foute aansluiting van ons vak bij wat de samenleving vraagt. De geodeet luistert veel te weinig naar de klant en is te veel bezig met halfprodukten, ter wijl anderen goede sier maken met een eindprodukt. We moeten veel meer opschuiven richting klant. De geodeet moet zich meer bewust worden van hetgeen hij maakt en waarvoor het moet dienen. De Stichting Geodesia heeft door middel van het vaktijd schrift, de studiedagen en congressen een enorm belangrijke rol in het aan bieden van nieuwe kennis. Hoe kan een beroepsgroep van 5000 geodeten anders ook met zijn tijd mee. Dat is ook mijn motivatie om in de Stichting te gaan werken, want die is de enige die zich daarover druk maakt en er werkelijk iets mee wil doen. Boven dien is de Stichting onafhankelijk en „onverdacht" en kan dus makkelijker opereren dan andere organisaties. Het reilen en zeilen eerst een poosje aangekeken. NGP uit de kast houden. Siebe heeft zich erg gestoord aan de wijze waarop door sommigen onder andere in NGT Geodesia werd ge reageerd op het plan: zoeken naar wat er verkeerd aan is, woorden wegend, kortom, wat gerommel in de marge en „iets met mieren". Er wordt op typisch geodetische manier mee omgegaan, dat wil zeggen men zoekt naar fouten in plaats dat men kijkt naar de grote lijn. Het is een goed plan en ga dat nou alstublieft eens uitvoeren. De grootste fout die kan worden gemaakt, is dat het NGP in de kast ver dwijnt. Er is een belangrijke taak weggelegd voor de Stichting Geodesia (en dus voor voorzitter Paul) om dat plan daar buiten te houden. En het onderwijs dan? Het is teleurstellend volgens Siebe dat de geodetische op leidingen het plan niet omarmen en koesteren. De markt ziet er heel anders uit dan ze daar in hun hoofd hebben. Als je op deze manier krijgt aangereikt waar de markt naartoe gaat, dan moet je daar op inspelen. Ook als er maar zes leerlingen per jaar meer voor geodesie kiezen? Juist daarom. Vijfjaar geleden trok het bedrijfsleven aan de bel omdat er gebrek was aan goed opgeleide geodeten op alle niveaus. Het NGL nam het initiatief voor een gerichte promotiecampagne. Dat heeft goed gewerkt. Nu loopt het aantal studenten opnieuw drastisch terug en bedreigt zelfs de geodetische opleidingen. Helaas lijken sommige op leidingen zich bij die situatie te willen neerleggen en af te haken bij de promotie-activiteiten. Het is natuurlijk erg dom om te stoppen met promotie als het slecht gaat, vindt Siebe, dat doet een bedrijf ook niet, die gaan dan juist extra adverteren. Bij de ouders van kinderen die een studiekeuze moeten maken, vallen wekelijks folders op de mat van aller hande beroepsgroepen. Als geodesie daar niet bij zit, tel je ook niet meer mee. Stoppen met promotie is verkeerd, er is eerder een nieuwe impuls nodig. Tijd voor een nieuw initiatief van de Stichting om met de werkgevers en het onderwijs rond de tafel te gaan zitten. Paul vindt individuele druk ook nodig. Geodeten in en bij het onderwijs moeten worden gestimuleerd hun invloed te laten gelden. De Stichting in zijn geheel, maar ook NGT Geodesia kan daarmee al direct aan de slag, bijvoorbeeld in de komende mini-serie over het geodetisch onderwijs in NGT GEODESIA 1996-1 1h

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 7