leeuwendeel door de bestaande personeelsformatie worden
verdiend. Faculteiten moeten steeds bedrijfsmatiger gaan
werken; daarom zal in 1996 een bedrijfsplan worden ge
maakt.
Kritisch was Bogaerts over het „studeerbaarheidsfonds''.
Voortaan krijgt de universiteit minder geld, maar kan via
aanvragen een beroep doen op dit Zoetermeerse fonds. Een
sigaar uit eigen doos, aldus de dekaan.
In 1996 zal ook verder worden gewerkt aan de oprichting
van een onderzoeksinstituut op het terrein van aardgericht
ruimte-onderzoek, een samenwerking tussen de groep van
Wakker bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en - voor
lopig alleen de sectie Fysische, Meetkundige en Ruimte-
geodesie. Te zijner tijd kan het instituut opgaan in de
Utrechtse onderzoeksschool Geodynamica. De faculteit
participeert dan in twee onderzoeksscholen (de andere is
Nethur: Netherlands graduate school of housing and urban
research).
Kadaster
Tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst voor het management
van het Kadaster op 3 januari 1996 hield mr. J. W. J.
Besemer, voorzitter van de Raad van Bestuur van het
Kadaster, zijn jaarlijkse toespraak onder het motto „De
toekomst is onvoorspelbaar; toch moeten tvij ons erop voor
bereiden
Alvorens op die toekomst in te gaan, werd nog even terug
gekeken naar het afgelopen jaar. Daarover is Besemer, met
enige bescheidenheid, niet ontevreden. De sanering die
met het Kadaster Ondernemings Plan werd beoogd, ver
loopt succesvol en de primaire doeleinden van de verzelf
standiging lijken te zijn gehaald. Hij memoreert enkele
succesvolle zaken:
goede ontwikkeling in de relatie naar klanten;
twee forse tariefsverlagingen;
nieuwe klantvriendelijke tariefstructuur;
invoering van Hypotheken fase 2 en van de digitale
metingstaat;
totstandkoming van een creatieve CAO.
Hij noemt ook de veranderde bedrijfscultuur en haalt met
enige trots de uitspraak aan van de bekende econoom
Peereboom die onder meer het Kadaster opvoerde als één
van de weinige bedrijven die de afgelopen jaren echt een
cultuurverandering heeft doorgemaakt.
Over de toekomst is Besemer uitvoeriger. Planmatig is de
toekomst van het Kadaster beschreven in het Meerjaren
Beleids Plan en het Intern Bedrijfs Plan, alsmede in het
IT-programma 2000. Eén ding is heel duidelijk: het aantal
arbeidsplaatsen wordt voortdurend kleiner. Het Kadaster
wil een sociaal werkgever zijn, hetgeen ook blijkt uit de
nieuwe CAO. De kwalitatieve gevolgen van de toekomst
plannen voor de organisatie en medewerkers bieden de
nodige kansen en uitdagingen. De discussie over de toe
komst wordt dit jaar gevoerd en moet ook dit jaar nog tot
beslissingen leiden.
Leidraad bij deze discussie blijft: kiezen voor de klant! Het
Mr.]. W. J.
Besemer, voorzitter
van de Raad van
Bestuur va?i het
Kadaster.
nieuwe Kadastraal Vastgoed Systeem
(KVS) moet daarvoor de mogelijkheid
bieden. KVS is meer dan de optelsom
van AKR en LKI; KVS is digitale inte
grale dienstverlening. Menselijk con
tact blijft echter belangrijk. Besemer
denkt dat accountmanagement in de
breedte moet worden ingevoerd; dat
betekent dat voor elke klant een vast
aanspreekpunt moet worden gekozen.
Dit kan ook betekenen dat de organi
satie „klantgewijs" moet worden in
gericht. Dat geldt voor elke notaris,
maar ook voor bijvoorbeeld de land
inrichting in een nieuwe structuur.
Ook kan men denken aan een lan
delijke marketingmanager voor de
GBKN in verband met landelijke
klanten van dit produkt.
Naast de wettelijke en daaraan gere
lateerde taken wil het Kadaster ook
commerciële marktactiviteiten gaan
ontwikkelen. Voor dit doel zal een BV
worden opgericht onder de naam
KADDATA.
74
1996-2
NGT GEODESIA