A (Afstudeerdatum: 15-9-1995) Met satellietgradiometrie worden van de zwaartekrachtpotentiaal tweede orde afgeleiden naar de coördinaten gemeten. De metingen worden uitge voerd in een laag om de aarde „vallen de" satelliet. Het zwaartekrachtsveld kan worden beschreven als een onein dige reeks van steeds kleiner wordende coëfficiënten. Voor deze coëfficiënten kunnen kleinste kwadraten schattin gen worden berekend; de tweede-orde afgeleiden zijn de waarnemingen, de coëfficiënten de onbekenden. Om de grootte van de waarnemingsvector en de structuur van de normaalmatrix te beheersen, worden de waarnemingen naar een rechthoekig rooster gerekend. Als het rooster ook nog symmetrisch is ten opzichte van de evenaar, krijgt de normaalmatrix een blokdiagonale structuur. De waarnemingen worden verdeeld in blokjes en van alle waarnemingen in een blokje wordt een blokmiddelpunt berekend. Al deze blokmiddelpunten vormen het rooster. Het doel van dit onderzoek is te bepalen welke metho de het beste geschikt is om een rooster te berekenen. Vijf technieken zijn be keken: representatie, waarbij de waarne mingen in een blok worden gemid deld; inverse afstand, waarbij elke waarne ming wordt gedeeld door de afstand naar het blokmiddelpunt; inverse afstand kwadraat, waarbij el ke waarneming wordt gedeeld door de afstand in het kwadraat naar het blokmiddelpunt; kleinste kwadraten interpolatie, waarbij de fout bij het voorspellen van een blokmiddelwaarde wordt geminimaliseerd; 2D kubieke interpolatie, waarbij een oppervlakte van minimale krom ming door de waarnemingen wordt geschat. Het is gebleken dat kleinste kwadraten interpolatie de beste methode is om een rooster te berekenen en dat na ite raties de oplossing in belangrijke mate verbetert. I. van Veen (Afstudeerdatum: 15-9-95) Door veranderingen aan consumen ten- en ondernemerszijde blijkt het noodzakelijk om de na-oorlogse win kelvoorzieningen te herstructureren door concentratie en opheffing, en om de winkelconcentraties te revitaliseren. De investeringen hiervoor zullen gro tendeels door private partijen moeten worden gedaan, omdat vanuit de over heid vrijwel geen gelden beschikbaar zijn. Voor het slagen is het van groot belang dat alle partijen komen tot een voor hen aanvaardbare verdeling van kosten, opbrengsten en risico's. In de scriptie worden drie modellen voor deze verdeling beschreven, waarbij het profijtbeginsel als uitgangspunt is ge nomen. De modellen zijn het geschei den model, het vereveningsmodel en het integrale model. Verder is beschre ven welke instrumenten behulpzaam kunnen zijn bij implementatie van een model; dit zijn baatbelasting, grond prijs en onteigening. Uit onderzoek in de praktijk lijkt een verdeling volgens het vereveningsmo del vaker voor te komen dan verdeling volgens het gescheiden of integrale model: partijen overleggen en onder handelen over de financiële verdeling en zorgen voor afstemming in de uit voering. Gebruik van het verevenings model lijkt onder andere af te hangen van de eigendomssituatie. J. Medendorp (Afstudeerdatum: 24-11-95) De gemeenten in Nederland worden geconfronteerd met een aantal proble men als zij grond proberen te verwer ven op de zogenaamde VINEX-uit breidingslocaties. Marktpartijen zijn ook begonnen met de verwerving van grond op deze locaties en belemmeren daarmee de verwerving door de ge meente. Het grondbeleid van de ge- meente kan hierdoor niet voldoende goed worden uitgevoerd. Een mogelijke oplossing voor deze problemen bij de verwerving is een sa menwerking tussen de gemeente en de marktpartijen. Hierbij wordt de term grondverwervingsstrategie geïntrodu ceerd. Bij een publiek-private grond- verwervingsstrategie gaat het om het inzetten van publieke en private mid delen om de verwerving op de uitbrei dingslocaties te verbeteren en het risi co van de verwerving te beperken en/of te delen. In het onderzoek is een aantal prak tijkvoorbeelden van een verwervings strategie geanalyseerd en is aangegeven welke zaken de inrichting van een der gelijke strategie bepalen. Een verwer vingsstrategie is, zoals het zich voorals nog laat aanzien, een redelijke oplos sing voor de problemen. R. F. Berkers (Afstudeerdatum: 24-11-95) In de DDR was het mogelijk om een „onafhankelijk gebouweigendom" als recht te bezitten, hetgeen in het ver enigd Duitsland in de praktijk grote problemen met zich meebrengt. Om deze rechtssituaties in het gebied van de voormalige DDR aan te passen aan het huidige Duitse recht, worden de rechten grond- en gebouweigendom door de overheid samengevoegd. Dit onderzoek is een beschrijving en evaluatie van de samenvoeging tot nu toe en van de huidige problemen. In het bijzonder wordt het landelijk ge bied behandeld. Het onderzoek werd verricht vanuit de landbouwministe- ries in Sachsen-Anhalt, Sachsen en vanuit het centrale landbouwministe- rie in Bonn. Voor de samenvoeging in het landelijk gebied zijn hoofdzakelijk twee wetten van belang. Eén van deze wetten werd juist eind 1994 ingevoerd. Het blijkt dat, alhoewel regelgeving deels nog problematisch is, de praktische proble men steeds belangrijker worden. Hier uit wordt dan ook geconcludeerd dat de samenvoeging op dit moment een 89 NGT GEODESIA R. Quadvlieg On the gridding of satellite gravity gradiometry observables Revitalisatie van na-oorlogse winkelcentra: verdeling van kosten, opbrengsten en risico's Grondverwervingsstrategieën, inrichting van een publiek- private verwerving op de VINEX-uitbreidingslocaties '996-1 De samenvoeging van grond en gebouweigendom in de voor malige Duitse Democratische Republiek

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 43