Wetenschapsbeoefening in de geodesie
Een terugblik op de International Association of Geodesy
mathematical geodesy, theory
mathematische geodesie, theorie
De International Association of Geo
desy was de internationale organisatie
waar ik mij het meest heb thuisge-
voeld, met zijn stimulerende congres
sen, mijn eerste in 1954 te Rome. In
herinnering blijft de felle discussie tus
sen Vening Meinesz en Jeffreys en de
zachtmoedige wijze waarop president
Baeschlin mij als jongere mijn plaats
wees naar aanleiding van geuite kritiek
op de astro-geodetische geoïde van
Bomford. Het eigenlijke werk gebeur
de in de studiegroepen, waarvan ik er
jarenlang één mocht leiden.
Congressen werden te massaal, daar
om kwamen de symposia op. Het
Brusselse symposium over rekenme
thoden gaf Moritz en mij de gelegen
heid een lange wandeling te maken en
te dineren, waarbij zich tot diep in de
nacht een discussie over filosofie ont
spon. Moritz, de latere president van
de Associatie, daarna van de overkoe
pelende International Union of Geo
desy and Geophysics en nu de auteur
van een dit jaar verschenen inleiding
in de filosofie [1], zó helder en knap
geschreven dat eigenlijk iedere student
er kennis van zou moeten nemen.
De boeiendste symposia voor mij
waren de Marussi Symposia on Ma
thematical Geodesy, waar Hotine zijn
revolutionaire theorieën naar voren
bracht. De aanduiding „mathemati
cal' gaf in het begin een soort drei
ging, misschien vergelijkbaar met de
huidige dreiging die van de woord
spelingen rond de I van informatie
weieens schijnt uit te gaan. Hoewel,
het viel mee. Zonder deze symposia
zouden Kukkamdki en ik niet als noor-
Prof. dr. ir.
W. Baarda,
emeritus
hoogleraar aan
de Technische
Universiteit
Delft.
derlingen de bruid hebben mogen kussen ter afronding van
een Italiaanse huwelijksceremonie en zouden Mueller en ik
met enkele anderen het memorabele diner hebben gemist,
waar een grote kogelronde vis geserveerd werd die ons
achteraf enkele honderden guldens kostte. Het verhinderde
trouwens niet dat beiden later ook weer tot het president
schap van de Associatie zouden worden geroepen. Vele
malen was Marussi gastheer van deze symposia en ik ben er
nog steeds trots op dat mijn woorden van dank de grote
betekenis van deze symposia voor ons vakgebied mochten
onderstrepen toen Marussi zich uit de organisatie moest
terugtrekken.
Namen van vrienden..., vrienden die ik juist in de Asso
ciatie vond. Vrienden die je nodig hebt om je over de
momenten van eenzaamheid, van teleurstelling en soms
van radeloosheid over op je afstormende nieuwe ideeën
heen te helpen.
Een tweetal vriendschappen wil ik in het bijzonder ver
melden, daterend uit de jaren vijftig toen wij nog jong en
onervaren waren en onze sporen nog moesten verdienen.
Maar waar nog tijd was voor praten, discussiëren en geza
menlijk eten vóór functies en levensomstandigheden ons
van gebeurtenis naar gebeurtenis zouden jagen. De namen:
de begaafde Zweed Bjerhammer, die vóór mij de medaille
ontving, en dan Levallois zelf, de langjarige secretaris
generaal van de Associatie. Ik herinner mij dat hij vertelde
hoe gelukkig en geëerd hij zich voelde met de naamgeving
van de medaille, maar ook hoe verbaasd hij was dat het
bestuur van de Associatie juist zijn naam had gekozen.
Professor Torge, ook ik ben dankbaar, gelukkig en geëerd
door de toekenning van de medaille, maar ik ben evenals
Levallois verbaasd dat uw bestuur mijn naam koos.
Immers, ik heb mij altijd de geodeet-landmeter gevoeld,
die zeker niet kan wedijveren met de geodeten-wiskundige
die de laatste decennia steeds meer de richting van de Asso
ciatie gaan bepalen. Altijd heb ik veel moeite gehad ideeën
van anderen te doorgronden en op te nemen. Meestal
gelukte dit alleen door opgevangen ideeën opnieuw te
rangschikken en te hervormen in een nieuwe theorie, waar-
51
NGT GEODES1A
1996-2
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Toespraak ter
gelegenheid van de
aanvaarding van de
Levallois-medaille
van de IAG op
17 november 1995.