Wie is de klant? Hiddo: De studenten worden vaak als de klanten gezien, maar volgens mij zijn de bedrijven en instituten waar ze zullen gaan werken de klanten. De studenten zijn slechts het produkt dat wordt opgeleverd. Eric: Ik vind het wat cru een student als produkt te zien. Bovendien zijn het niet de bedrijven of instituten die de opleiding betalen, dat zijn toch de studenten zelf. En die kosten worden voor de studenten steeds hoger, dus worden de eisen die ze aan de oplei ding stellen ook steeds hoger. Nee, de student is gewoon onze klant. Hiddo: Menig student zal zeggen: „Geef mij dat diploma maar zo snel mogelijk en maak de examens vooral niet te moeilijk". Minister Ritzen is ook die mening toegedaan, want hoe sneller we ingenieurs opleveren, des te meer geld krijgt de Hogeschool. Waar is de prikkel die ervoor zorgt dat de kwaliteit van het onderwijs voldoende hoog is? Die moet toch zeker van de geodetische bedrijven en instituten komen? Eric: Oké, laten de studenten geen klanten zijn, de bedrijven en instituten zijn het ook niet. Want zij betalen toch niet voor de opleiding? Hiddo: Ik denk het wel. Ze betalen mee aan de belastingen. Bovendien zijn veel geodetische bedrijven en in stituten bereid kosteloos mee te wer ken aan excursies, practica, stages en afstudeerprojecten. De conclusie moet zijn dat er niet, zoals bij een produk- tiebedrijf, sprake is van twee partijen: de klant en de leverancier, maar van drie: de studenten, de latere werk gevers en de onderwijsinstelling. Eric: Wat doen we met deze conclusie? Hiddo: We moeten luisteren naar de studenten en leuk, niet te duur en studeerbaar onderwijs geven. We moeten ook luisteren naar de werk gevers. Zij zeggen dat we onderwijs moeten geven waarin bijvoorbeeld integratie over verschillende vakgebie den heen plaatsvindt en waarbinnen aandacht is voor projectonderwijs en bedrijfsmatig denken. Gelukkig zijn de wensen van stu denten en werkgevers niet strijdig met elkaar. Vakmanschap is meesterschap Eric: Landmeten is sinds de komst van de GPS-ontvangers ook voor de leek eenvoudig te doen (fig. 2). Is het beroep van geodetisch ingenieur overbodig geworden? Hiddo: Het daadwerkelijk meten met GPS is voor studen ten inderdaad niet zo spannend. En academisch mijmeren over hoogstaande techniek past niet bij de HBO-student omdat de interesse en de tijd ontbreken. Toch kan het wer ken met een dergelijke, bijna volautomatische techniek misgaan door menselijke fouten. We besteden daarom in de practica veel aandacht aan een goede verslaglegging. Het belang daarvan wordt nog duidelijker bij de stages en af studeeropdrachten, waar men conform het gildeconcept in de leer is bij een „meester". Fig. 2. ,,Moet de GPS- ontvanger al aan? Welnee, ik heb nog geen satelliet gezien!" Eric: Dat leerling-meester stelsel roept bij mij de associatie op met het woord „ambacht". Een HBO-ingenieur is toch geen ambachtsman? Hiddo: Tijdens de discussies over het Nationaal Geodetisch Plan kwam telkens terug dat een geodeet een vakman moet zijn en blijven. Het meten, rekenen, beheren en verdelen blijven de kern van het vak vormen. Maar ook algemeen management en inzicht in toepassingen en vooral in GIS- toepassingen zijn van belang. Het onderwijs moet daarom efficiënter worden. Dat kan door een logischer structuur van de vakken en door nieuwe onderwijsvormen als pro ject- en probleemgestuurd onderwijs. Een meer logische structuur hebben we recentelijk gerealiseerd met nieuwe vakken als „geodetische inwinningstechnieken", „meet kundige geodesie", „puntsbepaling" en „GIS-technieken". Eric: Dus de bedoeling is een betere ambachtsman in kortere tijd af te leveren, die ook nog en passant tot advi seur en manager moet worden opgeleid?! Hiddo: Precies! Bij de totstandkoming van die verande ringen is er contact geweest met mensen uit de praktijk. Verder hebben we opnieuw de eindtermen geactualiseerd. NGT GEODESIA 1996-3 107

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 17