Deze eindtermen zijn een omschrijving van het „eindpro-
dukt" en een verantwoording naar de praktijk. Wat opvalt
aan deze eindtermen is dat GIS meer dan vroeger een
centrale rol speelt in de opleiding en dat het strakke denken
in verschillende vakken veel genuanceerder is geworden.
De eindtermen geven helder aan waar het onderscheid ligt
tussen de heide differentiaties (voornamelijk in het
„ambachtelijke") en hoe groot het gemeenschappelijke ge
deelte is.
Maak er geen punt van
Hiddo: Het vak puntsbepaling, Eric, dat is toch het vlagge-
schip van de recente aanpassingen in het studieprogramma?
Eric: Zonder meer. Met het vak puntsbepaling verrijken we
de geodetische practica door naast het meten meer nadruk
op het verwerken te leggen. Tenslotte is de verwerking
steeds meer geüniformeerd: stop metingen in een com
puter, laat er geautomatiseerd allerlei reducties, correcties,
rekenmodellen, vereffeningen en filters op los, et voila, de
resultaten nrèt kwaliteitsbeschrijving komen er weer uit.
Door die uniformering en de rekenkracht van de heden
daagse computers worcit nu veel, dat voorheen mechanisch
en door een mens werd uitgevoerd, door de computer uit
gerekend. Kijk maar naar de digitale fotogrammetrie, de
geautomatiseerde waterpassing en de interactieve grafische
werkstations.
Hiddo: Is dat nieuwe vak puntsbepaling niet alweer ge
dateerd?
Eric: |e bent zelf met het idee gekomen om het vak in te
voeren! Het vak is fundamenteel.
Hiddo: Inderdaad is het wat overtrokken om het hele vak
ouderwets te vinden. Waar ik over val, is het woordje
„punt" in puntsbepaling. Is het niet zo, dat het typisch
geodetische denken in punten uit de tijd is? De geodeet
levert coördinaten van punten en verbindt ze met elkaar
(fig. 3). De afnemer van geo-informatie wil objecten,
geclassificeerde eenheden, entiteiten, die hij kan beheren,
kan veranderen, kan plannen, waarover belasting kan wor
den geheven, waar post kan worden bezorgd, of water en
gas. Hij wil informatie waarmee hij de gezondheid van
gewassen kan bepalen, of de hoeveelheid gestorte mest. Een
verzameling punten zegt hem of haar niets.
Eric: Natuurlijk, maar in het vak puntsbepaling is de speci
fieke kennis van de geodeet gebundeld in één vak. Een
geodeet is daarmee nog lang niet compleet. Hij moet weten
hoe hij de specifiek geodetische kennis moet inbrengen in
multi-disciplinaire projecten. De geodeet moet de verzame
ling punten nog omvormen tot betekenisvolle entiteiten.
Daarover leert hij hier ook veel.
Hiddo: Als je gelijk hebt, moet je mij eens uitleggen welke
specifieke kennis in het vak puntsbepaling wordt onder
wezen. Jij geeft tenslotte samen met Henk Jongbloed dat
vak.
Eric: Het belangrijkste doel van het
vak is de student te trainen in het
denken vanuit de gewenste kwaliteit
en functionaliteit van geodetische
produkten. De student leert een greep
te doen uit basiskennis als transforma
tieformules, vereffeningsformules en
puntsbepalingsmethoden om tot de
coördinaten van punten te komen.
Daarnaast leert de student geodetische
netwerken te ontwerpen. Daarbij
komt het afwegen van gewenste nauw
keurigheid en kosten op basis van ver-
kenningsgegevens aan de orde.
Meten is weten
Hiddo: Wat doe jij met dat andere
nieuwe vak, geodetische inwinnings-
technieken?
Eric: Onder geodetische inwinnings-
technieken verstaan we alle technieken
die dienen om geometrische gegevens
van vastgoedobjecten in te winnen.
De inwinning van thematische gege
vens, die natuurlijk ook belangrijk is
Een geodeet/geo-informaticus op HBO-niveau moet in
staat zijn eenvoudige geodetische problemen op te
lossen en de wensen van gebruikers (van geo-informatie)
te vertalen in specificaties voor het inwinnings- en
verwerkingstraject. Hij/zij moet kennis hebben van GIS,
van inwinnings- en presentatiemogelijkheden, en van
een aantal belangrijke toepassingen (o.a. vastgoedinfor
matie juridisch/planologische processen). Hij/zij kan
adequaat functioneren in multidisciplinaire teams en
heeft voldoende bedrijfsmatig inzicht. Verder heeft hij/
zij alle analytische en leidinggevende capaciteiten die
men van een technisch HBO-er kan verwachten.
Een HBO-geodeet moet complexe geodetische pro
blemen kunnen analyseren en oplossen en geodetische
processen sturen en/of veranderen. Hij/zij onderscheidt
zich van andere disciplines door een diepgaande kennis
van geometrische informatie (inclusief de kwaliteits
beschrijving daarvan), van inwinningsprocessen en van
juridisch/planologische processen
Een HBO-geo-informaticus wordt geacht intermediair-
functies te vervullen tussen GIS-systemen en gebruikers.
Hij/zij moet GIS-systemen kunnen bouwen, aanpassen,
onderhouden, beheren, enz. Hij/zij heeft bijzondere
aandacht voor het eindtraject binnen een GIS-om-
geving: het vervaardigen van kaarten.
1996-3
NGT GEODESIA
Eindtermen algemeen:
Specifiek voor Geodesie:
Specifiek voor Geo-informatica:
108