Oracle MultiDimension
Grensverleggend in ruimtelijk gegevensbeheer
NGT GEODESIA
1996-3
gis/lis, databases, system description
gis/lis, gegevensbestanden, systeembeschrijving
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Oracle MultiDimension, een uitbreiding van het
Oracle7 RDBMS, betreedt een nieuw terrein met het
beheren van multidimensionale (ofwel ruimtelijke)
gegevens. Met de toevoeging van een nieuw, algemeen
gegevenstype is de functionaliteit van SQL uitgebreid en
wordt een elegante methode geboden om ruimtelijke
gegevens te bewerken en te beheren. Dit lost twee
problemen op. In de eerste plaats kunnen nu gegevens
van verschillende aard eenvoudig en efficiënt in één
database worden opgeslagen, benaderd en beheerd.
Daarnaast zijn de prestaties voor zeer grote databases
met honderden gigabytes of zelfs terabytes aan
ruimtelijke gegevens sterk verbeterd.
In de huidige GIS-databases zijn
ruimtelijke en niet-ruimtelijke gege
vens meestal gescheiden opgeslagen in
afzonderlijke databases. De reden voor
deze tweedeling is vooral dat ruimtelij
ke gegevens het meest efficiënt worden
benaderd met ruimtelijk geïndiceerde
gegevensstructuren, die worden be
heerd met specifieke mechanismen
voor gegevensopslag. Pogingen om
ruimtelijke gegevens op te slaan in een
relationele database-tabel zijn op niets
uitgelopen, omdat iedere dimensie in
een afzonderlijke kolom moest wor
den opgeslagen. Door deze inefficiënte
methode kostte het opvragen van
ruimtelijke gegevens buitengewoon
veel tijd. Daarentegen was de relatio
nele structuur bijzonder geschikt voor
de opslag van niet-ruimtelijke gege
vens. Voor veel GIS-systemen werd
dus gebruik gemaakt van een bestaand
RDBMS-produkt voor het beheer en
de opslag van niet-ruimtelijke gege
vens, en daarnaast van een geoptimali
seerde methode voor de ruimtelijke
gegevens. De tweeslachtige database
S. Niemvenhuijs,
werkzaam bij
Oracle Europe,
Middle East
Africa.
die daarvan het resultaat is, vormt een werkbare oplossing
voor het probleem van de zoektijden, maar er viel nog veel
te verbeteren:
de gegevensintegriteit tussen beide databases is moeilijk
te behouden;
standaardbewerkingen zoals invoegen, bijwerken en
wissen worden niet uitgevoerd door dezelfde database-
software, waardoor inconsistenties in de databases kun
nen ontstaan;
tweeslachtige oplossingen kunnen niet optimaal profi
teren van de mogelijkheden van moderne RDBMS-
technologie, zoals toegangsbeheer, back-up en herstel,
gedistribueerde databases en een client/server-architec-
tuur;
systeemeigen architecturen en bestandsindelingen be
moeilijken of verhinderen de uitwisseling van gegevens
tussen databases. De gegevens zijn niet gemeenschappe
lijk te gebruiken en zijn opgeslagen in uiteenlopende
incompatibele indelingen;
toegang tot en bewerkingen op ruimtelijke gegevens
zijn buitengewoon afhankelijk van de gegevensstructuur.
Iedere wijziging in de gegevensstructuur kan betekenen
dat de hele database opnieuw moet worden opgebouwd
(conversie) en dat bestaande procedures ingrijpend moe
ten worden gewijzigd;
inadequate verwerking van gegevens voor meer dan twee
dimensies legt beperkingen op aan de manier waarop
gegevens kunnen worden geanalyseerd en uitgedrukt.
Onder GIS-gebruikers groeit het besef dat het onderscheid
tussen ruimtelijke en niet-ruimtelijke gegevens goeddeels
willekeurig is. Gebruikers eisen dat alle soorten gegevens
kunnen worden geïntegreerd in dezelfde databasestructuur
met dezelfde opvraagmogelijkheden. Omgekeerd moeten
ruimtelijke gegevens op dezelfde manier kunnen worden
vormgegeven als kenmerkgegevens, ongeacht hoe de gege
vens worden verwerkt. De gegevensstructuur moet flexibel
zijn en wijzigingen in het gegevensmodel moeten gemakke
lijk te verwezenlijken zijn.
113