De 5e Nauwkeurigheidswaterpassing Een geodetische uitdaging levelling, reference systems, survey waterpassen, referentiesystemen, overzicht Op 29 juni 1995 werd door Minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat in Maassluis het symbolische startsein gegeven voor de 5e Nauwkeurigheidswater passing van Nederland, een project van nationaal belang met een internationale uitstraling. Met deze publikatie wordt „geodetisch Nederland" geïnformeerd over de achtergronden en doelstellingen van dit project. De Nederlanders zijn er al eeuwenlang mee vertrouwd om onder de zeespiegel te wonen, en de zorg voor de burgers heeft altijd in relatie tot het water ge staan. Het water heeft ons in het ver leden ook de basis gegeven voor de gehele hoogte-informatie in ons land; iedereen heeft immers weieens ge hoord van het Normaal Amsterdams Peil, of kortweg het NAP. Omdat dit peil een belangrijke rol speelt in de maatschappij, is het nodig voldoende kennis te hebben over de kwaliteit, stabiliteit en betrouwbaarheid van dit peil. Directeur-generaal van de Rijkswater staat G. Blom heeft in zijn toespraak op 29 juni 1995 ter gelegenheid van de presentatie van het „Jaarbericht Rijkswaterstaat" enige sectoren ge noemd; Nederland beschermen tegen overstroming", „de zeespiegelrijzing me ten en het scheef zakken en inklinken van het land", zorg dat het land niet te dras is, maar ook niet te droog" en wegen op de juiste hoogte op elkaar aansluiten Hoogte-informatie is dus een essen tieel bestanddeel van de infrastructuur en het milieu: te denken valt aan kustbescherming, waterhuishouding dr.-ing. G. K. Lorenz, project leider 5e Nauw keurigheids- waterpassing bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Co-auteurs: ing. W. A. van Beusekom, ir. R. E. Molen dijk en ir. E. J. de Min. (grond- en oppervlaktewateren), riolering en leidingen (aardgas, olie, benzine, elektriciteit, stadsverwarming, drinkwater, telecommunicatie), aanleg van water-, auto- en spoorwegen en de bouwbranche. De juridische component wordt steeds belangrijker, bijvoorbeeld bij het beoordelen van risico's of schadevergoedingen bij zeespiegelverande ringen en bodembeweging. De verantwoordelijkheid voor de historisch gegroeide en wettelijk gefundeerde nationale taak „de maatschappij voorzien van hoogte-informatie" krijgt in het tijdperk van informatieverwerking en de koppelingsmogelijkheden met allerlei netwerken een nieuwe dimensie. Hoogtewaarden behoren tot de zogenoemde „geo-basisgegevens", zoals de x,y-positie, de zwaartekracht, topografische en onroerend- goed parameters. De verantwoordelijkheid voor deze data ligt bij de overheid, voor de delen hoogte- en zwaarte krachtinformatie bij de Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat (MD). Dit betekent dat de MD verantwoordelijk is voor de nationale en internationale afstemming en voor het actueel houden van de regelgeving op het gebied van hoogte en zwaartekracht. Verder zal de MD in 1996 in samenwerking met de Nederlandse Commissie voor Geo desie de keuze moeten maken inzake het referentiesysteem en hoogte- en zwaartekrachtdatum. Centraal staan beheer, instandhouding, ijking, aanpassing en kinematische trend bepaling in relatie met precisie, betrouwbaarheid, punt dichtheid, beschikbaarheid, actualiteit en communicatie. Het inspelen op de diversiteit aan behoeften en belangen van de huidige en potentiële klanten is daarbij noodzakelijk. Voor een uniforme en consistente geometrische inpassing van de geodetische activiteiten wordt gebruik gemaakt van de geodetische infrastructuur die bij uitstek een zaak is van overheidszorg. Kenmerkend voor een geodetische infra structurele voorziening is dat zij voor meerdere partijen en voor meerdere toepassingen bruikbaar is. In de eerste plaats zijn daar de referentiesystemen voor horizontale positie en hoogte te noemen. Door zijn operationele rol bij de defini tie van het begrip hoogte ondersteunt ook het zwaarte- krachtsveld van de aarde de geometrische infrastructuur. 95 NGT GEODES1A 1996-3 KEYWORDS TREFWOORDEN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 5