HAiGZl
tend zwart-wit opnamen mee worden
gemaakt. De lens levert niet het be
kende centrale perspectief, zodat voor
de metrische kalibratie van de lens
speciale procedures moesten worden
ontwikkeld. Met name het verband
tussen de (uitwendige) zenithoek
waaronder een objectpunt wordt ge
zien en de (inwendige) afbeelding van
dat punt op de film op een afstand r
vanuit het hoofdpunt diende te wor
den gemodelleerd (fig. 6, 7).
Het gestabiliseerde platform (fig. 8)
heeft een bereik van —15° tot +15°,
zowel in de rijrichting als dwars daar
op. Stabilisatie gebeurt met een preci
sie van 1 mrad (ongeveer 60 mgon),
waarbij wegens de versnellingsafhan-
kelijke hellingmeters het maken van
een opname stilstaand moet plaats
vinden. Onderdelen van de elektroni
ca van het platform zorgen onder meer
voor lichtmeting en aansturing van de
sluiter in de lens.
De camera is een aangepaste Linhof
70 mm Aero Technica cassette. De
aanpassingen betreffen de lengte en
wijze van filmtransport, de vlakligging
Fig. 3.
CycloMedia
Recorder.
Fig. 5.
Schematisch
overzicht van
CycloMedia
Recorder.
van de film en een inrichting voor het automatisch belich
ten van een stippencodering die iedere opname iden
tificeert. De film van 70 mm breed wordt speciaal door
Agfa geconfectioneerd. Bijzonderheden van deze film zijn
de hoge resolutie, de stabiele drager en een acceptabele
gevoeligheid. De ontwikkeling kan met een standaard ont-
wikkelmachine gebeuren, volgens vastgestelde procedures.
Het gebruikte navigatiesysteem bestaat uit een elektronisch
kompas en een aan de kilometerteller gekoppelde afstand
meter. Wegens het principe van de FRANK-methode is het
immers niet nodig om vooraf de opnameposities in coördi
naten te kennen. De precisie van het kompas is voldoende
om te dienen als benaderde waarde voor de oriënteringen
van de opnamen. De afstandmeter dient om de chauffeur
aan te geven wanneer een volgende opname moet worden
gemaakt.
De bediening van een CycloMedia Recorder gebeurt van
achter het stuur, alleen het verwisselen van film vindt
buitenlangs plaats. De chauffeur heeft in de cabine de
Fig. 4.
CycloMedia
Scanner.
beschikking over een notebook-PC (fig. 9) die hem van
informatie voorziet. Een stoplicht op het beeldscherm geeft
aan wanneer kan worden gereden (groen licht), wanneer
bijna het interval is afgelegd (oranje licht) en wanneer
werkelijk een opname moet worden gemaakt (rood licht).
Een druk op de spatiebalk van het toetsenbord is voldoende
om het opnameproces te starten. Dit houdt in dat de PC
achtereenvolgens het platform opdracht geeft om te stabili
seren, de lichtmeters uitleest, de belichtingstijd bepaalt, op
dracht geeft om een opname te belichten, opdracht geeft
om de film te transporteren en tenslotte het stoplicht op
groen zet. Deze reeks duurt per opname slechts enkele
ogenblikken.
Fisheye foto's leveren in één enkel plaatje een zeer compleet
beeld van de opname-omgeving. Het interpreteren van een
dergelijk beeld kan echter lastig en verwarrend zijn. Het
blijkt dat men een rechtopstaand beeld wenst, dus wordt
bijvoorbeeld een papieren fisheye foto voortdurend ge
draaid om de verschillende objecten rechtop te kunnen
zien. In een digitaal werkend systeem zou dit betekenen dat
een bitmap-bestand zou moeten worden geroteerd, iets dat
147
NGT GEODES1A
1996-4
METINGEN
kompas
extern deel van het platform
met lens 1
operator
interface
afstandmeter voeding
intern deel
van het platform
CycloMedia Scanner