A Toepassing in praktijk 1996-4 NGT GEODESIA Voor het kiezen van overeenkomstige punten in verschil lende panoramabeelden toont CMM drie overzichtsbeel- den, een zogenaamde meetset, op het scherm (fig. 11). Ieder overzichtsbeeld toont een horizontale beeldboek van 180° en een verticale beeldhoek van ongeveer 63°. Met schuifbalken onder en naast ieder overzichtsbeeld kan de operator de gewenste „blik op de werkelijkheid" kiezen. Door in een overzichtsbeeld op een te meten punt te klik ken, opent zich een vierkant detailbeeldvenster naast het betreffende overzichtsbeeld met daarin een uitsnede (van ongeveer 3° bij 3°) uit het 88 Mbyte grote detailbeeld. Hierin kan nu het te meten punt exact worden aangeklikt. Ter oriëntatie toont ieder overzichtsbeeld middels een kadertje welk deel ervan in het detailbeeld zichtbaar is. Hier geldt eens te meer „één meting is géén meting": we werken met richtingen, dus moet een te meten punt vanuit meer dan één opstelpunt worden bepaald. Daarom kiest de ope rator hetzelfde punt ook nog in één van de andere (ol beide andere) overzichtsbeelden, en meet hij vervolgens exact in het getoonde detailbeeld. Aan elk gemeten punt geeft de operateur een classificatie mee (objectpunt en/of paspunt). Nadat de punten zijn gemeten, wordt een controleprocedure opgestart. In deze fase worden de foto's „aan elkaar gerekend" en eventuele meetfouten in een meetset opgespoord. Indien een meet- fout is geconstateerd, wordt het betreffende punt automa tisch afgebeeld in de detailbeelden ter evaluatie en correc tie. Na acceptatie van de meetset wordt een volgend beeld gekozen op de positie van het onderste overzichtsbeeld. Hiertoe schuiven eerst het middelste en onderste over zichtsbeeld één positie naar boven. Vervolgens meet de operator nieuwe objectpunten, eventueel beschikbare pas- punten en punten voor de aansluiting van het nieuwe beeld op de twee voorgaande. Voor de laatste categorie kan de operateur gebruikmaken van al gemeten punten in de vorige meetset. Zo wordt een geheel project doorlopen, waarna het interne rekensysteem een integrale vereffening en een definitieve coördinaatberekening uitvoert volgens de Delftse methode. De nu beschikbare objectpuntcoördinaten zouden op deze wijze slechts een „puntenwolk" opleveren zonder (karto)- •et linage Measurement Settings aelp Edit In images Main building Element type: Line Level Frequently used object Main building P Use current lealure 8 Line - V Fig. 11. CycloMedia Mapper user inter face. Links drie overzichtsbeelden; rechts detailbeelden behorend bij de witte kaders. De witte lijnen zijn optionele hulplijnen die de operator kunnen helpen bij het vinden van over eenkomstige punten. Fig. 12. Editen van een 3D-meting in CycloMedia Mapper overzichts beelden. Tussen enkele gemeten punten zijn verbindingen aan gebracht, die automatisch met het panoramisch perspectief mee buigen. grafische aanduidingen. CMM be schikt echter over edit-gereedschap- pen waarmee zowel direct na de me ting van een meetset (op dat moment nog in een lokaal coördinatenstelsel) als verderop in het proces de relaties tussen objectpunten kunnen worden gelegd. De edit-gereedschappen wer ken zowel in de overzichtsbeelden (fig. 12) als in een kaartbeeld, indien gewenst ondersteund door losse over zichtsbeelden (fig. 13). Deze opzet maakt het ook mogelijk om bestaande kaartbestanden als achtergrond te ge bruiken ingeval van bijhoudingsme- tingen. Aan de hand van de digitale panoramabeelden zijn dan verwijde ringen en toevoegingen direct uit voerbaar. Ook bij driedimensionale metingen voor bijvoorbeeld architec tonische toepassingen is zo een goed overzicht van de voortgang van de metingen gewaarborgd. De FRANK-methode is bedoeld als alternatieve landmeetkundige inwin- ningsmethode. Tijdens de ontwikke ling is voortdurend getoetst of FRANK werkelijk aan dit doel zou voldoen. Uitgebreide praktische tests in meerdere proefprojecten, uitge voerd in samenwerking met de 1 U Delft, het Kadaster en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam, hebben ge leid tot de conclusie dat de FRANK- methode (en implementatie) in de proefprojecten „zowel uit technisch als bedrijfseconomisch oogpunt, na drukkelijk concurrerend is met de hui dige tachymetrische methode" [2]. In de praktijk wordt de FRANK-metho- Settings Help Tp's: 6 CP|XY): 0 IS Adjusted 150

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 16