EEN SCHEMA VOOR KAARTREDACTIE handelings situaties taakanalyse functies informatie-analyse inhouden vormgeving uitdrukkings vormen modaliteiten schaal, projectie, vertelperspectief techniek dragers Handelingen, objecten en processen NGT GEODESIA 1996-4 maken we de inhoudelijke gegevens visueel kenbaar aan de gebruikers? Er zijn interne en externe gebruikers die in allerlei handelingssituaties (bij voorbeeld navigatie [8], ontwerp, in ventarisatie) van informatie moeten worden voorzien. De gebruikers wor den bij hun handelen ondersteund door grafische voorstellingen, waaron der kaarten, op papier of beeldscherm. Deze hebben daarbij verschillende functies. Getoond is de basisindeling van Bertin, maar deze is makkelijk uit te breiden met termen als coördinatie, dialoogondersteuning en feedback, al lemaal zaken die voor de alledaagse praktijk van belang zijn. De inhoud van de grafische voorstelling wordt ge vormd door gegevens over objecten of hun elementen. Deze gegevens komen langs vele verschillende trajecten tot stand: meting, ontwerp, fantasie. Het werkelijkheidsgehalte hiervan wordt vastgelegd in modaliteiten, één van de vele vormen van meta-informatie. De inhoud moet zichtbaar worden ge maakt. De visuele uitdrukkingsvormen zijn: kleuren, symbolen en de plaat- Fig. 1. Stappen van handelingssituatie naar (interactief kaartbeeld op papier of scherm. Taakanalyse is daarbij een onmis bare activiteit. gebruikers en doeleinden vastleggen, bewerken, mededelen objecten, tijd, geometrie, thematiek symboliek, compositie abstractiegraad, kwaliteit,"hardheid" grafische materialen, hard- en software sing van de verschillende objecten en hun elementen in het beeldvlak. Niet alleen de inhouden moeten worden afge beeld, maar ook de modaliteiten, omdat deze mede het handelen van de gebruiker kunnen beïnvloeden. Schaal, projectie en vertelperspectief zijn verbonden aan de uitdruk kingsvorm, zij leggen relaties tussen de uitdrukkingsvorm en de handelingssituatie in brede zin. Het zijn narratieve structuren (vertelstructuren). De kaartschaal is een betrek king tussen de uitdrukkingsvorm (op drager) en het terrein waarin de gebruiker zich feitelijk of in gedachten beweegt. Kaartprojectie en vertelperspectief zijn nog directer afge stemd op het handelen. De Mercatorprojectie bijvoorbeeld is bedoeld voor navigatie volgens een vaste koers, in de tijd dat dit haast niet anders kon. Ook het vertelperspectief, de richting waaruit het terrein aan de gebruiker wordt ge toond, wordt geoptimaliseerd voor de uit te voeren werk zaamheden. Uiteindelijk moet een en ander ook materieel worden gerealiseerd. Dit is ondergebracht in de rubriek dragers. Ook deze zijn af te stemmen op het gebruik, denk aan watervaste kaarten voor fietser of wandelaar. In het schema, dat hier maar heel kort kan worden toe gelicht (in [9] staan meer voorbeelden), is ook een aantal iteratief uit te voeren stappen opgenomen: taakanalyse: welke handelingen verricht de gebruiker op, en met steun van, de verschafte gegevens? informatie-analyse: welke gegevens heeft men nodig, wat is hun structuur en hoe „hard" moeten ze zijn? vormgeving: hoe worden de gegevens, in overeenstem ming met de structuur ervan en met het gebruiksdoel, zichtbaar en hanteerbaar gemaakt? technische realisatie: hoe moet een en ander een mate riële vorm krijgen? Naast een informatie-analyse, of beter informatizstructuur- analyse, bekend uit de informatica, is in dit schema na drukkelijk ook de taakanalyse opgenomen. Deze is onmis baar voor de vaststelling van de wijze waarop de informatie aan de gebruiker moet worden gepresenteerd. Als we niet weten hoe het werk van de gebruiker, zowel de externe als de interne, in elkaar zit, kunnen we de informatie ook niet goed toegankelijk en hanteerbaar maken. Op deze taak analyse kom ik later terug. In het kaartredactieschema is weer het fundamentele on derscheid tussen (gedachten)inhoud en uitdrukkingsvorm aan te treffen, waar ik in diverse publikaties al op heb ge wezen. Modellen van het terrein, in mentale of digitale vorm, worden gekoppeld aan modellen van het kaartbeeld. Een zelfde gedachteninhoud (voorzien van modaliteiten) kan in talloze vormen en perspectieven worden uitgedrukt, afgestemd op de handelingssituatie van de gebruiker. Bij het interactief ontwerpen van een plan van toedeling bij voorbeeld worden gegevens in een heel andere gedaante op het scherm gezet dan bij de presentatie van het ontwerp aan de belanghebbenden. De tweedeling ligt ten grondslag aan het LM/VM-paradigma [10]. Zie fig. 2, linksonder: we hebben de wereld (het terrein), er zijn mentale en digitale modellen van dat terrein (landschapsmodellen, LM), daar- 155

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 21