Arago besloot de Parijse gemeentelijke afdeling voor Beel
dende Kunst dat er een ander type kunstwerk moest
komen. Uiteindelijk koos men voor het ontwerp van de
Nederlandse kunstenaar Jan Dibbetsmet name omdat het
een niet-monumentaal karakter had.
Dibbets heeft een fascinatie voor lijnen en hij was, op hasis
van de landmeetkundige activiteiten van Arago voor het
bepalen van de meridiaan, op het idee gekomen om de lijn
van de meridiaan in de stad Parijs inzichtelijk te maken.
Dat werd gerealiseerd door op gezette plaatsen plaatjes in
het straat-, trottoir- of parkoppervlak aan te brengen. De
negen kilometer lange rij loopt vanaf de zuidelijke tot de
noordelijke ringweg (de Périphérique), die ook de gemeen
tegrens van Parijs is (fig. 1). In totaal zijn er 135 van die
plaatjes, elk met een doorsnee van ongeveer 8 cm (fig. 2).
Het is de bedoeling van Dibbets om mensen als het ware
„per ongeluk'' een plaatje te laten tegenkomen, zodat ze
zich zouden gaan afvragen wat dat zou betekenen.
Uitvoering
De realisatie van het kunstwerk vond plaats volgens de
beste landmeetkundige tradities. De plaats van elk plaatje is
door de landmeetkundige dienst van Parijs tot op de centi
meter bepaald. Het grootste deel van de kosten voor het
kunstwerk ging dan ook op aan de landmeters; dit zal één
van de weinige openbare werken ter wereld geweest zijn,
waarbij geometrische activiteiten het grootste deel van de
kosten hebben uitgemaakt. De dienst Publieke Werken van
de stad was overigens een verklaard tegenstander van het
kunstwerk. Men zag het absoluut niet zitten om bij weg
werkzaamheden rekening te moeten houden met de even
tuele aanwezigheid van de plaatjes. Uit voorzorg zijn veel
plaatjes dan ook niet in of vlak naast de rijweg aangebracht.
En er is een voorraad van enkele honderden reserveplaatjes:
mocht er eens één zoekraken, dan kan die eenvoudig
worden teruggeplaatst.
Speurtocht
De lijn van de meridiaan houdt uiteraard geen rekening
met het stratenpatroon. Een wandeling langs deze lijn heeft
dan ook het karakter van een zwerftocht door de stad - met
onvermoede doorkijkjes en ontmoetingen. Het is niet zo
moeilijk om op een goede plattegrond van Parijs de meri
diaan te reconstrueren, maar hoe nauwkeurig je dat ook
doet, een speling van een aantal meters blijft erin zitten. En
dan is het zoeken naar plaatjes van 8 cm doorsnede een
heuse speurtocht. Het is erg leuk om te doen - de schrijver
van dit artikel heeft op een zonnige herfstdag een kwart van
de route afgelopen, al bladeren verschuivend, op jacht naar
een volgend plaatje, soms meewarig bekeken door omstan
ders die de activiteit niet goed konden duiden.
Voor de liefhebbers heeft Philip Freriks een boek geschre
ven [1] waarin de locatie van alle plaatjes precies is be
schreven (helaas gebruikt hij geen kaartjes). Hij gaat verder
uitgebreid in op het ontstaan en de achtergrond van het
kunstwerk en hij geeft gedetailleerde beschrijvingen van de
170
Fig. 2.
Een Arago-plaatje.
dingen die op en naast de meridiaan
liggen.
De Parijzenaars lopen niet bepaald
met drommen langs het kunstwerk. Ik
ontmoette slechts één andere speur
der: een vader die, wijzend op een
plaatje, zijn kindertjes probeerde uit te
leggen wat de achtergrond ervan was
(dat viel niet mee, te oordelen aan de
gezichten van de kinderen). Maar wel
licht leidt dit boek tot een kleine in
vasie van Nederlanders, zoekend, ver
kennend en van tijd tot tijd triomfe
rend op de markeringspunten van de
meridiaan (fig. 3).
[1] Freriks, Philip: Het spoor van de
monumentale meridiaan. Bruna,
1995.
Fig 3.
Gevonden!
1996-4
NGT GEODESIA
Literatuur