De taak van de geodeet
Reacties op „Van ED50 naiar WGS 84
COMMENTAAR
Het artikel van ir. R. van der Schans, gepubliceerd op
p. 153 van dit nummer, noodzaakt tot een redactionele
reactie. In dat artikel verwijt Van der Schans mij onvolle
dige verslaglegging van de NGP-studiemiddag op 10 maart
1995 te Ede. Doel en achtergrond van dit verwijt ontgaan
mij, want de verslaglegging van elk evenement, om het
even welk, is per definitie onvolledig (en vaak ook subjec
tief; objectieve journalistiek is een contradictio in termi
nis). Een verslag kan nooit meer dan een impressie vormen.
Bovendien is de conclusie die Van der Schans uit de ver
meende onvolledigheid trekt, namelijk dat de discussie
over het NGP juist daardoor niet goed op gang is gekomen,
weliswaar buitengewoon vleiend voor NGT Geodesia,
maar is, dunkt mij, een grove overschatting van de vermo
gens van zowel het tijdschrift als van uw nederige redacteur.
De gramschap van Van der Schans is vooral gericht op het
feit dat de gestelde vragen en de daarop gegeven antwoor
den onvoldoende uit de verf zouden zijn gekomen in het
verslag. Ik heb, deels uit ruimte-overwegingen, gekozen
voor een opzet waarbij de vragenstellers uit de zaal niet bij
naam en toenaam vermeld zijn, noch heb ik de gestelde
vragen in extenso gereproduceerd. Ik ben immers geen
notulist. Ook heb ik niet gekozen voor een chronologische
weergave van het verloop van de dag. Ik heb gestreefd naar
een op thema gerangschikte presentatie, waarbij ik met
name de tegengestelde opinies (de extremen) heb getracht
eruit te lichten. Daarbij zijn de antwoorden, die de forum
leden gaven op de door de zaal gestelde vragen, wel degelijk
in het verslag verwerkt. Dat ik de wezenlijke bijdrage van
Van der Schans aan de NGP-studiedag, als één van de
meest kritische vragenstellers tijdens de forumdiscussie,
niet in het licht heb gezet, kan misschien de oorzaak zijn
van zijn wrevel. Maar dat ik een deelnemer in mijn verslag
niet sprekend opvoer, betekent nog niet dat mijn impres
sies een onjuiste weergave van de studiedag vormen.
Tjeu Lemmens, redacteur
In zijn reactie (NGT Geodesia 1996 no. 2, p. 78) op mijn
artikel merkt ir. G. L. Strang van Hees op dat het verwar
rend is dat UTM voorheen gebruikt werd in combinatie
met de Hayford-ellipsoïde en vanaf 1995 met de WGS 84-
ellipsoïde. Hij stelt daarom voor om de UTM-coördinaten
gebaseerd op WGS 84 WTM-coördinaten te noemen.
In de eerste plaats wil ik de indruk wegnemen dat de
Hayford-ellipsoïde voor Europa als de vaste referentie
ellipsoïde voor de UTM-projectie moet worden gebruikt.
UTM is een kaartprojectie, die op een willekeurige ellip
soïde kan worden losgelaten. De NAVO heeft echter voor
heen een vijftal ellipsoïdes geselecteerd die, afhankelijk van
de regio, als basis voor de UTM-projectie werden gebruikt.
Deze vijf worden nu vervangen door een wereldwijde
ellipsoïde: WGS 84.
Het geven van een nieuwe naam aan een andere combina
tie van kaartprojectie en ellipsoïde is naar mijn mening niet
verhelderend. Een UTM-projectie op basis van WGS 84
blijft een UTM-projectie. Het is beter de kaartgebruiker te
informeren over de fundamenten van het coördinaatsys
teem en de consequenties van onverantwoord gebruik van
coördinaten uit verschillende systemen. Daarom heeft
onder andere de TDN veel aandacht besteed aan de rand-
informatie en weergave van het coördinatennet op de kaart
bij de invoering van de WGS 84-ellipsoïde. Zoals ik in
mijn artikel heb aangegeven, doet de gebruiker er verstan
dig aan om bij de uitwisseling van UTM-coördinaten het
gebruikte systeem nader aan te duiden (bijvoorbeeld ED50
of WGS 84). In plaats van een naamsverandering pleit ik
voor een nadere systeem-aanduiding.
Ik ben het met Strang van Hees eens dat de gebruiker van
coördinaten niet in de war mag raken. Hier ligt dan ook
een nobele taak voor de geodeet om iedere onwetende ge
bruiker de grondslagen van coördinatensystemen bij te
brengen.
Paul van Asperen
De bedoeling van mijn ingezonden stukje over UTM was
voornamelijk om de mensen te waarschuwen voor het
gevaar van twee coördinatensystemen met dezelfde naam.
Want een gewaarschuwd mens telt voor twee. Misschien
kunnen de systemen worden onderscheiden door een jaar
tal erachter te zetten, UTM50 en UTM95, net zoals bij
andere systemen een jaartal achter de naam komt, bijvoor
beeld WGS72, WGS84, GRS80, EUREF89, ETRS89,
enz.
Govert Strang van Hees
175
NGT GEODESIA