Een vereniging tot bevordering van de ge; hiedenis der geodesie? 1996-4 NGT GEODESIA Kadaster in Groningen sprak Wiebe Brouwer waarderende woorden in de richting van deze „gisse" collega's. Jan Polman, hoofdredacteur BERICHTEN 1500e aansluiting Kadaster- Netwerk voor ING-Bank Andjisti'i -m- Op 23 januari 1996 is t a bij de ING-Bank Apel- doorn de 1300e aanslui- ting op het Kadaster- Netwerk gerealiseerd. Samen met een aantal genodigden is aan deze mijlpaal een feestelijk tintje verleend. De aan sluiting op het Kadaster-Netwerk is interessant voor de ING-Bank vanwe ge de rol als hypotheekverstrekker die de bank kan hebben bij de aankoop van een huis. Het Kadaster-Netwerk toont onder andere de rechtmatige eigenaar, eventuele hypotheken en be slagen die op het perceel rusten en de naam van de eventuele schuldeiser. Zonder afhankelijk te zijn van derden, hebben de ING-medewerkers nu op de werkplek rechtstreeks toegang tot deze essentiële informatie, vooral ten behoeve van kredietbeoordeling en risicobeheer. Certificatie Oranjewoud In december 1995 is District Zuid van Ingenieursbureau Oranjewoud bv door Lloyds Register Quality Assu rance Ltd. gecertificeerd volgens het NEN-ISO 9001. Lloyds heeft alle af delingen van Oranjewoud vallend on der District Zuid onderzocht op na leving van het kwaliteitssysteem. Dis trictsdirecteur ing. J. A. Meulman feli citeert de medewerkers van de afdeling Vastgoed-, Geo-informatie en Geo desie in de personen van de heren ir. P. J. M. van Leijsen (afdelings hoofd) en Th. B. J. van Duijnhoven (projectleider) met het behaalde resul taat. Voortbouwend op de certifice ring van District Zuid zullen succes sievelijk de Districten Noord en Mid den in 1996 en de Districten West en Oost in 1997 voor certificering wor den voorgedragen. Het kwaliteitssys teem waarborgt nog beter dan voor dien de gemaakte afspraken, waarbij aantoonbaar wordt gedocumenteerd en daaruit voortvloeiend een zeer dui delijke procesgang wordt beschreven. Internationale concurrentie voor Indonesische landmeters De Indonesische landmeetkundige be drijven moeten hun werkmethoden De beoefening van de eigen geschiedenis wordt sedert enkele decennia ook in Nederland meer en meer gezien als een integraal onderdeel van wetenschappelijke en technische disciplines. Er is sprake van wetenschaps- en techniekgeschiedenis, die dan het betreffende vak niet in houdelijk behandelt, maar terugblikt op het menselijk handelen bij de ontwikkeling van het vak. Ons land kent zo een veelheid van verenigingen, genootschappen, werk gemeenschappen en commissies - formeel of minder for meel georganiseerd die zich toeleggen op de beoefening van de geschiedenis van wetenschappelijke en technische vakgebieden. Zo ging de Rijks (tegenwoordig Neder landse) Commissie voor Geodesie in 1980 over tot de in stelling van de Werkgroep Geschiedenis der Geodesie. Deze werkgroep heeft thans achttien leden, deels geo deten, deels vertegenwoordigers van instellingen die zich toeleggen op aanpalende geschiedkundige aspecten, zoals de historische kartografie, het archiefwezen en de mu seumwereld. De werkgroep houdt zich thans voorname lijk bezig met de geodetische archeologie, dat wil zeggen: met de inventarisatie, documentatie en conservering van getuigenissen en resultaten uit vroegere ontwikkelings fasen van het vak, dus - in eigentijdse terminologie - met het geodetisch erfgoed-, van tijd tot tijd ook met de ge schiedschrijving. De zorg voor het geodetisch erfgoed is bij uitstek een taak van historisch ingestelde geodeten. Geodetische geschiedschrijving, hetzij door geodeten zelf of door beroepshistorici, zal mede op de resultaten van die zorg moeten steunen. Als algemeen te formuleren op dracht heeft de werkgroep de „bevordering van de be- oefening van de geschiedenis der geodesie". Rekening houdend met de activiteiten van zusterorganisaties in het buitenland, richt de werkgroep zich in de eerste plaats op de Nederlandse geodesie, maar dan in de breedste zin: instrumenten, geodeten, methoden en toepassingen van de geodesie. De „bevordering van de beoefening van de geschiedenis der geodesie" begint voor de werkgroep met de bevorde ring van de belangstelling voor de geschiedenis van het vak, vooreerst in eigen, geodetische kring. De werkgroep weet dat daar die belangstelling bij sommigen reeds be staat, maar beschikt op dit punt toch niet over voldoende informatie. Misschien is de groep van belangstellenden in het werk van de werkgroep wel zó groot, dat kan worden gedacht aan het oprichten van een vereniging. Mogelijk echter is die groep daarvoor te klein en zou een minder formeel geregelde band tussen belangstellenden, een „kring van vrienden van de werkgroep", een aardig idee zijn. Wie weet? De werkgroep weet het in elk geval nog niet! Daarom neemt zij hierbij, in overleg met de Stich ting Geodesia, het initiatief tot een enquête onder de lezers van NGT Geodesia. Heeft u belangstelling voor de geschiedenis van de geo desie, vul dan het vragenformulier in dat bij deze editie van het tijdschrift is gevoegd en zend het (graag vóór 15 mei 1996) op aan de secretaris van de werkgroep. Hij ziet uw reactie met spanning tegemoet. Prof. dr. ir. L. Aardoom, voorzitter Werkgroep Geschiedenis der Geodesie 178

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 44