NGT GEODESIA
1996-4
Hoofdstuk 3, grotendeels geschreven
door ir. G. L. Strang van Hees met bij
dragen van prof. ir. J. C. de Munck
met een omvang van ruim 100 pagi
na's, bespreekt uitgebreid de kleinste
kwadraten vereffeningsmethode en de
Delftse toetsingsmethode. Voorts ko
men uitvoerig de coördinaatbereke
ning en precisiebeschrijving van voor
al hyperbolische plaatsbepalingssyste
men aan de orde. Terecht wordt opge
merkt dat de inversie van de correlatie-
matrix veel rekeninspanning vergt.
Dit hoeft echter, gezien de huidige re
kenkracht van computers, niet meer
tot de conclusie te leiden dat het beter
is de matrix analytisch te inverteren,
zoals begin jaren tachtig nog wel nodig
was. Tenslotte worden enkele aspecten
van Kalman-filtering besproken. Dit
hoofdstuk is volledig identiek aan de
eerste uitgave, met uitzondering van
het verplaatsen van een enkele tabel en
het weglaten van de conversietabel
tussen Baarda's notatie en de notatie
die in het boek is gebruikt.
De auteurs voldoen met deze heruitga
ve, hoewel deze op een aantal fronten
duidelijk is gedateerd, zeker aan een
praktijkbehoefte. Door de kleine
markt voor dit type onderwerpen is
studiemateriaal schaars voor handen.
Hoewel in het voorwoord wordt ver
meld dat hoofdstuk 1 en 2 volledig
zijn herschreven, geldt dit uitsluitend
voor hoofdstuk 2. Hoofdstuk 1 is al
leen opnieuw gezet, waarbij slechts
enkele kleine wijzigingen zijn aange
bracht en enkele onvolkomenheden
uit de vorige uitgave zijn weggewerkt.
Het boek draagt duidelijk de kenmer
ken van zijn ontstaansgeschiedenis. In
feite zijn het drie, in één band gevoeg
de, collegedictaten. Een index ont
breekt. Ook een overkoepelende tekst
die de hoofdstukken en de onderwer
pen verantwoordt en aan elkaar
smeedt, is afwezig. Minder dan de vo
rige uitgave oogt het boek als een een
heid. Van de mogelijkheden van de
huidige tekstverwerkers om tot een
fraaie uitgave te komen, is onvoldoen
de gebruik gemaakt. Maar degenen die
zich in de niet gemakkelijke onderwer
pen en de daarbij behorende overvloed
aan formules wensen te verdiepen, zul
len zich aan typografie en lay-out ver
moedelijk weinig gelegen laten liggen;
het gaat immers om de inhoud.
Het boek is, dunkt mij, niet erg ge
schikt voor zelfstudie. Wel vormt het
een rijke bron van informatie voor de
ingewijden die zich voor concrete
plaatsbepalingsproblemen gesteld
zien. Daarnaast vormt het uitstekend
uitgangsmateriaal voor cursussen op
dit terrein.
Tjeu Lemmens
PERSONALIA
Koninklijke onderscheiding
Op vrijdag 1 maart 1996 werd George
Klamer, directeur van de Geo Meet-
dienst te Bunschoten, benoemd tot
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
en ontving van burgemeester Groen
van Bunschoten de versierselen die ho
ren bij deze koninklijke onderschei
ding. De heer Klamer dankt deze on
derscheiding aan zijn werkzaamheden
bij de Geo Meetdienst, het bedrijf dat
hij dertig jaar geleden heeft opgericht
en waarin nu ruim tachtig gespeciali
seerde medewerkers werkzaam zijn.
Hij is lid geweest van de stuurgroep ter
bevordering van het MBO-Landmeet-
kunde en hij was mede-oprichter van
de VNBG. Ook op kerkelijk gebied
heeft hij zich ingezet. NGT Geodesia
feliciteert de heer Klamer van harte
met deze eervolle onderscheiding.
SCRIPTIES
TU DELFT
De afstudeerscripties van de TU
Delft, Faculteit der Geodesie, zijn te
leen bij de bibliotheek, Thijsseweg
11, 2629 JA Delft, telefoon (013)
278 25 60 of 278 25 68.
W. ten Horn
Groen in uitvoering
Een analyse van het instrumentarium,
waaronder herinrichting met bijzon
dere doelstelling, voor het realiseren
van grote groenprojecten
(Afstudeerdatum: 24-11-95)
Het Rijk streeft, ook in verstedelijkt
gebied als de Randstad, naar de reali
satie van grote groenprojecten zoals
multifunctionele bos-, recreatie- en na
tuurgebieden. Voor het realiseren van
een Randstadgroenstructuur wordt een
aantal instrumenten gehanteerd, waar
onder landinrichting, planningsproce
dure openluchtrecreatie, bufferzonebe-
leid en stichting van staatsbossen.
Aan de hand van een viertal Randstad-
groenstructuur-projecten is een analyse
uitgevoerd ten aanzien van verschillen
de uitvoeringsaspecten, waarbij een
aantal problemen bij de uitvoering van
de projecten naar voren kwam. De mo
gelijkheden van herinrichting met bij
zondere doelstelling voor de uitvoering
van grote groenprojecten zijn geanaly
seerd. Daarnaast zijn voorwaarden op
gesteld waaraan een goed instrument
voor het realiseren van grote groenpro
jecten moet voldoen.
183