Mini-serie „Onderwijs" (2)
Faculteit der Geodesie klaar voor de
toekomst!?
MINI-SERIE
Klare visie, maar implementatie nog niet klaar
Ministerieel en TU-beleid
NGT GF.ODES1A
education
onderwijs
KEYWORDS
TREFWOORDEN
De Faculteit der Geodesie van de Technische
Universiteit Delft is de enige academische opleiding
in de geodesie in Nederland. De cursusduur was
oorspronkelijk vijf jaar; deze werd in 1982 teruggebracht
tot vier jaar, maar is onlangs weer verlengd naar vijf jaar.
Dit artikel behandelt de overgang van het laatste
vierjarige curriculum (verder aan te duiden met
„oude studieprogramma") naar het vijfjarige „nieuwe
studieprogramma".
Op grond van onder andere signalen
vanuit het bedrijfsleven en de univer
siteiten, alsook naar aanleiding van
diverse visitatie-rapporten, heeft het
Ministerie van Onderwijs en Weten
schappen een cursusduurverlenging
naar vijfjaar mogelijk gemaakt voor de
meeste universitaire ingenieursoplei
dingen, waaronder ook de opleiding
tot geodetisch ingenieur. De achter
grond hiervan is de constatering dat
het vereiste hoge abstractieniveau,
gekoppeld aan een brede technische
basiskennis en een vermogen tot ana
lyse en synthese, niet binnen een cur
susduur van vier jaar gerealiseerd kon
den worden. Daarnaast schoot de
internationale erkenning tekort. Uit
rapportages van onder andere ABET
(Accreditation Board for Engineering
and Technology, een onafhankelijk
internationaal instituut), AWT (Ad
viesraad voor het Wetenschaps- en
Technologiebeleid) en K1VI (Konink
lijk Instituut Van Ingenieurs) bleek
dat er nogal wat kritiek was op de vier
jarige ingenieursopleidingen. De pro
blemen werden als volgt gekarakteri
seerd:
versnipperde en overladen program
ma's;
ir. H.M. de Heus,
universitair
hoofddocent/
bestuurslid
Faculteit der
Geodesie
TU Delft.
De in dit artikel
verwoorde opinies
zijn persoonlijk en
behoeven daarmee
niet de standpunten
van de Faculteit der
Geodesie weer te
geven.
een te laag ontwikkeld probleem-oplossend vermogen
van de afgestudeerden;
te veel nadruk op het reproduceren van het aangeboden
materiaal;
onvoldoende vaardigheid in het zelfstandig bestuderen
van technisch-wetenschappelijke literatuur;
te schools onderwijs met weinig samenhang tussen de
verschillende studie-onderdelen.
Met andere woorden: het onderwijs was te weinig acade
misch. Er moest in de visie van de rapporteurs meer aan
dacht besteed worden aan het zelfstandig leren omgaan met
fundamenteel technisch-wetenschappelijke problemen.
De discussie over de verlenging van de studieduur van vier
naar vijf jaar heeft vele jaren geduurd, onder andere door
dat er een kabinetswisseling overheen ging. De TU
Delft heeft indertijd besloten om op het definitieve besluit
te anticiperen door alvast de nieuwe studieprogramma's
te ontwikkelen. Het wettelijke besluit voor de vijfjarige
cursusduur werd van kracht met ingang van het studie
seizoen 1995/1996,
door deze werkwijze heeft de
TU Delft een experimenteel nieuw studieprogramma
reeds per 1994/1995 kunnen invoeren; de definitieve
studieprogramma's zijn vanaf het seizoen 1995/1996 in
gevoerd.
De Minister was niet zonder meer bereid zijn goedkeuring
aan de verlenging van de studieduur te verlenen. Om te
controleren of de nieuwe studieprogramma's beter aan
sloten op de wensen van het bedrijfsleven, werd voor elke
faculteit een externe commissie ingesteld, bestaande uit
mensen uit de praktijk, met als opdracht het nieuwe pro
gramma te keuren en de Minister te adviseren. Deze com
missie bestond voor de studierichting Geodesie uit ir. G.
Jacobs (Oranjewoud), voorzitter, dr. ir. F. J. J. Brouwer
(Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat) en ir. P van
der Molen (Kadaster). De commissie heeft het studiepro
gramma voor de Faculteit der Geodesie - deels tijdens de
laatste fase van het opstellen ervan, deels na de „opleve-