Interessant is het om te constateren dat de aanbevelingen en bevindingen van de visitatiecommissie aansluiten op de conclusies en aanbevelingen van het NGP. De bewoordingen zijn an ders, de strekking is gelijk. Ook de Faculteit deelt deze visie, hetgeen al bleek uit de zelfstudie. Ten aanzien van de gewenste inhoudelijke ontwik keling van de geodesie in het algemeen en de gevolgen hiervan voor de oplei ding tot geodetisch ingenieur in Delft in het bijzonder zijn de verschillen van inzicht dus niet zo groot. In verschil lende discussies en commentaren rond het NGP wordt, helaas, ten onrechte een ander beeld gesuggereerd. Het nieuwe studieprogramma We zullen nu nagaan hoe de gewenste veranderingen op hoofdlijnen zijn doorgevoerd in het nieuwe studiepro gramma. Hierbij worden vijf aan dachtsvelden onderscheiden maatschappelijke context; ingenieurs-attitude; vakgebied; karakter van de opleiding; studeerbaarheid. De facto werken de vier secties in de informele struc tuur als vakgroepen. In de programma-opbouw bij voorbeeld is dit duidelijk herkenbaar. In tegenstelling tot de doelstelling en de algemene eindtermen dreigt een cesuur in de opleiding tussen de vakgroepen A en B, terwijl technologische ontwikkelingen, onder an dere op het gebied van de informatica, juist een sterke interactie in het middengebied vergen. Heroverwe ging van organisatie en deeleindtermen is noodzake lijk. Het programma, in het bijzonder dat van de basis studie, ondervindt de gevolgen van enerzijds de wens tot een brede opleiding en anderzijds de eisen/wensen van de afstudeerdifferentiaties. De commissie con stateert dat de basis te zwaar belast is met wiskunde die specifiek voor de afstudeerdifferentiatie „Fysische, meetkundige en ruimtegeodesie" noodzakelijk is. Hierdoor is er te weinig ruimte voor meer oriënteren de vakken en bijvoorbeeld het integrerend werkende projectonderwijs. Het totale programma is wel ingeroosterd op vier jaar, maar de facto is het een viereneenhalfjarig pro gramma. Maatschappelijke context Hieronder vallen aspecten als „economische, bedrijfskun dige, juridische leercomponenten"; „inzicht in de com plexe maatschappelijke besluitvormingsprocessen", „struc tuur en functioneren van bedrijven" en „duurzame ont wikkeling". Deze aspecten zijn bij Geodesie vanouds al meer in het studieprogramma verwerkt dan bij de meer construerende opleidingen zoals Bouwkunde. Dit betreft met name de planologisch-juridische delen van de geodeti sche opleiding. Toch zijn er op een aantal andere plaatsen in het studieprogramma aanvullingen doorgevoerd om de maatschappelijke context van de studie beter tot zijn recht te laten komen. Zo is onder andere het vak ecologie inge voerd, wordt er meer aandacht aan bedrijfseconomie gege ven en wordt een integrale aanpak van ruimtelijke inrich tingsvraagstukken nagestreefd. Tevens is de stageperiode verlengd van twee naar drie maanden. Dit aandachtsveld omvat aspecten als „verhogen probleem oplossend vermogen", „aanleren van een zelfstandige en onderzoekende studiehouding", „integratievermogen" en „overzien samenhang in het vakgebied". Deze aspecten dienen in alle vakken aandacht te krijgen en hebben daar om gevolgen voor de inrichting van veel vakken: meer ruimte voor zelfstandig werken, zelfstandig pro bleem oplossen; afwegen onderwijsvorm; wijze van tentaminering (schriftelijk, mondeling, „pa per"). Bovendien wordt specifieke aandacht aan deze aspecten ge geven door: herinvoeren van „projecten" (in kleine groepen en ge koppeld aan cursussen Discussie- en Vergadertechniek en Werken in Groepen); inhoudelijke aanpassing van de Zomerkampen; meer ruimte voor Onderzoeksvaardigheden en Afstu deeronderzoek. Ook voor dit aandachtsveld is de verlenging van de stage periode van belang. De Faculteit onderschrijft in hoofdlijnen de in het NGP gesignaleerde trends in de geodesie en heeft de onderschei den profielen voor geometrie en geo-informatie herkenbaar in het studieprogramma opgenomen, namelijk als de twee afstudeerrichtingen waaruit een student geodesie kan kie zen. Daartoe is met name de geo-informatie nadrukkelijker geprofileerd. Dit onderwerp is overigens in de afgelopen jaren geleidelijk aan al in het studieprogramma verweven. In aanvulling daarop is thans met name de technisch- wetenschappelijke basis voor de geo-informatie versterkt en is nadrukkelijker aandacht voor GIS en Remote Sensing in de basisstudie gerealiseerd. Op het toepassingsveld „inrich ting en beheer" is de relatie met geo-informatie duidelijker benadrukt. Hieronder vallen aspecten als „mate van specialisatie" en „technisch-wetenschappelijke basis". Binnen de TU be- 141 NGT GEODESIA Enkele citaten uit het visitatierapport 1996-4 Ingenieurs-attitude Vakgebied (breedte en zwaartepunten) Karakter van de opleiding

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 7