Samenvoegen van digitale
GIS-bestanden
Een methode voor het actualiseren, koppelen en onderhouden
van digitale geometrische bestanden
Vereffenen van gedigitaliseerde gegevens
NGT GEODESIA
1996-5
mathematical geodesy, gis/lis, system description
mathematische geodesie, gis/lis, systeembeschrijving
KEYWORDS
TREFWOORDEN
ledereen kent ongetwijfeld het probleem van incon
sistentie bij het inpassen of samenvoegen van bestanden.
Het probleem ontstaat wanneer aangrenzende kaartbladen
worden gedigitaliseerd en/of wanneer bestanden van
inhomogene kwaliteit worden samengevoegd. Overeen
komstige objecten blijken ineens qua vorm en positie ver
schillend te zijn. In dit artikel wordt een oplossingsmetho-
diek beschreven en worden de problemen in de praktijk
belicht, zowel vanuit het gezichtspunt van de eindge
bruiker als vanuit de geodeet. De oplossingsmethodiek is
ontwikkeld door prof. W. Benning en zijn medewerkers
van de Technische Universiteit in Aken en is gebaseerd op
de moderne reken- en vereffeningstechniek [1],
Bij de conversie van analoge kaarten
naar één of meerdere digitale bestan
den worden de verschillen, ontstaan
door analoge representatie in eiland
en/of raamkaarten, zichtbaar. De pro
blemen doen zich voornamelijk voor
aan de randen van de oorspronkelijke
kaartbladen, de zogenaamde „kaart-
bladrand-problematiek". In Neder
land zijn de afgelopen jaren diverse ap
plicaties ontwikkeld, die dit probleem
ondervangen; zij vormen echter vaak
een sub-optimalisatie. De in dit artikel
beschreven methodiek is in zoverre
nieuw, dat een „totaal" concept wordt
aangeboden. Door digitaliseren en/of
scannen van de individuele kaartbla
den ontstaan gegevensverzamelingen
met een beperkte overlap aan de rand
van het kaartblad (knooppunten en
grenzen). Bij samenvoegen van iden
tieke knooppunten en grenzen wor
den de geometrische verschillen zicht
baar (fig. 1).
De methode biedt mogelijkheden om
de verschillen op te sporen, te toetsen
ing. M. P.J.
van de Ven,
werkzaam bij de
afdeling GEO,
Provincie
Gelderland te
Arnhem.
Dit artikel is voor
een deel een
bewerking van [1].
Specifieke onder
werpen zijn door de
auteur toegevoegd.
en te vereffenen. Daarbij wordt rekening gehouden met
alom bekende foutenbronnen, zoals karteerfouten, ver
vorming van de tekeningdrager, digitaliseerfouten en geo
metrische vervorming van objecten als gevolg van trans
formaties. Het tegengaan van vervormingen betekent dat
geometrische voorwaarden moeten worden herkend en ver
werkt in het rekenmodel. Uitgangspunt bij het opsporen
van fouten en het vereffenen is dat aangrenzende kaart
bladen voldoende redundante waarnemingen bevatten
(knooppunten en grenzen). Het vereffeningsproces onder
steunt de volgende voorwaarden:
evalueren van de kwaliteit van de gedigitaliseerde
(pas)punten;
simultane en automatische integratie van geometrische
voorwaarden;
rekening houden met de precisie van nabijheidsrelaties;
integratie van mutatiemetingen (waarnemingen).
De uiteindelijke resultaten van de vereffening moeten
leiden tot een nieuw homogeen digitaal bestand met een
verantwoorde relatieve precisie en betrouwbaarheid.
Alvorens een vereffening uir te voeren, moet inzicht wor
den verkregen in de verschillende gegevensverzamelingen
die als invoer dienen. Deze gegevensverzamelingen hebben
in principe ieder een afwijkende kwaliteitsbeschrijving
(precisie, betrouwbaarheid, idealisatie, enz.). De inhomo-
geniteit kan worden opgelost met behulp van de kleinste
kwadratenmethode. Door in een enkele berekeningsstap
alle gegevens simultaan te beschouwen en gewichten toe te
kennen aan die gegevens, kunnen de definitieve coördina
ten worden berekend. Voor details over de berekening
wordt verwezen naar [2],
De onbekende parameters in het rekenmodel zijn:
coördinaten van alle punten, met uitzondering van pas
en grondslagpunten;
draaiingshoeken, translatieverschillen en schaalfactoren
van de transformatie van elk lokaal gedigitaliseerd gebied;
oriënteringshoeken uit terrestrische metingen.
207