De waarnemingen (meetgegevens) zijn onder andere:
gedigitaliseerde coördinaten in een lokaal stelsel;
afstanden ten behoeve van de nauwkeurigheid van nabij
heidsrelaties;
aanvullende terrestrische metingen, zoals afstanden, hori
zontale richtingen en voerstralen;
geometrische voorwaarden (fig. 2), zoals:
a. collineariteit;
b. rechthoekigheid bij gebouwen;
c. parallelliteit;
d. vaste afstanden tussen punten en tussen punten en
lijnen;
e. tangentpunten (overgang rechtstand naar cirkelboog);
f. kubische parabolen.
Voor wat betreft het verwerken van gegevens wordt hier
voornamelijk ingegaan op gedigitaliseerde informatie. Het
procesverloop wordt hier kort toegelicht. Allereerst worden
de verschillende lokale coördinatenstelsels getransformeerd
naar een gezamenlijk stelsel door gebruik te maken van
bekende paspunten. Hierdoor ontstaan benaderde coör
dinaten. In de volgende stap worden relaties gelegd tussen
de verschillende bestanden voor zowel identieke paspunten
als identieke objectpunten en -grenzen. Voor een deel kan
deze laatste stap automatisch worden uitgevoerd door een
vergelijkingsprocedure met een specifieke zoekstraal. Een
zoekstraal definieert een cirkel als gebied waarbinnen naar
elementen/punten wordt gezocht. Voor het overige moet
de zoekprocedure interactief-grafisch door de gebruiker
worden uitgevoerd. Het zal duidelijk zijn dat de uiteinde
lijke kwaliteit van de vereffening sterk afhankelijk is van de
resultaten van deze fase, het opsporen c.q. aangeven van
redundantie.
Een bijkomend probleem bij het digitaliseren van analoge
kaarten is de vervorming van de tekeningdrager. Door
transformatie op basis van de paspunten blijft een verschil
ontstaan tussen de gedigitaliseerde punten en de coördina
ten van de bekende paspunten. De sluitfouten moeten op
een evenwichtige wijze worden vereffend en de correcties
moeten in de directe omgeving van het betreffende paspunt
worden verwerkt. Dit is mogelijk door fictieve waarnemin
gen te introduceren ter grootte van de sluitfouten en aan
deze waarnemingen gewichten toe te kennen. De bereke
ning van de gewichten is gebaseerd op de afstand tussen het
gedigitaliseerde punt en het paspunt.
Nadat alle geometrische voorwaarden nagenoeg auto
matisch zijn opgespoord en een klein aantal handmatig is
toegevoegd, worden de vergelijkingen voor de kleinste
kwadratenvereffening opgesteld. Omdat in de vergelij
kingen bijzonder veel waarnemingen voorkomen, is de
afgelopen jaren aandacht besteed aan het optimaliseren van
de rekentechniek. Hierdoor is het nu mogelijk om in
slechts enkele minuten meerdere duizenden punten simul
taan te vereffenen. De correcties aan de waarnemingen
worden getoetst en ook de mate waarin een waarneming
wordt gecontroleerd door andere waarnemingen, wordt
Fig. 1.
Geometrische
verschillen.
berekend. De geschatte blunders wor
den gepresenteerd op het scherm en de
gebruiker kan de gegevens corrigeren
en het rekenproces opnieuw starten.
De herberekening hoeft in de regel
niet op het volledige bestand te wor
den uitgevoerd. Men kan volstaan met
een klein gebied waarin de betreffende
blunder zich voordoet. Hierdoor kan
de rekentijd worden geminimaliseerd.
Bijhouding
In de regel mogen we aannemen dat
gedigitaliseerde bestanden die op bo
venstaande wijze zijn vereffend, over
een goede relatieve precisie beschikken
(in Duitsland is de beschreven metho
de inmiddels uitgebreid toegepast en
onderzocht). Daarentegen is de abso
lute precisie van individuele punten of
groepen van punten nog steeds zwak.
Dit komt over het algemeen door een
gebrekkige verdeling van terrestrisch
bepaalde paspunten (hoge kwaliteit).
Ook al zijn we niet primair geïnteres
seerd in die absolute nauwkeurigheid,
we willen wel tegenstrijdigheden in in-
homogene digitale gegevensverzame
lingen elimineren (denk onder andere
aan beheertoepassingen).
Om nieuwe terrestrische metingen te
kunnen toevoegen aan gedigitaliseerde
bestanden, zijn verschillende benade
ringen mogelijk. Hier wordt alleen de
benadering toegelicht, die in de pro
grammatuur is opgenomen en in
Duitsland wordt toegepast 2). Als ge
volg van nauwkeurige terrestrische
opnamen die bij mutatiemetingen
worden verricht, kunnen nieuwe „ob
ject-controlepunten" worden bere
kend. Dit zijn punten van objecten die
zowel in het „oude" bestand als in de
nieuwe meting voorkomen. De geo-
1996-5
NGT GEODESIA
Verwerken van gegevens
Programmatuur
In de praktijk zien
we een ontwikkeling
waarin technologie
ter beschikking komt
om in het terrein
coördinaten te bere
kenen, te visualiseren
en vast te leggen
(grafische veld-
computers). Deze
„lokale" punten/
lijnen-verzameling
wordt door de hier
geschetste methode
geïntegreerd tot één
geheel.
208