problemen, echter het oplossen van de problemen is nu complexer geworden. Door tijdens de analysefase reken kundig nieuwe objecten te vormen, op basis van inconsis tente bestanden, ontstaan nieuwe bestanden waarbij de relatie naar de oorspronkelijke fout is verdwenen. Bij ont- werp-toepassingen ligt de nadruk op lengte- en opper vlakteberekeningen. Problemen ontstaan hier omdat niet altijd duidelijk is welke coördinaten in de berekening wor den gebruikt, waardoor de berekende resultaten onjuist heden bevatten. Voor de meeste toepassingen geldt dat fouten vaak bij „toeval" worden ontdekt. Ook al herkent bijna iedereen de hier beschreven problemen, in de praktijk wordt het effect van fouten niet gekwantificeerd (wat kost het) of uitgedrukt in risico's. Geodeet Natuurlijk kan de geodeet een prima rol vervullen om ge bruikers te ondersteunen bij het opsporen en verhelpen van problemen. Echter, in veel gevallen maakt de geodeet geen deel uit van processen binnen de toepassing. Een betere communicatie, marketing en een meer integrale werkwijze kunnen hier, rekening houdend met de structuur en stijl van de organisatie, uitkomst bieden. In de praktijk blijft het tot op heden bij „ingrijpen achteraf'. Een andere mogelijkheid ligt in het verbeteren van de geo detische infrastructuur en een meer pro-actieve benadering van de geo-manager. Dit betekent onder andere dat een nieuwe rekenmethodiek breed beschikbaar zou moeten zijn voor bedrijven, instellingen en leveranciers van program mapakketten. Hiermee wordt bereikt dat zowel GIS- gebruikers als geodeten een kwalitatief beter verantwoord produkt/bestand kunnen leveren. Geen overdreven kwali teit, maar wel een kwaliteit met minder risico en voor een breed publiek eenduidig. Met de ontwikkeling van produkten als MOVE3, GyPSy en Scandetail [3] en natuurlijk het programmapakket zoals hier is beschreven, is een stap gezet in de richting van een geodetische infrastructuur. Wat mij betreft wordt de vraag actueel of, in het verlengde van geodetische taakdiscussies en de vernieuwing van de HTW, een soortgelijk program mapakket kan worden ontwikkeld voor Nederland of dat we onze toevlucht moeten zoeken in internationale produkten. Vanuit het marktaanbod geredeneerd is het simpel: als er een produkt wordt aangeboden, dat voldoet aan de specificaties en de prijs, dan koop je het. Vanuit de geodesie geredeneerd denk ik dat er in Nederland vol doende op de plank ligt om snel en eenvoudig een dergelijk produkt aan te bieden. De klant wordt er mijns inziens alleen maar beter van. Hier ligt een kans Tot slot In de beschouwing van GIS-gebruiker en geodeet is voor namelijk gekeken naar de produktiefase van bestanden. Aan beheer, onderhoud en exploitatie is tot op heden weinig aandacht besteed. Dit is niet terecht. In [1] wordt aangegeven dat juist deze methode een praktisch handvat biedt om actualisering van bestanden op verantwoorde wijze uit te voeren. Nu we in Nederland op progressieve wijze bezig zijn met het digitaliseren van geo-informatie, naderen we het tijdperk van beheer, onderhoud en ex ploitatie. Nu is er nog weinig aandacht voor beheer; de tijd is kennelijk nog niet rijp. Ondanks dat de praktijk ons al voldoende voorbeelden heeft ge geven waarbij te weinig aandacht is besteed aan beheer, moeten we blijk baar allemaal dezelfde leerschool door lopen! We onderschatten het beheer nog steeds. Helaas zien we tegenover lagere kosten in de produktiefase een toename van kosten voor de beheer- toepassingen. Dit is niet nodig zolang de problemen maar vanaf de bron worden aangepakt. Als bestanden niet goed worden beheerd en onderhou den, valt er weinig te exploiteren, een regelrechte kapitaalvernietiging dus! [1] Benning, W., The continuing problem in digital maps. Allgemeine Vermessungsnach- richten 2/94, p. 64. [2] Scholz, TZur Kartenhomo- genisierung mit Hilfe strenger Aus- gleichungsmethoden. Veröff. d. Geodiitisches Instituts der RWTH Aachen, no. 47, 1992. [3] Kenselaar, F. e.a., Vereffeningen kivaliteitsbeheersing van detail- metingen. NGT Geodesia 1994 no. 1, p. 2. Merging digital GIS-data 3) Merging digital data from different sources often results in inconsistency. The author describes a method to combine digital data from different sources, using a mathematical evaluation process. The method is based on a least square adjust ment in order to produce a unique and consistent database of coordinates. The role of GIS-users and geodetic engineers in solving these problems is discussed. 210 1996-5 NGT GEODES1A This article is partially translated from 1 Some personal remarks from the author are added. Literatuur Summary

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 24