Wet Voorkeursrecht Gemeenten door Tweede Kamer NGT GEODESIA 1996-5 Vanaf de tweede helft van 1996 zullen gemeenten bij de aankoop van grond voor uitbreidingsdoeleinden gebruik kunnen maken van een voorkeurs recht. In NGT Geodesia 1994 no. 12, p. 513 is aandacht besteed aan de plannen hiervoor. Op 21 februari 1996 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten aangeno men. Dit wetsvoorstel maakt onder meer deze verbreding van het wer kingsgebied mogelijk. Tot nu toe kon de wet alleen worden ingezet voor stadsvernieuwingsdoeleinden. De re gering vindt de verbreding noodzake lijk in verband met ontwikkelingen op de grondmarkt, die de verstedelij- kingsopgave uit de Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) bemoeilijken. Indien een gemeentelijk voorkeursrecht is gevestigd, krijgt de gemeente als eerste recht op onder handelen als een eigenaar zijn onroe rend goed wil verkopen. In de onder handelingsprocedure is het mogelijk een prijsadvies van deskundigen te vragen. Een voorkeursrecht grijpt in op het eigendomsrecht en dat maakt het een politiek beladen onderwerp. Zag een kamerlid bij de behandeling van de oorspronkelijke wet (eind jaren '70) het voorkeursrecht nog als „het begin van de socialisatie van het Neder landse grondbezit", ook nu bleef de kamerbehandeling niet van ideolo gisch vuur gespeend. „Zelden heb ik mevrouw Verbugt (WD) zo ideolo gisch gekleurd horen spreken", aldus Verboden toegang voor grond- speculanten. Voor veel bouw locaties komt voorkeursrecht te laat. het kamerlid Esselink (CDA). En: „Grond hoort daarom gewoon gemeenschapsbezit te zijn", aldus Poppe (SP). Toch is het wetsvoorstel uiteindelijk vrij ongeschonden door de kamer gekomen. Een gemeente kan voortaan ten behoeve van stads- of dorpsuitbreiding een voorkeursrecht vestigen. Naast een bestemmingsplan of (regionaal) struc tuurplan kan, vooruitlopend daarop, voor een periode van twee jaar een raadsbesluit de grondslag zijn voor vestiging van een voorkeursrecht. Voorafgaand aan de vestiging door de Raad kan tijdelijk, op basis van een voorstel van Burge meester en Wethouders, een voorkeursrecht worden ge vestigd. Anders dan de regering voorstelde, kunnen niet alle gemeenten zelfstandig gebruikmaken van een voor keursrecht. Gemeenten die op grond van nationaal of provinciaal ruimtelijk beleid geen uitbreidingscapaciteit is toegedacht of gegeven, kunnen alleen een voorkeursrecht vestigen als vooraf een verklaring van geen bezwaar door Gedeputeerde Staten is afgegeven. Deze beperking is het resultaat van een amendement dat bij de kamerbehande ling is aanvaard. Een amendement, dat nog weieens inter pretatieproblemen zou kunnen geven. Aan de procedure van het gebruik van het voorkeursrecht is niet veel veranderd. Wel is de regeling voor wat betreft de vrijgestelde transacties aangescherpt. Zo kan onder meer een al bestaande optie alleen nog het gemeentelijk voor keursrecht ongedaan maken, als de optie is ingeschreven in de openbare registers. Omdat een optie een persoonlijk recht is, kan deze alleen worden ingeschreven op grond van een bijzondere wetsbepaling. Oorspronkelijk was die ver geten in het wetsvoorstel; bij de nota van wijziging heeft de minister deze bepaling alsnog opgenomen in de wet. Aan de kenbaarheid van het voorkeursrecht voor belang hebbenden is aandacht besteed in de wet. De vestiging van deze publiekrechtelijke beperking wordt ingeschreven bij het Kadaster. Door de AKR kan voortaan de vestiging één dag na publikatie in de Staatscourant in werking treden. Sneller kan niet, aldus de minister: „Hoewel die registratie nu geheel geautomatiseerd is, moet het invoeren van de 221

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 35